Najaars-arrangement Alkmaar (okt 2021)

Zaterdag 23 oktober 2021
Noord-Scharwoude – Alkmaar – Noord-Scharwoude
Tegen achten staan we op. Prima geslapen, in en buiten het hotel was het zeer rustig.
Om half negen lopen we naar het restaurant, het buffet staat gereed.Geen uitspattingen in de vorm van scrambled eggs, gebakken spek, worstjes en wat dies meer zij, maar een gekookt eitje. Ach, eigenlijk prima en we genieten ervan.Tegen tienen rijden we naar Alkmaar en parkeren in de parkeergarage Karperton.
Het is maar een paar minuutjes lopen naar de Kaasmarkt. Tja, geen Kaasmarkt natuurlijk, die is er weer elke vrijdag van 2 april 2022 – 24 september 2022. Wel een beeldje van twee kaashandelaren. Het beeld is vervaardigd door beeldhouwer John Bier in 1985 en is gemaakt ter gelegenheid van het zestigjarig jubileum van de heer G. Kaper als kaashandelaar in 1984.Kijk, hier heb ik eerder gelopen. Een sticker van een LAW en een sticker van een Streekpad. Straks even uitzoeken welke wandelingen het zijn.In de VVV in De Waag schaffen we voor €3,50 de stadswandeling aan.
Eerst even wat algemene informatie over Alkmaar. De vroegste schriftelijke vermelding over Alkmaar stamt uit de 10e eeuw, toen de stad er heel anders uitzag dan nu. De hoofdstraat was een zandweg, waar boerderijen en hutten elkaar afwisselden en waartussen kleinvee scharrelde. Vuilnis werd op straat gegooid en de varkens aten de etensresten op.
Wat zij lieten liggen was goed voor de ratten en muizen. De gezondheidstoestand was dan ook slecht. Goed drinkwater was er niet en ziektes en epidemieën waren aan de orde van de dag.
Later ging het vee door de stadspoort naar buiten om te grazen. Voor de stadsmuur lag een gracht en daarover een brug die ’s avonds werd opgehaald. Het was dus zaak weer op tijd terug binnen de poort te zijn. In 1514 telde de stad 3.500 inwoners, inmiddels zijn dat er rond de 101.000.
Hm, is dit kreekje de Zijdam of de Mient?Dit is natuurlijk De Waag. Het Waaggebouw stamt uit circa 1390 en was oorspronkelijk een Heilige Geesthuis; een gasthuis voor de opvang van arme reizigers en zieken.
Op de voorgevel aan de waterkant staat de spreuk ’S.P.Q.A. Restituit Virtus Ablatae Jura Bilancis, oftewel: ‘Moed en kracht schonken aan bestuur en burgerij van Alkmaar het verloren waagrecht weer’. De spreuk herinnert aan de succesvolle verwering van de Alkmaarders tegen de Spanjaarden tijdens de 80-jarige oorlog in 1573, waarvoor ze als dank het waagrecht in eigendom kregen. Hierna werd het gasthuis in 1582 verbouwd tot Waag. In 1712 werden onder de wijzerplaten in de toren verschillende wijze spreuken geplaatst zoals ‘Vive memor leti, fugit hora’ (Gedenk te sterven, de uren gaan snel) en ‘Singulas horas Singulas vitas puta’ (Beschouw elk uur als een afzonderlijk leven).
Van een groot plein zoals nu, was vroeger nog geen sprake. Van tijd tot tijd werden huizen afgebroken om meer ruimte te krijgen voor de succesvolle kaasmarkt. In tweehonderd jaar tijd werd het plein maar liefst acht keer vergroot tot de huidige oppervlakte.Deze voormalige pakhuizen zijn omgebouwd tot woonhuizen. Als terras zo’n drijvend geval voor je deur, prima toch!Als ik het goed begrijp, komt er mettertijd een bronzen beeld van een prostituee in Alkmaar. Er is nogal wat ophef over. Het moet worden zoals het beeldje links onder op de foto. Sowieso een knap gedicht.Dit grachtje – of het straatje – heet de Kooltuin.In de Spanjaardstraat een muurschildering van Don Quichot en zijn knecht Sancho Panza.Iets verder drie ‘struikelstenen’. Ik heb ze altijd gezien in koper, dit zijn zo te zien gebakken tegeltjes.Achter een raam staat dit beeldje voorzien van mondkapje, wel toepasselijk gezien de huidige tijd.Aan de Zijdam staat het Huis met de Kogel. De kogel doorboorde de gevel en kwam in de kamer terecht. Niemand werd gedood of gewond en ter herinnering werd de kogel aan de gevel bevestigd.Uiteraard De Waag. Ik heb een kwartier staan wachten, maar de ‘dpd’ bezorger had zeker veel pakjes te bezorgen.Aan de overkant van de gracht ‘Luttik Oudorp’ staat het ‘Huis met de Schopjes.’
Het prachtige pand uit 1609 heeft één van de mooiste trapgevels van Alkmaar.
De gevelsteen met de drie bakkersschopjes herinnert aan de tijd dat
dit het onderkomen was van de Alkmaarse koekenbakkers. De hijshaak en de laaddeuren (thans ramen) in het midden op de verdiepingen laten zien dat het imposante pand tevens dienst deed als pakhuis, in dit geval van graan. De benedenverdieping was als winkel ingericht, met luiken waarop de waren werden uitgestald.De Korenschoof aan de Luttik Oudorp 81. Nu zit er een architectenbureau in.De Remonstrantse kerk bevindt zich achter de huizen Fnidsen 35 t/m 39. De kerk is alleen te bezichtigen op vrijdag tijdens het kaasmarktseizoen.Aan de Fnidsen 81 staat ‘De Koopman’.Dit is de Bathbrug over de Mient.Iets verder ligt de Gewelfde Stenenbrug over de Mient. Hier staat ook het monument voor Truus Wijsmuller-Meijer (Alkmaar, 21 april 1896 – Amsterdam, 30 augustus 1978). Zij was een Nederlandse verzetsvrouw die voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog Joodse kinderen en volwassenen in veiligheid bracht.Hier stond vroeger de ‘kaak’, een schandpaal waaraan iemand als straf werd vastgebonden en te kijk gesteld. Het stond het publiek vrij de persoon te bekogelen met rot fruit of andere zaken.
Dit pand met de mooie gevel heet ‘De Kroon’ en stamt uit de 17e eeuw. Het heeft een rijk versierde voorgevel met een gevelsteen waarin een keizerskroon is aangebracht en daarnaast de stadswapens van Alkmaar en Hoorn. Bovenaan twee vrouwenfiguren: de Hoop (rechts) en het Geloof (links).Dit pand is ‘De Zijdeworm’ gebouwd in 1672 en was eigendom van een zijdehandelaar.De Leeuwenburg werd in 1707 gebouwd door rentenier Leeuwenburg. Hij heeft zijn naam willen uitbeelden door twee zandstenen leeuwen boven de fraai versierde gootlijst te plaatsen. De leeuwen staan zeer onelegant met hun achterwerk naar het Alkmaarse stadswapen. Dit heeft alles te maken met de minder goede ervaringen die hij had met het toenmalige gemeentebestuur. Hij vond dat hij te lang moest wachten op de bouwvergunning en ergerde zich aan de veranderingen die door de stadsarchitect in de bouwtekeningen werden aangebracht. Pas na het vierde ontwerp kreeg hij toestemming de gevel op te trekken. Tegen die tijd was hij zo kwaad dat hij de leeuwen in deze houding liet plaatsen.Zo te zien is in dit schuitje een restaurant gevestigd. Mogelijk iets voor straks.Dit is de Vismarkt. Momenteel is het een terras, maar er zit helemaal niemand.Dit moet de Sint Jacobsstraat zijn. Het ziet er hier best wel gezellig uit. Nu nog de zon erop.De Sint Laurentiuskerk. Nou, de informatie is nauwelijks leesbaar. Wat er niet op staat, is dat in deze kerk het mirakel van Alkmaar huist, het zogeheten ‘heilige bloedwonder’.
Tja, in het altaar wordt een stukje stof bewaard, met daarop drie druppels wijn, die in bloed zijn veranderd.
Wacht, ik dacht dat de kerk was gesloten, maar hij blijkt open. Er klinkt muziek en ik zie mensen gekleed in witte gewaden. Heeft dit te maken met ‘Halloween’? Tja, ik kan het moeilijk gaan vragen, er heerst hier een nogal ‘unheimische’ sfeer. Ik ga er maar snel vandoor.Het Witte Ossenhooft heeft een mooie gevel. Zo te zien is het een café, maar het ziet er nogal ‘dichtig’ uit.De Kapelkerk. Ook deze kerk is afgesloten, zo te lezen is hij te bezichtigen op vrijdag tijdens het kaasmarktseizoen.In de ‘Laat’ vinden we twee struikelstenen.In de Hofstraat staat de synagoge. Wat het informatiepaneel niet vermeld, is het feit dat voor de Tweede Wereldoorlog de Joodse gemeenschap 213 personen telde. Na de oorlog zijn er slechts zes teruggekeerd uit de Duitse concentratiekampen. De tekst op de synagoge luidt: ‘de Heerlijkheid van dit laatste huis zal groter zijn dan van het eerste’.We krijgen honger en dorst, het is alweer na twaalven. Een aantal restaurants keurden we af (te groot of te druk) en het schuitje vonden we weer te klein. Kijk, hier is bistro De Buren gevestigd. Het gebouw staat in de steigers, het schijnt ook een historisch pand te zijn. Binnen oogt het ruim (niet te groot en niet te klein) en de drukte valt mee.Als lunch bestel ik een uitsmijter. Dus vandaag toch nog gebakken eieren met spek.
Zo komt alles dus toch nog goed!Uiteraard werd om onze QR-code gevraagd, naar de bijbehorende legitimatie is mij nog nooit gevraagd. Mijns inziens ook een beetje overdreven, een mobieltje is feitelijk het verlengstuk van je identiteit, je mobieltje geef je dus nooit uit handen.
Voor beletteringen moet u dus bij KBL zijn, maar het gaat mij om de kazen en de drukte op de kaasmarkt.Aan de Oudegracht staat dit fraaie pand.Even tussendoor, ook Alkmaar ontkwam niet aan de pest. De zwarte dood (zo werd de pest genoemd omdat zwarte gezwellen ter grootte van een ei in de oksels en liezen verschijnen) heeft, net als in vele andere Europese landen, ook in Nederland behoorlijk huis gehouden. Alkmaar kreeg in 1559 een pesthuis. Pestlijders mochten zich tussen 08.00 uur en 17.00 uur niet op straat vertonen en daarbuiten alleen met een witte stok die zij voor zich uit moesten houden. Naar verhouding heeft Alkmaar minder onder de pest geleden dan andere steden, waarschijnlijk door de betere doorstroming van de grachten.
Het zwaarste pestjaar was 1656 toen 10% van de Alkmaarse bevolking stierf; in oktober van dat jaar stierven er in het pesthuis honderd mensen per week.
Aan de Oudegracht op nummer 45 ligt het Wildemanshofje, één van de sfeervolste hofjes van de stad. Boven de ingang houdt een stenen beeld van een wildeman de herinnering levend aan de goede gever. In het testament van de reder, Gerrit Florisz. Wildeman (1627 – 1702), werd bepaald dat van zijn vermogen een hofje gebouwd moest worden. De twee beelden aan weerszijden stellen de Behoefte en de Ouderdom voor: de oorspronkelijke doelgroep van dit hofje. Hier woonden oudere dames van verschillende gezindten, die eerlijk, vredelievend en uit Alkmaar afkomstig moesten zijn. Zij dienden ongehuwd of weduwe te zijn en af te zien van ‘alle verkering met mannen’. Tja, als er geen fietsen staan geparkeerd is het wel een auto en hier ook nog een boot!Op het binnenterrein is het alsof de tijd heeft stilgestaan, al wonen er nu dames die grotendeels noch oud noch behoeftig zijn en is mannenbezoek tegenwoordig wel toegestaan. Normaliter is het hofje met gepaste rust te bezoeken, maar in deze corona-tijd is het hofje niet toegankelijk. Deze foto is genomen vanuit het poortgebouw.Ook aan de Keetgracht de voormalige Stadstimmerwerf.Zomaar een fraaie gevelsteen aan de Oudegracht.We hebben al wat lichte regen gehad, maar al bij al valt het weer 100% mee, zoals te zien op deze foto van de Oudegracht.De Baangracht, in de verte is De Waag te zien.We lopen richting Singelgracht en aan het Gedempte Baansloot staat dit fraaie pand. Er zit momenteel een kapper in, maar het winkelwoonhuis uit 1901 is van algemeen belang vanwege de architectuur- en cultuurhistorische waarde als representatief en uitwendig grotendeels gaaf voorbeeld van de Art Nouveaustijl met bijzonder kleurrijk materiaalgebruik en karakteristieke detaillering. Het pand heeft tevens situationele waarde vanwege de beeldbepalende ligging op de hoek van de Zilverstraat en de Gedempte Baansloot.Dit is de Molen van Piet. De molen dankt zijn naam aan de familie Piet, die hem al enkele generaties beheert. Op oude kaarten is te zien dat er vroeger wel tien molens op de wallen stonden, omdat ze daar veel wind vingen. In de 19e eeuw zijn, met uitzondering van deze molen, alle molens op de stadswallen afgebroken. De van oorsprong 17e eeuwse houten molen werd in 1769 vervangen door dit huidige stenen exemplaar; een ronde stellingmolen voor het malen van graan.Aan Ritsevoort 2 (hoek Lindegracht) ligt het Hofje van Splinter. De tekst is slecht leesbaar, maar hierna in het kort de bijzonderheden. Helaas, in deze corona-tijd is het Hofje gesloten. Het is niet anders. De ingang ligt verstopt achter de groene houten deur van nummer 2. Daarna volgt een overdekt gangetje. Open de tweede deur. Dat mag overdag! Daarna is het prachtige intieme binnenplaatsje te zien.Het hofje is in 1646 gesticht uit de nalatenschap van weldoenster Margaretha van Splinter. Het is opgezet voor acht ongehuwde vrouwen van goede familie die tot de armoede waren vervallen. Op tijd thuis, zondags naar de kerk en geen mannen over de vloer!
Dat waren eeuwenlang de huisregels van het hofje. Deze regels zijn niet meer zo streng als vroeger, maar er wonen nog wel steeds acht ongehuwde vrouwen op dit prachtige plekje in de stad.
We lopen nu op de restanten van de oude stadswallen. Hier staan we bij ‘Het Kruithuisje’. Een buitengewoon vriendelijke man baat deze gelegenheid uit. Hij vertelt honderduit, druk heeft hij het hier niet. Ook aan ons kan hij niets slijten, de uitsmijter en de twee kopjes koffie liggen mij nogal zwaar op de maag. Nog even wat geschiedenis. Ik herinner mij nog vaag de ‘Vaderlandse Geschiedenis’ van de lessen op de Lagere School (met de Bijbel).
In 1562 lag rond de stad een stenen wal met twaalf torens en vijf stadspoorten. In 1572 besloot het stadsbestuur de stad te versterken, maar de werkzaamheden vlotten niet erg. In 1573 besloot men er vaart achter te zetten, want de Spaanse legers lagen al voor Haarlem. Vestingbouwer Adriaen Anthonisz kreeg opdracht de stad zo snel mogelijk te versterken tegen vijandelijke aanvallen. Voor het enorme werk moesten alle beschikbare werkkrachten gemobiliseerd worden; zelfs kinderen werden ingezet. Ronselaars trokken van dorp naar dorp om werkkrachten over te halen Alkmaar te helpen. Vlak voordat de stad door de Spanjaarden werd belegerd, was de omwalling grotendeels klaar.
De Spanjaarden hadden de opdracht de opstand tegen de Spaanse koning definitief de kop in te drukken. Hun opzet leek te slagen. Steden als Zutphen en Naarden werden zwaar getroffen en Haarlem werd na een vreselijk beleg op de knieën gedwongen.
De soldaten arriveerden dan ook bij het kleine stadje Alkmaar alsof het een vakantietochtje betrof. Ze legerden rond de stad en lieten het zich aan niets ontbreken.
De Spanjaarden hadden alleen niet gerekend op de listige plannen van de Alkmaarders die de dijken lieten doorsteken, waarop het water het land tot aan de rand van de stad overstroomde. Bedenk dat de polders rondom Alkmaar in die tijd nog meren waren.
De Spanjaarden raakten in paniek van al dat water en op 8 oktober 1573 zagen de Alkmaarders, dol van vreugde, de vijand vertrekken. Alkmaar was de eerste stad die zich bevrijdde van de Spaanse bezetting. ‘In Alkmaar begint de victorie’; zeggen de mensen vandaag de dag nog steeds.
Het belangrijkste van de Victorie was dat men weer moed kreeg. Op de Zuiderzee werd een Spaanse vloot de grond ingeboord en een jaar later zou Leiden, zij het met pijn en moeite, een beleg overleven. De Victorie van Alkmaar was het begin van de overwinning op de Spanjaarden, hoewel de oorlog nog tot 1648 zou voortduren. Tot op de dag van vandaag wordt 8 oktober uitbundig gevierd.
Iets verder bevindt zich dit afgesloten hek. Er is helaas geen bordje, dat is een beetje jammer.In de Kanisstraat, afijn… het bordje op de voordeur is duidelijk genoeg.Op de hoek van de Kanisstraat staat één van de oudste huizen van Alkmaar. Bronzen beeld van een ‘Man met Kalf’ van Gerrit Bolhuis (1907 – 1975). Hij is als beeldhouwer vooral bekend van dierenbeelden en oorlogsmonumenten.
Het beeld is in 1955 gemaakt en stelt een arbeider voor die een kalf wegdraagt naar het slachthuis. Het beeld kostte 12.000 gulden.
De informatie van het Provenhuys is nagenoeg onleesbaar.
Kijk, de LAW is dus het Trekvogelpad. Het loopt van Bergen aan Zee naar Usselo bij de Duitse grens. Het pad telt 400 kilometer en ik heb het in 2015/2016 gelopen.
Aan de noordzijde van de Grote Sint-Laurenskerk staat dit beeld van Maerten Pieterzoon van der Mey. Hij was een dappere stadstimmerman die tijdens de strijd tegen de Spanjaarden brieven uit de belegerde stad, in zijn polsstok verborgen, naar de Oranjegezinde gouverneur Diederick van Sonoy wist te smokkelen. Daarin werd verzocht het lage land rondom Alkmaar onderwater te zetten, wat ook gebeurde. De Spaanse troepen sloegen op de vlucht voor zoveel nattigheid. De briefjes zijn te zien in het Stedelijk Museum.Er is geen Kaasmarkt, maar toch wel. Uiteraard schaffen we hier kaas aan.
De Grote Sint-Laurenskerk is gelukkig open. Rond het jaar 900 vestigden de eerste Alkmaarders zich hier rond een houten kapel, omgeven door meren en watertjes.
De oudste resten stammen uit de 11e eeuw, toen er een tufstenen Romaanse zaalkerk stond. In de tweede helft van de 15e eeuw werd er gewerkt aan een toren, die in 1468 met donderend geweld instortte en twee nonnen mee de dood insleepte. De bouw van de huidige kerk werd in 1470 begonnen en in 1520 afgerond. De kerk is een kruisbasiliek, gebouwd in de stijl van de Brabantse gotiek. Trots is Alkmaar op het grootste inventarisstuk van deze kerk: het wereldberoemde Schnitger-orgel! Het instrument is in de 17e eeuw gebouwd door de familie van Hagerbeer en in de 18e eeuw ingrijpend verbouwd door Caspar Schnitger. Nog steeds komen organisten uit de hele wereld tijdens speciale orgelconcoursen naar de stad om het orgel te bespelen. 
Vandaag de dag heeft de kerk een multifunctioneel doel en wordt het gebruikt voor beurzen, symposia, tentoonstellingen, concerten, recepties en huwelijken.
In de Koorstraat is – zeer toepasselijk – een bandje actief. Ze hebben er zelf veel lol in.
In de Langestraat staat het Stadhuis. Het informatiebordje is wat summier, logisch natuurlijk.
Vandaar enige aanvullende informatie. Overigens, het is druk op straat, ook na enkele minuten wachten staan er toch mensen op de foto.
Onder de stadhuistrappen zijn twee raampjes: bij het linkerraampje zaten vroeger de ter dood veroordeelden en bij het rechterraampje de andere gevangenen. Twee keer per jaar kwam de beul van Haarlem naar Alkmaar gereisd om de vonnissen te voltrekken. Dit gebeurde tot 1821 in de straat achter het stadhuis. Er was altijd veel publiek bij, de kerkklok werd hiervoor speciaal geluid en kinderen kregen een uur vrij van school.
Het schouwspel was vaak zo gruwelijk dat menigeen gillend wegliep.
Geselen, vierendelen, verdrinken, onthoofden, ophangen en verbranden kwamen voor.
Na het ter dood brengen werden de lichamen naar het galgenveld even buiten de stad gebracht. Daar werden ze opgehangen als afschrikwekkend voorbeeld. In 1870 werd de doodstraf in Nederland officieel afgeschaft.Omstreeks 1500 ontbraken de middelen dit gebouw te verbeteren en stelden een aantal kerkmeesters voor financieel bij te springen. Het opschrift boven de ingang vermeldt dat in 1509 met het werk werd begonnen. Omstreeks 1520 was het gereed. In 1890 vernielde een brand een groot deel van het pand, waarbij het stadsarchief ten prooi viel aan de vlammen. In 1912 – 1914 is het stadhuis gerestaureerd en deze verbouwing betekende het begin van een lange serie. De twee beelden bij de ingang stellen ‘de Waarheid’ en ‘de Gerechtigheid’ voor. Momenteel is nog steeds een deel van de Alkmaarse ambtenaren werkzaam in dit pand en beklimmen vele bruidsparen iedere week de trappen. Het gebouw is helaas niet te bezichtigen.
Ook in de Langestraat zijn twee struikelstenen aanwezig.
Kijk, het Moriaanshoofd. Eerst de informatie van het bordje.
En nu de informatie uit de Stadswandeling. Dit van oorsprong grote patriciërshuis ontleent zijn naam aan een herberg die hier gestaan heeft. Het Moriaanshoofd werd in 1718 gekocht door Simon Schagen, een van de schepenen van de stad. In de daaropvolgende jaren laat hij het huis ingrijpend moderniseren. Zoals bij veel huizen uit die tijd liet hij zijn beroep in de gevel terugkomen: je ziet een symbolische voorstelling van ‘de goede rechter’. De beelden hebben betrekking op de deugden van de opdrachtgever, zoals wijsheid, voorzichtigheid en waakzaamheid. In werkelijkheid was Simon echter niet zo’n brave borst en verliep zijn privéleven verre van vlekkeloos. Na de dood van zijn eerste vrouw trouwde hij voor de tweede maal met een rijke weduwe. Zij bleek een jaloerse en achterdochtige vrouw. Het verhaal gaat dat op haar verzoek de erker is gebouwd, zodat zij haar man in de gaten kon houden als hij uit wandelen ging door de Langestraat. Zij was zo achterdochtig dat zij bij haar huwelijk haar bezit niet naar Simons huis bracht, waarop hij op een nacht haar obligaties stal. De zaak kwam voor de rechter en dat was niet bepaald bevorderlijk voor het aanzien van de man, die zijn huis met zijn goede eigenschappen had laten versieren.
Intussen bevinden we ons in de Gedempte Nieuwesloot. Hier staat het ‘Huis van Achten’ of ‘Hofje van Nordingen’. Het hofje van Johan van Nordingen bevindt zich net als het naastgelegen Hof van Sonoy op het oorspronkelijke terrein van het Witte Hof of Sint Maria Magdalena Klooster. Dit hofje werd in 1656 door Johan van Nordingen gesticht. Een hofje werd ook wel provenhuis genoemd. Een prove is een geschenk, dat was in dit geval uiteraard het onderdak. De bewoners van een provenhuis heetten ook wel proveniers.
Er was ruimte voor acht oude mannen, vandaar ‘Huis van Achten’. Van Nordingen had uitdrukkelijk bepaald dat er niet gelet mocht worden op de godsdienst van de bewoners. De hoofdingang zit niet onder de voorgevel, zoals men zou verwachten, maar in de smalle Lombardsteeg. Aan de straatnaam ziet u de reden: ten tijde van de bouw van het hofje was de Nieuwesloot nog niet gedempt, dat gebeurde in 1871.Iets verder is de Hof van Sonoy.Overigens, Diederick van Sonoy was geen lieve jongen. Deze keiharde Geuzenleider (1529 – 1597) en gouverneur van Noord-Holland kiest al op jonge leeftijd voor het protestantisme. Hij weigert in 1561 de eed van trouw aan de koning van Spanje af te leggen en ondertekent in 1568, samen met acht andere opstandige edelen, een overeenkomst om de Spanjaarden met geweld uit de Lage Landen te knuppelen.
Prins Willem van Oranje benoemt Sonoy, die al als geheim agent voor hem werkt, in 1572 tot gouverneur van Noord-Holland.
Diederick staat bekend als een dappere, maar ook zeer wrede strijder, voor wie iedereen als de dood is. Verdachten worden gemarteld om te ontdekken wie Spaanse sympathieën koestert. Van het klooster in Egmond laat hij de daken en goten slopen om er kogels en kanonnen van te gieten en in Oterleek gaan huizen in vlammen op, omdat de bewoners de Spanjaarden zouden hebben geholpen. Ook is bekend dat hij bij de inname van Kasteel Radbout in Medemblik vrouwen en kinderen als levend schild voor zijn aanvallende troepen uit stuurde. Sowieso in strijd met het Oorlogsrecht, maar ja, dat is van later datum.
Het is even na drieën en we zijn rond. Nou, meestal ‘halen’ we het eind van een Stadswandeling niet. Via de winkelstraat lopen we naar de parkeergarage en daarna rijden we naar de Gasterij.
Ter ‘leering ende vermaeck’ de track. Uiteraard vergat ik het om mijn GPS in de parkeergarage uit te zetten, vandaar dat de track linksboven doorloopt.De Gasterij bereiken we tegen vieren. Ik trakteer mijzelf op een glas wijn en pak De Telegraaf die we in Alkmaar (gratis) hebben gekregen. Trouwens, in de Gasterij zijn er ook kranten ter inzage. Nou, op De Telegraaf hoef ik geen abonnement. Veel ‘nieuws’ (onder andere sport) blief ik niet en het overige was mij eigenlijk al bekend.
Om halfzes gaan we aan tafel. Tja, een klein minpuntje, de soep van het moment is weer tomatensoep. Nou ja, die was gister prima, dus lusten we die nog wel een keertje.
Een wijntje erbij en lekker brood, wat wil je nog meer.Tja, vis lust ik wel, maar ik heb liever vlees. De Black Angus van gister was buitengewoon, maar die hoef ik niet een tweede keer. Hm, eigenlijk heb ik wel zin in Eendenborst, Spareribs, Kwartel, een Schnitzel of desnoods Waterkonijn. Maar ja, die gerechten staan niet op kaart. Is er soms geen vraag naar? Ik bestel een Dutch Burger, mij hoor je niet zeuren.Nou, toch wel lekker.
In een nagerecht hebben we geen zin. Speelt de uitsmijter mij op? Het wordt thee, op de foto ziet het er wel een beetje raar uit, maar met de thee is niets mis.Om kwart over zeven gaan we naar de kamer, kijken naar het journaal, lezen nog wat en gaan tijdig te bed.