Najaars-arrangement hotel Tholen (nov 2022)

Zaterdag 12 november 2022
Tholen – Antwerpen – Tholen
Om kwart voor acht staan we op en om halfnegen zitten we aan tafel. Hier geen ontbijtbuffet, dat kan natuurlijk niet uit met 10 kamers. Geen probleem, we worden aan tafel bediend. Thee en ter afsluiting een kop koffie. Ok, gewoon prima.Om halftien rijden we naar Antwerpen. Niet echt druk onderweg en eigenlijk geen vrachtverkeer.
Zonder mankeren bereiken we de parkeergarage Hopland.
Om halfelf staan we voor de ingang van het Rubenshuis. Hoewel, er is een soort glazen ‘hok’ voor het Rubenshuis geplaatst waar de tickets te verkrijgen zijn. Hm, onze Nederlandse Museumkaart is niet geldig. Ik vraag aan de lokettist of België in de EU zit, maar ja, daar kom ik niet verder mee. Dat betekent €12,- p/p aftikken.Eerst enige informatie uit het verstrekte gidsje.
In 1610 kochten Peter Paul Rubens (1577-1640) en zijn eerste vrouw Isabella Brant (1591-1626) een huis met grond in Antwerpen. De daaropvolgende jaren liet hij het huis naar eigen ontwerp uitbreiden met een halfrond, overkoepeld beeldenmuseum, een atelier, een triomfpoort-achtig portiek en een tuinpaviljoen.
De verbouwingen verleenden de woning de uitstraling van een Italiaans palazzo en belichaamden Rubens artistieke idealen: de kunst van de Romeinse oudheid en de Italiaanse renaissance. In zijn huis bracht hij een internationaal vermaarde collectie bijeen van antieke beelden en schilderijen. Rubens woonde en werkte hier tot aan zijn dood in 1640. Vermoedelijk behield het huis tot het midden van de 18e eeuw zijn oorspronkelijke aanblik. Vandaag zijn de portiek en het tuinpaviljoen de enige overblijfselen van het 17e eeuwse complex die min of meer intact bewaard bleven.
Ai, het is gewoon druk! Tja, 9 januari gaat het Rubenshuis voor bijna vijf jaar dicht, dat zal het wel zijn. Maar goed, na soms even wachten kunnen we alles op ons gemak bekijken. Het is echt zeer imposant!
We beginnen in de vestibule. Groot is hij niet, maar er hangt al het nodige.
Deze twee prenten zijn de oudst bekende ‘portretten’ van Rubens’ woning. Ze werden gemaakt in opdracht van de toenmalige eigenaar, kanunnik Hendrik Hillewerve, die het huis van zijn indrukwekkendste kant wilde laten zien. De door Rubens gebouwde delen – de tuinportiek, het atelier en het tuinpaviljoen – zijn prominent in beeld gebracht. Om de tuin en het atelier in zijn geheel te kunnen tonen, is op de jongste prent de portiek bewust weggelaten. De inzetstukjes onderaan tonen interessante details van het interieur.
Links onderaan is het halfrond beeldenmuseum van Rubens te zien, door de nieuwe eigenaar inmiddels ingericht als huiskapel. De Harrewijn-prenten vormden de basis voor de restauratie van het Rubenshuis midden vorige eeuw.De slaap van Silenus, verguld brons en lapis lazuli, door Frans Duquesnoy (1594-1643).
Dit reliëf illustreert een verhaal van de Romeinse dichter Vergilius (70 v. C. – 19 n.C.).
Links slaapt de oude drinkebroer Silenus, leermeester en metgezel van de wijngod Bacchus, zijn roes uit. Samen met zijn ezeltje wordt hij geplaagd door een horde vrolijke saters en putti, bijgestaan door een nimf. Het thema van Silenus als voorbeeld van onmatigheid kende in de 17e eeuw een grote populariteit. Ook Rubens heeft Silenus’ dronkenschap meer dan eens in beeld gebracht.
Het reliëf werd vervaardigd door de Brusselse beeldhouwer Frans Duquesnoy die zich in Rome had gevestigd. Voor de diepblauwe achtergrond gebruikte hij de kostbare halfedelsteen lapis lazuli.De aartshertogen Albrecht en Isabella in de tuin van hun kasteel op de Coudenberg te Brussel, door Jan I Brueghel (1568-1625).
In de tijd van Rubens regeerden de aartshertogen Albrecht (1559-1621) en Isabella (1566-1633) in naam van de Spaanse koning over de Zuidelijke Nederlanden. Kort na zijn terugkeer uit Italië in 1608 werd Rubens aangesteld als hun hofschilder in Brussel.
Bij uitzondering mocht hij evenwel in Antwerpen blijven wonen. Later vervulde hij voor Isabella ook diplomatieke opdrachten. Dit tafereel toont de Aartshertogen tijdens hun wandeling in het park van hun Brusselse paleis. De ‘menagerie’ of dierentuin van Albrecht en Isabella was vermaard in heel Europa.De Keuken.
Deze goed uitgeruste keuken is ingericht met een grote schouw, vleeshaken en allerlei keukengerei waaronder kruiken en potten van veelkleurig beschilderd majolica. Boven de haard hangt een stilleven van Alexander Adriaenssen (1587-1661), een vriend en buurman van Rubens. Rubens bezat twee schilderijen van hem.Op dit paneel bracht Adriaenssen de meest uiteenlopende vogelsoorten bijeen, die in de 17e eeuw ook allemaal werden gegeten. Achteraan liggen twee korhoenders. In de korf zitten een eend, een ijsvogel en een spreeuw. Op de rand van de tafel balanceren een koppel patrijzen, een Vlaamse gaai, een groene specht en enkele zangvogels. De korf vooraan bevat een eend en een haan, geplukt en klaar voor de pan.Helena Fourment (1614-1673) was slechts zestien jaar toen ze met Rubens trouwde.
Toen al werd ze geroemd om haar schoonheid. Ze schonk Rubens niet alleen inspiratie, maar ook nieuw familiegeluk. Niet minder dan vijf kinderen werden er geboren.
Dit schilderij is een verkleinde kopie naar een portret dat nu in de Alte Pinakothek in München wordt bewaard.
Rubens heeft zijn jonge vrouw in haar mooiste outfit afgebeeld. Doordat Helena licht voorover buigt, geeft het portret een levendige indruk. De oranjebloesem in het haar symboliseert liefde én vruchtbaarheid. Was Helena misschien zwanger van hun eerste kind?Van de ‘Dienkamer’ heb ik verder geen informatie.De Eetkamer.Frans Snijders (1579-1657) was ongetwijfeld de beste dieren- en stillevenschilder in het 17e eeuwse Antwerpen. Naast uitzonderlijk grote doeken van markten en voorraadkamers, maakte hij ook vele kleinere stukken, waarop meestal een combinatie van klein wild en fruit is te zien. Snijders kapte zijn composities vaak abrupt af. Op deze compositie valt links een stuk van de patrijs buiten beeld en rechts een stuk van de meloen. Door deze truc lijkt het of de uitstalling van etenswaar zich buiten het schilderij voortzet en wordt de toeschouwer directer bij de voorstelling betrokken. Net als Adriaenssen was Snijders een vriend van Rubens.Dit lijkt mij het portret van een dame met halssnoer, door Peter Paul Rubens (1577-1640).
Deze onbekende, ravissante dame is gekleed in de Spaanse mode uit begin 17e eeuw. Rubens schilderde dit uitzonderlijke portret ofwel tijdens zijn korte reis van Mantua naar Spanje (tussen april 1603 en januari 1604), of kort daarna in Genua waar hij verbleef van december 1605 tot midden 1606.
In deze rijke havenstad met Spaanse connecties, maakte hij naam als een briljante en innoverende portretschilder. Het schetsmatige karakter, met name in de kraag, en de zichtbaar gelaten grondlaag aan de rand, doen vermoeden dat het schilderij onafgewerkt bleef.Dit prachtige ladekastje kan ik in het gidsje niet vinden.Rechtsonder naast de kast hangt het Landschap met saters, door Paul Bril (1554-1626).
Na een opleiding in Antwerpen trekt Paul Bril in zijn vroege twintiger jaren naar Rome, waar veel vraag is naar zijn typisch Vlaamse specialisme: het landschap. Hij schildert er fresco’s in opdracht van pausen en kardinalen en ook kleinere landschappen op koper, paneel en doek. Rubens ontmoette Bril in Rome en bewonderde zijn kunst. Hij bewerkte zelfs een van zijn landschappen. Dit schilderij is gesigneerd en dateert uit ongeveer 1616-1619.
Bril overleed in 1626 in de eeuwige stad. Het grote schilderij betreft ‘De kunstkamer van Cornelis van der Geest’, door Willem van Haecht (1593-1637).In de vroege 17e eeuw ontstond in Antwerpen een nieuw genre in de schilderkunst: de kunstkamervoorstelling. Deze geschilderde kunstkamer stelt de collectie voor van Cornelis van der Geest (1555-1638), een van de belangrijkste Antwerpse verzamelaars en een vriend van Rubens.
Op de voorgrond toont hij trots een van de pronkstukken uit zijn collectie – Quinten Massys’ Maria en kind – aan zijn hooggeplaatste gasten. Links onderaan zitten de aartshertogen Albrecht en Isabella die in naam van de Spaanse koning over de Nederlanden regeerden. Rechts achter de aartshertog staat niemand minder dan Rubens, terwijl we in de man achter Van der Geest Anthony van Dyck herkennen. Vandaag is de verzameling van Van der Geest verspreid over musea in de hele wereld.Dit schilderijtje met badende kinderen staat midden op de kast, maar wordt verder niet omschreven in het gidsje.Rubens was niet alleen een gepassioneerd verzamelaar van antieke beeldhouwkunst, hij hield zich ook bezig met eigentijdse sculptuur. Zijn eigen collectie moet vooral hebben bestaan uit kleine zogeheten ‘kabinetstukken’, die door zijn favoriete beeldhouwers uit ivoor waren gesneden naar ontwerpen van hemzelf. Tot deze selecte groep behoorde ook de Duitse beeldhouwer Georg Petel. Omstreeks 1624-1628 verbleef Petel in Antwerpen, een periode waarin hij nauw met Rubens heeft samengewerkt. Rubens bezat drie van zijn beeldjes, waaronder dit schitterende ivoortje van het eerste mensenpaar. Door de aard van het materiaal vervaardigden ivoorsnijders altijd kleine beeldhouwwerken. Een olifantstand heeft nu eenmaal beperkte afmetingen.Titiaan (Tiziano Vecellio), (1485/90-1576). is een van de belangrijkste kunstenaars uit de Italiaanse renaissance. Zijn picturale stijl, kleurgebruik en virtuoze techniek waren een inspiratiebron voor generaties kunstenaars, onder wie ook Rubens en Van Dyck.
Beide Antwerpse meesters hadden ook meerdere schilderijen van Titiaan in hun collectie.
Dit portret toont een hooggeplaatste Venetiaanse bevelhebber. Vermoedelijk betreft het Francesco Duodo, een sleutelfiguur in de Slag bij Lepanto (1571). De inzet van deze grote zeeslag tussen een christelijke alliantie en de Ottomaanse Turken was de controle over de Middellandse zee.Deze busteportretten van de Romeinse keizers Aulus Vitellius Germanicus Augustus (15-69 n. Chr.) en Titus Flavius Vespasianus (9-79 n. Chr.) behoorden oorspronkelijk tot een reeks van twaalf. Waarschijnlijk waren ze onderdeel van de decoratie van Rubens huis, waar ze boven de nissen hingen in zijn beeldenmuseum. De schetsmatig aangebrachte verfstreken maken het onwaarschijnlijk dat de werken bedoeld waren voor de verkoop. Daarnaast suggereert de ovale vorm dat Rubens ze schilderde voor een specifieke plek en doel.Tja, dit prachtige kastje wordt niet vermeld in het gidsje.De klassieke oudheid was in de 17e eeuw een rijke bron van inspiratie, ook voor Rubens leerling en jonge vriend Lucas Faydherbe (1617-1697), een succesvol beeldhouwer en architect uit Mechelen. Van Faydherbe is dit beeld in terracotta (gebakken aarde) van de Romeinse halfgod Hercules. Hercules is gemakkelijk te herkennen: hij is getooid met de huid van de Nemeïsche leeuw die hij volgens de mythe met blote handen had gedood. Vermoedelijk maakte Faydherbe het terracotta als model voor een beeld in een ander materiaal, zoals marmer.Dit moet wel het halfrond, overkoepeld beeldenmuseum zijn dat Rubens liet bouwen.
Ik kan het eigenlijk niet goed plaatsen. Het heeft nog het meest weg van een kapel.De Grote Slaapkamer.In de grote slaapkamer hangt dit schilderij van Jan Cossiers (1600-1671), een medewerker van Rubens. In de tweede helft van de 17e eeuw groeide hij uit tot een van de belangrijkste Antwerpse meesters. Kenmerkend voor Cossiers zijn zijn gevoelige, levensechte portretten. Dit is daar een mooi voorbeeld van. De linkerhand van de jongeman rust onbekommerd op zijn middel waardoor hij een zelfverzekerde en waardige indruk maakt. Cossiers werk is sterk beïnvloed door Carravagio. Ook in dit portret speelt hij zorgvuldig met licht en schaduw.Het schilderijtje dat het hart vormt van dit rijk versierde barokke huisaltaar stelt Christus en Maria voor in het gezelschap van haar ouders, de heilige Anna en de heilige Joachim.
Het is een kopie in miniatuur naar een werk van Rubens uit ongeveer 1630.
Dit pronkobject illustreert hoe Rubens artistieke productie ook de Antwerpse luxe industrie inspireerde. Omlijst met eenendertig agaten in zettingen van verguld koper, vormt het schilderijtje de devotionele focus van het altaar. De kostbare materialen onderstrepen het religieuze statuut van de figuren en de status van de eigenaars van dit precieuze staaltje meubelkunst.Michiel Ophovius (1570-1637) prior van het Antwerpse Sint-Paulusklooster en later bisschop van ’s-Hertoqenbosch, is weergegeven in het habijt van zijn orde: de Dominicanen. Met zijn rechterhand maakt hij een spreekgebaar dat verwijst naar zijn welsprekendheid als priester. Rubens introduceerde in zijn portretten vaak de suggestie van beweging om zo de levendigheid en de présence van zijn modellen te verhogen.
Het portret is een goede atelierkopie naar een origineel van Rubens. Er bestond veel vraag naar representatieve beeltenissen van hooggeplaatste personen. Het vermenigvuldigen van portretten behoorde dan ook tot de vaste atelierpraktijk.Kleinere voorwerpen uit een kunst- of rariteitenverzameling, zoals antieke munten, cameeën en fossielen, werden opgeborgen in kunstkasten of kunstkabinetten. Dit waren vernuftig ontworpen meubelen met vele laatjes en (verborgen) vakken, vaak van kostbare houtsoorten vervaardigd. In de 17e eeuw groeide Antwerpen uit tot het belangrijkste internationale centrum voor de productie van dergelijke kasten. Deze kunstkast (ongeveer 1640) is beschilderd met mythologische scènes naar composities van Rubens. Ze zijn geschilderd door Victor Wolfvoet (1612-1652), een Antwerpse meester die zich specialiseerde in het kopiëren van Rubens composities op klein formaat.Dit schilderij staat niet vermeld in het gidsje.De Slaapkamer.De aanbidding door de koningen. Dit bijbels tafereel werd geschilderd door Adam van Noort (1562-1641), een van de leermeesters van Rubens.
Niet lang na zijn geboorte brachten drie koningen het kindje Jezus geschenken. Niet in een armoedige stal, maar in een paleisruïne. Het zijn de resten van het paleis van koning David waar volgens de legende eeuwen later Jezus werd geboren. De drie koningen vertegenwoordigen drie generaties en komen uit de drie werelddelen die in de Middeleeuwen bekend waren.Jongetje op zijn doodsbed, door Matthijs van den Bergh (1617-1687). Tot de meest aangrijpende voorstellingen in de schilderkunst van de 17e eeuw behoren portretten van kinderen op hun doodsbed. Door de hoge kindersterfte kregen ouders vaak niet de kans om hun kind in levende lijve te laten portretteren. In dat geval restte de mogelijkheid om na het overlijden een portret te laten schilderen. Op dit schilderij houdt het jongetje in zijn rechterhand een in de knop afgesneden bloem, symbool voor een vroege dood.
Ook Rubens werd geconfronteerd met de broosheid van het jonge leven: in 1623 stierf zijn 12-jarige dochtertje Clara Serena.Tot ver in de 17e eeuw was het niet ongebruikelijk dat het bed in het voornaamste woonvertrek stond opgesteld, zo dicht mogelijk bij de warmte van de haard. Een vrijstaand ledikant in een apart slaapvertrek was alleen voorbehouden aan de rijkste families. Bedgordijnen die aan de hemel van het bed of voor de opening van de bedstede hingen, beschermden de bewoners ’s nachts tegen de kou. Het hemelbed is opvallend kort, omdat men vroeger halfzittend sliep: dit werd gezonder voor de spijsvertering en voor de bloedsomloop geacht.De Linnenkamer.In een huishouden als dat van Rubens vond je tafellakens, servetten, handdoeken, beddenlakens, kussenslopen en vaatdoeken.
In veel voorname huizen maakte een linnenpers deel uit van het meubilair. Het doel van het persen is om het linnen mooi glad en glanzend te maken. Tafellakens werden zigzagsgewijs opgevouwen en in de pers gelegd. Na het dekken van de tafel vormden deze vouwen een lijnenpatroon. Zo was zichtbaar dat er een schoon tafellaken op tafel lag.De Hoekslaapkamer.Apenfeest (Singerie), door Jan I Brueghel (1568-1625). Een voorstelling zoals deze werd een ‘Simmenfeest’ genoemd. Apen worden er in een menselijke rol geduwd en doen de toeschouwer op ludieke wijze reflecteren over de dwaasheid in de wereld. Dit kopertje uit de jaren 1620 is één van de vroegst bekende voorbeelden. Voor de weergave van de aapjes baseerde de schilder zich op olieverfschetsen die hij enkele jaren voordien had gemaakt, wellicht in het dierenpark van de Aartshertogen in Brussel. Jan Brueghel en Rubens waren goed bevriend en hebben vaak samengewerkt.Drinkende boer, door Adriaen Brouwer (ongeveer 1605/06-1638). Met maar liefst zeventien werken was de genreschilder Adriaan Brouwer bijzonder goed vertegenwoordigd in Rubens collectie. Brouwer specialiseerde zich in satirische voorstellingen met drinkende en vechtende boeren in een herberginterieur.
Dergelijke taferelen toonden de welgestelde stedeling die zijn schilderijtjes kocht, hoe je als burger vooral niet hoorde te leven.
Dat was ook hun belangrijkste boodschap. Maar Rubens was ongetwijfeld ook gefascineerd door het observatievermogen van zijn jongere collega, en door Brouwers kleurgebruik en losse schildertechniek. Hoewel Brouwer jong stierf op 32-jarige leeftijd, heeft zijn werk veel invloed gehad.De gefortuneerde jurist, oudheidkundige en verzamelaar Nicolaas Rockox (1560-1640) was een van de meest prominente persoonlijkheden in het 17e eeuwse Antwerpen.
Hij bekleedde verschillende hoge posten, was negen keer burgemeester en bovendien een goede vriend van Rubens. Dit portret, het oudst bekende van Rockox, werd in 1600 geschilderd door Otto van Veen (1556-1629), Rubens laatste en meest invloedrijke leermeester.Ook dit schilderij kan ik niet in het gidsje terugvinden.En deze ook al niet.De Familiekamer.Een werk van Cornelis Schut. Bartholomeus Rubens en Barbara Arents waren Rubens grootouders van vaderskant.
Hij was een apotheker, zij een telg uit een adellijke familie. Hun enige zoon was Jan Rubens, Peter Pauls vader. De twee portretjes werden geschilderd in 1530, kort na hun huwelijk. Bartholomeus houdt in zijn linkerhand een stukje Arabische gom. Deze hars van de acacia boom werd door apothekers verhandeld. Het was een dure grondstof waaraan geneeskrachtige eigenschappen werden toegedicht en het diende ook als bindmiddel voor gouacheverf. De twee viooltjes in Barbara Arents’ rechterhand zijn een symbool voor nederigheid. In de linkerhand heeft ze een rozenkrans van rood bloedkoraal, eveneens een kostbaar product dat door apothekers werd verkocht.Rubens was in zijn tijd niet alleen de belangrijkste, maar ook de succesvolste kunstenaar van Europa. Hij kon zich twee buitenhuizen veroorloven, waaronder dit domein in Ekeren, ten noorden van Antwerpen. Hij kocht het op zijn vijftigste, in 1627. Van het domein en het gebouw rest er vandaag niets meer. Afgebeeld is een parkachtig landschap vóór een middeleeuwse burcht. Jongelui zijn zich aan het amuseren en links van hen slaan een al wat oudere man en een jonge vrouw hun activiteiten gade. Deze figuren worden meestal geïdentificeerd als Rubens en zijn tweede echtgenote Helena Fourment.Interieur van de Antwerpse jezuïetenkerk, door Wilhelm Schubert van Ehrenberg (ongeveer 1630-na 1687). De Antwerpse jezuïetenkerk, de huidige Sint-Carolus Borromeuskerk, werd door tijdgenoten als een nieuw wereldwonder beschouwd. Het interieur was geheel met marmer bekleed. Om de kerk in al haar pracht weer te geven, gebruikte Van Ehrenberg dan ook marmer als ondergrond. Behalve twee monumentale altaarstukken voor het hoogaltaar schilderde Rubens omstreeks 1616-1618 in samenwerking met Anthony van Dyck negenendertig plafondstukken voor de zijbeuken van de kerk.
In 1718 werd het interieur van deze ‘marmeren tempel’ door een brand geteisterd.
Rubens plafondschilderingen gingen daarbij verloren.Is dit de Buste van ‘Seneca’, Romeins, 1e eeuw n.C. in marmer? Ik kan dat niet goed vinden in het gidsje. In elk geval, toen Rubens in 1608 uit Italië terugkeerde, bracht hij een antieke marmeren buste mee die, zo dacht hij althans, de Romeinse filosoof Seneca (ongeveer 4 v.C.-65 n.C.) voorstelde. In het stoïsche gedachtegoed van Seneca golden wijsheid, standvastigheid, zelfbeheersing en een gerust gemoed bij uitstek als de morele kwaliteiten om de grillen van het lot het hoofd te bieden. Seneca was bijzonder populair in de zestiende en zeventiende eeuw en had ook een grote invloed op Rubens en zijn humanistische vrienden. Rubens heeft de buste van ‘Seneca’ in verscheidene van zijn werken afgebeeld. Pas in 1813 werd het echte portret van Seneca ontdekt.Van 1600 tot 1608 woonde en werkte Rubens in Italië, waar hij geen moment verloren liet gaan om de kunst van de Romeinse oudheid en de Italiaanse renaissance te bestuderen. Vooral zijn tijd in Rome had een blijvende invloed. Het ontwerp van de tuinportiek getuigt hiervan. De vorm van het bouwwerk is duidelijk gebaseerd op een Romeinse triomfboog, terwijl de indrukwekkende centrale doorgang direct teruggaat op de Porta Pia, een beroemde stadspoort in Rome van de Italiaanse renaissancekunstenaar Michelangelo (1475-1564). Bovenop de portiek plaatste Rubens twee Romeinse goden: links staat Mercurius, als god van de schilders, en rechts Minerva, de godin van de wijsheid. Overigens, er staan al wat machines en er ligt bouwmateriaal. De verbouwing is al min of meer begonnen.Het atelier van Rubens.Korte tijd nadat Rubens zijn atelier in Antwerpen had gevestigd, kwam er een internationale vraag naar zijn werk op gang. Om aan de continue stroom van bestellingen te kunnen voldoen, was de medewerking van assistenten onontbeerlijk. Voor grote opdrachten leverde Rubens de voorbereidende olieverfschetsen die door verschillende assistenten op groot formaat werden uitgevoerd. In de regel was het de meester die de voornaamste onderdelen van de voorstelling, zoals de figuren en de vleespartijen, retoucheerde. Door het schilderij uitgebreid te retoucheren en van bepaalde accenten te voorzien, zorgde hij zelf voor de ‘finishinq touch’. De belangrijkste opdrachten werden volledig eigenhandig uitgevoerd. Met deze atelierorganisatie trad Rubens in de voetsporen van grote Italiaanse renaissancekunstenaars als Rafaël (1483-1520) en Michelangelo (1475-1564).Christus en zes apostelen, door Anthony van Dyck (1599-1641). Deze zegenende Christus omringd door bezorgde apostelen is een fragment uit het ‘Wonder van de broden en de vissen’. Enkel de rechterbovenhelft, een kwart van het schilderij, bleef bewaard.
Wanneer Christus met meer dan vijfduizend volgelingen belandde in een onvruchtbare regio zonder levensmiddelen, werden zijn apostelen erg ongerust. Christus liet echter het weinige nog beschikbare voedsel verzamelen en zegende het, waarop het zich vermenigvuldigde tot er voldoende eten was voor iedereen. Dit Bijbelse verhaal is een voorafbeelding van het ritueel van de communie.
Van Dyck maakte dit schilderij op 18- of 19-jarige leeftijd. De losse en erg gedurfde uitvoering toont zijn ambitieuze streven naar een revolutionaire nieuwe stijl.In het 17e-eeuwse Antwerpen was het niet ongewoon dat twee of meer specialisten in een bepaald genre met elkaar samenwerkten aan één schilderij. Daarbij ging het om meer dan een efficiënte werkverdeling. In de ogen van tijdgenoten maakte het deze schilderijen nog begerenswaardiger. Voor dit grote doek ‘Boeren op weg naar de markt’ heeft Jan Boeckhorst (1604-1688), een late leerling en medewerker van Rubens, zijn krachten gebundeld met Frans Snijders (1579-1657). Boeckhorst voerde de figuren en het landschap uit, terwijl Snijders de dieren en groenten voor zijn rekening nam. Ook Rubens werkte meer dan eens met de dieren- en stillevenschilder Frans Snijders samen.Op dit werk van Jacob Jordaens (1593-1678) is Neptunus, de god van de zee, te zien.
Hij staat op een schelpwagen die wordt ondersteund door een dolfijn. Links van hem is zijn vrouw Amphitrite te zien. Tussen beiden blaast een liefdesgodje op een schelphoorn. Op de voorgrond zijn Tritonen afgebeeld. Deze mythologische wezens zijn half man, half vis.
Aan de bovenkant van het werk, zijn vier kinderkopjes zichtbaar die de winden blazen.
De afdrijvende wolken en de regenboog wijzen er op dat de storm achter het gezelschap geluwd is. Neptunus bezat de macht om zowel de stormen op te roepen als om ze te bedwingen.Deze buste is niet in het gidsje vermeld.En dit beeld op de balustrade is ook niet vermeld in het gidsje.Over Rubens productie tussen 1598, het jaar dat hij zelfstandig schilder werd, en zijn vertrek naar Italië in 1600 is heel weinig bekend. Dit paneel met de zondeval van het eerste mensenpaar Adam en Eva is een van de zeldzame bewaard gebleven schilderijen uit die periode. Het is geschilderd in een stijl die nog sterk aanleunt bij Otto van Veen (1557-1629), Rubens laatste en meest invloedrijke leermeester. Rubens schilderde de figuren en het landschap hier nog vrij statisch en precies. Na zijn verblijf in Italië werd zijn schilderstijl steeds losser en zijn kleurgebruik expressiever.In de Bijbel wordt verteld hoe de maagd Maria bezoek kreeg van de engel Gabriël die haar voorspelde dat zij de moeder van Christus zou worden. Maria is afgebeeld in haar huiskamer. De huiselijke sfeer wordt nog versterkt door de rieten mand met Maria’s naaiwerk en de slapende poes rechtsonder. Rubens begon aan het schilderij na zijn verblijf in Italië. Die Italiaanse invloed is terug te vinden in de opmerkelijk heldere kleuren en de losse schilderwijze die bijdraagt aan de beweeglijkheid van de voorstelling. Voor de blauwe mantel van Maria gebruikte Rubens ultramarijn, een kostbaar pigment bereid van fijngemalen lapis lazuli.Cimon en Pero, door Peter Paul Rubens (1577-1640).Is het de ‘Verloochening van Petrus’? Ik kan het niet goed terugvinden in het gidsje.Op dit doek is goed te zien hoe Rubens zijn schilderijen met grote, losse penseeltekeningen opbouwde: het werk is namelijk nog niet af. Sommige partijen zijn meer uitgewerkt; bij andere zijn de vormen alleen maar summier aangeduid. Kennelijk zocht Rubens nog naar de geschikte compositie. Zo heeft de gehelmde soldaat in het midden nog drie armen en twee wapens. Voor het krijgsgewoel op het achterplan deed Rubens een beroep op Pieter Snayers (1592-1667], een specialist in oorlogstaferelen. Het schilderij maakte deel uit van een zesdelige reeks over het leven van de Franse koning Hendrik IV, die om politieke redenen onvoltooid is gebleven.Ook dit schilderij kan ik niet terugvinden in het gidsje.Dit schilderij is het enige, onbetwistbaar, zelfportret van Jacob Jordaens (1593-1678) in een Belgische collectie. Het werd aan de Koning Boudewijnstichting geschonken en in bruikleen gegeven aan het Rubenshuis in Antwerpen.
Jordaens lijkt op te kijken van een blad – een tekening of een prent – en richt zijn blik op de toeschouwer. Hij draagt informele, maar dure kledij die hij wellicht thuis draagt, en die hem typeert als een succesvol kunstenaar. Boven een wit hemd met een eenvoudig kraagje, draagt hij een kiel afgebiesd met goudgalon en versierd met opvallende knopen. Het werk toont Jordaens zoals hij wellicht was: zelfbewust maar bescheiden.Is dit een zelfportret van Anthony van Dyck (1599-1641)? De beroemdste en ongetwijfeld meest getalenteerde medewerker van Rubens was Anthony van Dyck, een buitengewoon getalenteerd kunstenaar wiens kwaliteiten Rubens al snel moeten zijn opgevallen.
In Antwerpen werd hij de eerste serieuze concurrent van Rubens. Later, toen hij in Italië werkte en vanaf 1632 als hofschilder van Karel I in Londen, ontpopte Van Dyck zich als een virtuoos portrettist die over een feilloos inlevingsvermogen en een briljante techniek beschikte. Dit portret van de jonge Van Dyck wordt traditioneel aan Rubens toegeschreven. Recent technisch onderzoek toonde echter aan dat het een zelfportret is.Dit is in elk geval een zelfportret van Peter Paul Rubens (1577-1640). Van de individuele zelfportretten die Rubens schilderde, is dit het meest informele en intieme.
Het onafgewerkte uitzicht van de achtergrond en de schetsmatige uitvoering van het kostuum dragen bij aan de informele kwaliteit van het portret. Vermoedelijk schilderde Rubens het omstreeks 1623-1630 voor zichzelf en als model voor groepsportretten met zijn oudste zoon Albert, en met zijn tweede echtgenote Helena Fourment. Net als op zijn andere zelfportretten heeft Rubens zich niet als schilder afgebeeld maar als een gentleman, een heer van stand.Nou, een mooie afsluiting met de schilder zelf. Het is even over twaalven, we hebben een uurtje over het Rubenshuis gedaan. Zeer, zeer de moeite waard! Naastgelegen is een restaurant. De zon schijnt volop, het terras zit zo goed als vol. Wij gaan – zoals meestal – binnenzitten.In een lunch hebben wij geen zin, gewoon KMA dus.Wij gaan stadswandelen! Of er een VVV in Antwerpen is, weet ik niet, sowieso kon ik op internet niet zoiets vinden. Wel vond ik op de site GPSwalking.nl maar liefst drie stadswandelingen met beschrijving én GPS-track. De langste wandeling is 13 kilometer en verder twee afgeleide wandelingen van tien en vijf kilometer. Die laatste gaan we doen.
De track heb ik geladen in mijn GPS, het lopen van de route is dus een ‘eitje’.
Dit beeld is niet vermeld in de beschrijving, maar ‘it represents a huge fish eagle with spread wings carrying a big fish in its claws. A simple water feature creates a fitting maritime atmosphere. The beautiful eagle is the work of Danish sculptor Hugo Liisberg (1898 – 1958). No wonder the plaza is a favourite place for tired tourists and shoppers to rest their feet, sitting on the low brink of the fountain or on nearby benches’.Het is trouwens prachtig nazomerweer, we treffen het!
Iets verder staat het Paleis op de Meir.En nog iets verder de Handelsbeurs.Nog iets verder op de Meir (de grote winkelstraat van Antwerpen) staat de Boerentoren.Dit is de gevel van de voormalige gotische kapel ‘O.L. Vrouw van Toevluchtskapel Godshuis Onser Vrouwen Convent’ uit 1477. Momenteel zijn er acht woningen in gevestigd.Vroeger lag op de Groenplaats in Antwerpen een kerkhof voor arme mensen behorende bij de Onze Lieve Vrouwenbasiliek. Tijdens de Oostenrijkse bezetting verbood keizer Joseph II begraafplaatsen binnen de stadsmuren. Zodoende werd de begraafplaats een plein en werden de doden vanaf dat moment buiten de stadsmuren begraven.
Vandaag de dag merk je er helemaal niets meer van. De Groenplaats is erg toeristisch, want welke toerist wil nu niet het heerlijke Belgische bier proeven. Je vindt hier veel cafés, terrasjes en straatmuzikanten. Hier staat ook het standbeeld van Rubens.Aan de Handschoenmarkt staat de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal gebouwd tussen 1352 en 1521. Bijzonder is de sierlijke toren met een hoogte van 123 meter.
In de kerk zijn de meesterwerken van Peter Paul Rubens zoals de Kruisoprichting, de Kruisafname, de Verrijzenis van Christus en de Hemelvaart van Maria te zien.
Ai, de toegang is niet gratis en bedraagt €10,- p/p. Dat gaan we doen, het lijkt ons een bijzondere kathedraal.Het gedeelte waar een kaarsje kan worden opgestoken is wel gratis toegankelijk.
De kaarsen zijn niet gratis.Wat moet Paulus toch met dat zwaard? Er zit trouwens geen ‘punt’ aan.Het interieur van de kathedraal is fabuleus.De Preekstoel.Helaas staat er geen informatief bordje bij dit grafmonument.Dit grafmonument mag er ook wezen.Ook geen informatief bordje bij deze dame.De gebrandschilderde ramen zijn prachtig.Een kapel aan de zijkant van de kathedraal.Een van de beroemdste werken van Rubens, De Kruisoprichting.En dit is de Kruisafneming.Is dit De Verrijzenis van Christus?De dood van Maria.En is dit de Maria Tenhemelopneming? Toch wel, De Tenhemelopneming van Maria is een altaarstuk van Peter Paul Rubens. Het stelt het christelijke motief van de Maria-Tenhemelopneming voor.Er staan een aantal schilderijen min of meer ingepakt op zogeheten ‘hondjes’. Ongetwijfeld wordt er gewerkt aan een andere presentatie.Zicht vanaf het altaarstuk van Rubens op de zetels van de tja, hooggeplaatsten?Zoals in elke kathedraal of basiliek zijn er rondom een aantal kapellen. De een nog fraaier dan de ander.Helaas geen informatief bordje, ik heb geen idee wat dit precies voorstelt.De Ark van het Verbond.Replica van het genadebeeld van Onze-Lieve-Vrouw van Antwerpen.Grafkelders. De man die het kruis draagt (2015), gepolljst brons, 394 x 200 x 100 cm, van Jan Fabre wil een spiegel zijn voor elke bezoeker van de kathedraal. De bronzen sculptuur nodigt je uit ook zelf het kruis in balans te houden en te ervaren wat dat met je doet.Ok, we hebben het gezien. De kathedraal is zeer de moeite waard! We vervolgen onze stadswandeling.
Op de Brabofontein op de Grote Markt bevindt zich een bronzen standbeeld van Silvius Brabo van de beeldhouwer Jef Lambeaux daterend uit 1887. De legende van Brabo gaat over de reus Druon Antigoon, die de hand van onwillige tolbetalers afhakte en deze in de Schelde wierp. Brabo doodde echter de reus en hakte op zijn beurt diens eigen hand af, die hij in de rivier gooide. Antwerpen zou volgens deze uitleg van ‘Hand werpen’ komen. Het beeld is echter dusdanig gepositioneerd dat Brabo de hand richting stad lijkt te smijten. Dat kent zijn oorzaak in de beperkte afstand tussen het stadhuis en het beeld. Mocht men Brabo richting Schelde positioneren zou het lijken alsof Brabo de hand in het stadhuis wil gooien.
Volgens de Amerikaanse historicus John Lothrop Motley en vele andere etymologisten en historici, zou de naam Antwerpen afkomstig zijn van het germaanse anda (aan, naast) en werpum (werf), dus een stad gelegen aan de (scheeps)werf.Inmiddels staan we voor het Stadhuis van Antwerpen. Ai, de intocht van de Sint hebben we gemist, De cameramannen zijn bezig om hun apparatuur op te ruimen. Volk is er genoeg, uiteraard veel ouders met hun kroost, maar ook Zwarte Pieten! Ik wist niet dat in België (Vlaanderen?) het Sint Nicolaasfeest gevierd werd. In elk geval het Stadhuis.
Hier aan de Suikerui ontstond het eerste huis voor de Schepenen in de 13e eeuw. Na een brand aan de Markt ontstond ruimte voor een nieuw stadhuis met een enorme voorgevel van 76 meter lang.
Dit in renaissancestijl opgetrokken gebouw werd ontworpen door Cornelis De Vriendt.
We zien de wapenschilden van het markgraafschap Antwerpen, het Hertogdom Brabant en in het midden van Phillips II, koning van Spanje. Daarboven staat in de bijna te kleine nis Onze-Lieve-Vrouwe, de beschermheilige van Antwerpen. Zij wordt geflankeerd door Vrouwe Justitia en Prudentia.
In het gebouw zijn de mooiste zalen, beschilderingen en vooral houtsnijwerken te zien, met een van de allermooiste raadzalen ter wereld. Tja, ik heb niet uitgezocht of er vandaag rondleidingen zijn, maar sowieso ontbreekt ons daarvoor de tijd.De gevels op de Grote Markt tonen de rijkdom van de gildes. De vakbroeders bouwden hier hun gildehuizen, dikwijls bekroond met gouden beelden. Antwerpen wordt de stad van de Sinjoren. Begin 14e eeuw kende Antwerpen een bloeiperiode als haven van vis, zout, aluin en vooral Engelse wol, die de lakenindustrie voedde. Met de komst van de Portugezen, met hun specerijen, het Duitse koper en zilver en de Engelse wol werd de haven het belangrijkste handels- en financiële centrum van de West-Europa. De 16e eeuw was de Gouden Eeuw, te zien aan de grote kunstwerken uit die tijd. Als daarna de godsdienststrijd tussen de protestanten en de katholieken oplaait met de beeldenstorm en de afsluiting van de haven stort de handel in en kan pas na 1830 weer tot bloei komen.Moeder maakt een foto van manlief, zoon en Zwarte Piet. De zoon bevindt zich al gedeeltelijk in de zak en Zwarte Piet maakt aanstalten om weg te lopen. ‘Neem hem maar mee’ roept de moeder. Ha, lachen natuurlijk.Sowieso zijn de Zwarte Pieten hier ‘zwart’. Mark Rutte zei het al: ‘Zwarte Piet is nu eenmaal zwart’!We gaan een stukje route inkorten en lopen naar de St. Carolus Borromeuskerk.En daarna naar het Sint Nicolaasplein.We sluiten af met de Sint Jacobskerk. Tja, helaas is deze kerk gesloten. Toch de informatie. Deze enorme kerk van bijna 100 x 55 meter telt 23 altaren. Het barokke altaar en het orgel uit 1727 zijn bijzonder.
In een van de kapellen ligt Rubens en familie begraven. Zijn tweede vrouw, Hélène, liet de kapel bouwen. Het schilderij uit 1634, OLV omringd door de heiligen, heeft kenmerken van zijn beide vrouwen en hun zoon Frans Rubens.We lopen naar de parkeergarage, dat is niet erg ver.
Als eerste de route, die ik heb gedownload en daarna de gelopen track.Ai, de betaalautomaat in de parkeergarage is in storing. maar we mogen van de jongeman achter het loket gratis uitrijden. Als we voor de slagboom staan gaat hij niet omhoog en de jongeman is nergens te bekennen. De rij achter ons groeit, maar dan blijkt de betaalautomaat weer te werken. Daar tikken we €16,80 af, het is niet anders.
Rond halfvijf rijden we Antwerpen uit en om kwart over vijf rijden we Tholen in. Mooi op tijd, want het diner hebben we om halfzes gereserveerd. Douchen en omkleden is er niet bij, meteen aan tafel.
Een voorgerecht? Hm, een kleine salade met een warm geitenkaasje is niet zo gek.Kijk, zo’n salade ziet er toch patent uit. Een stukje brood erbij en dezelfde Merlot van gisteren.Het hoofdgerecht. Ik ga voor de gemarineerde spareribs met een frisse salade, knoflook en chilisaus. Orchideetje gaat voor tonijnsteak met sesam bestrooid, geserveerd met wakame en wasabi-mayonaise.Ok, toch maar een nagerecht. Voor mij de scroppino, een mix van citroenijs, vodka, limoncello en prosecco. Voor Orchideetje de crème brûlée met vanille-ijs en slagroom.Nou, die scroppino is iets aparts. Sowieso erg lekker en dat geldt ook voor de andere gerechten. Ook de crème brûlée bevalt Orchideetje uitstekend.Het loopt al tegen achten en we gaan naar de kamer. Het journaal en later op de avond Nieuwsuur. Zo te horen staat Vera Bergkamp (voorzitter van de Tweede Kamer) op het punt om af te treden.
Vandaag een drukke dag achter de rug en morgen gaan we er weer tegenaan.