Zondag 30 oktober 2016
Oldeboorn – Beetsterzwaag
Vannacht is de klok een uur teruggegaan. Mijn mobiel denkt mee en ik word keurig op de beoogde tijd gewekt. Zoals altijd bereid ik havermoutse pap en daar drink ik twee bekers thee bij op. Hoor ik Reino om zeven uur roepen dat ze vast vertrekt? Staat haar mobiel nog op zomertijd? Afijn, maakt niet uit, wij volgen wel rond acht uur.
Om vijf voor acht zijn we gereed (ik als laatste). Het is 10 graden in de plus en het weer ziet er toch goed uit met die mooie zonsopkomst. Zoals bekend was dit mijn droom, een huisje buiten met een aantal hectares grond er omheen. Daar ben ik van teruggekomen. Weiland, dat betekent de koeien op stal, dat is veel economischer. De mest injecteer je dan weer in het weiland. Je bent dan dag en nacht aan het werk en dat tegen bodemmelkprijzen. Tja, dat zag ik al aankomen toen het melkquotum eraf ging. Ik liet mij vertellen door een boer dat enige jaren geleden boeren hun melkquotum (voor veel geld) verkochten en de koeien opruimden. Tja, veel van die boeren hebben de stal weer volgezet met 100 of meer koeien! Oneerlijk inderdaad! Tegen tienen ontwaren we dit restaurant. Het zit potdicht, dat is wel een beetje jammer.
De stoelen zijn niet met een ketting strak tegen de tafels gebonden, dus gaan we er maar even bij zitten. Zoals te zien is het bewolkt, heel ander weer dan gisteren. ‘Romsicht’, dat zal wel ‘Ruimzicht’ betekenen. En het zicht is inderdaad ruim. Op de Domela Nieuwenhuisweg slaan we linksaf een grasdijk op. Na al dat asfalt eindelijk iets anders. Er valt goed te lopen, het gras is kort en het is niet drassig. Een dikke kilometer draaien we naar links en lopen verder langs het Nieuwe Diep.
Dat doen we op de dijk, hier beneden is het maar niets. Dit zijn de restanten van een schaap. Hij/zij heeft het niet gehaald. Zijn/haar soortgenoten trekken zich daar niets van aan en knabbelen rustig verder. Herfst, nog steeds. Tegenover het gehucht Ulesprong eindigt de grasdijk. Er ligt hier een handbediende veerpont, maar daar hoeven we geen gebruik van te maken. Wij lopen verder aan deze kant van de Nieuwe Diep. Wel staat er hier een bankje waar we dankbaar gebruik van maken. Aan de overkant staat een onttakelde molen. De watermolen uit 1856 heeft tijdens een brand in 1911 de wieken verloren. Er zijn plannen om de molen te restaureren, maar dit gaat naar verwachting nog wel even duren. Dit is het Sudergemaal. Het is één van de eerste elektrische poldergemalen in Friesland (1924). Het gebouw is een rijksmonument en het werkt nog steeds. Is de tekst van het informatiepaneel een beetje leesbaar? Dit sluisje bevindt zich aan het begin van de Skipsleat. Deze gaat naar Nij Beets, daar lopen we nu naartoe. Hm, dit is wel een bijzonder huis. En dit huis is in het bezit van een eigen steiger, mét sloep. Tja, zondag, alle horeca in Nij Beets zit potdicht, maar dik twee kilometer verder ontwaren we een ‘Pypskoft’ (http://halteleppedijk.nl). Is dit rustpunt open? Dat blijkt het geval en we nemen plaats in de verbouwde garage. Tjonge, dat is beter dan zelf koffie bereiden op een bankje. Trouwens, de koffie smaakt mij best. Ik heb nog (oud) brood in de rugzak, maar zo’n uitsmijter oogt een stuk appetijtelijker. En lekker hoor! We kletsen wat af met de uitbaters en Franke (de uitbater) blijkt deel uit te maken van de Padwerkgroep die het Groot-Frieslandpad heeft ontwikkeld. Tegen enen stappen we op. Nog bedankt!
Kijk, Alpaca’s, ze zijn niet goedkoop! Nog iets verder is een kerkhof. De naam is mij helaas ontschoten. Wie weet het? Wat een fraaie engel! Overigens, het fenomeen ‘engel’ berust ook op een vertaalfout. Sowieso staat hier een fraaie klokkenstoel. Hier liggen wat ‘hotemetoten’ begraven. De tekst is slecht leesbaar. Een familiegraf. En hier ligt een baron. Hij is niet erg oud geworden. Deze paddenstoel bevindt zich vlak voor de A7. Het is nog 2,2 kilometer naar Beetsterzwaag. En hier lopen we onder de A7 door. In elk geval laten we de weilanden min of meer achter ons. Het wordt ‘bossiger’, bewolkt is het wel. Op linie voorwaarts, Beetsterzwaag moet oppassen. Om halfvier lopen we Beetsterzwaag in. Ik ben hier al een aantal malen geweest, maar het blijft leuk. Beetsterzwaag is bekend omdat er hier in de 18e en 19e eeuw veel rijke adellijke families woonden. De hoofdstraat staat vol monumentale panden. Dit is één van de kleinere, het is Fockensstate. De volgende is Lyndenstein. Het oude gemeentehuis gebouwd in 1837. De Bakkerij. Het Lycklamahuis. We slaan in de hoofdstraat linksaf en lopen een parkje in. Iets verder staat de Teyens Fundatie. Tja, dit is dan weer een gewoon huis, sowieso scheelt het wel in het onderhoud. En dan wordt het weer snel landelijk en ‘bossig’. Na zo’n twee kilometer bereiken we de uitspanning ‘Het Witte Huis’. Ook hier ben ik al eerder geweest. Ik bestel een cola en krijg zo’n miniflesje van 0,2 liter gepresenteerd. En daar moet ik dan ook nog €2,30 voor betalen. Nou ja, ik zit hier warm en droog en er ligt een krant.
En bovendien vul ik mijn drie bidons met drie liter (gratis) water. Als je het zo bekijkt valt de prijs nog alleszins mee. Het zit hier trouwens eivol. Na zo’n uurtje vertrekken we weer.
Het is nu even na vieren en het wordt al snel donker!
Mag dat zomaar? Voor de boom lijkt het me niet goed, maar ja, er staan bomen genoeg. Sowieso is het knap gedaan. We hadden besloten om niet in de onmiddellijke omgeving van ‘Het Witte Huis’ onze tentjes neer te zetten, maar om nog een kilometer of vier door te lopen. Dat scheelt morgen kilometers en een trein.
Kijk eens wat een mooi vennetje! Even na vijven vinden we een mooie locatie en zetten daar de tentjes neer. Oeps, we staan hier wel in het zicht, dus moeten we morgen vroeg vertrekken. We stellen de vertrektijd op 07.15 uur, oeps, dat is wel vroeg!
In elk geval hebben we er vandaag 28 kilometer opzitten. Ok, het bekende ritueel en om kwart over zeven lig ik erin.