Zaterdag 30 augustus 2014
Heille – Isabellahaven
Om twintig over zes word ik vanzelf wakker. Ik blijf nog vijf minuten liggen, ik hoef me niet te haasten. Het is nog ietsje schemerig, de zomer loopt op zijn eind. Het is zwaar bewolkt, ik hoop dat het vandaag toch wat beter weer wordt. Ik bereid thee en havermoutse pap, die ik in de tent nuttig. Het miezert iets. Om acht uur begint het te hozen! Ik ga maar even schuilen in het toiletgebouw. Ik trek vast mijn regenpak aan, ik geloof er niet meer in (op beter weer). Na een kwartiertje is het nagenoeg droog en kan ik mijn drijfnatte tent ‘afbreken’.
Dit moet de Sierskreek zijn. Het regent nog steeds. De Elderschans ben ik in de regen ongemerkt voorbij gelopen. Een bordje heb ik ook niet gezien, wel een beetje jammer.
Om kwart voor negen loop ik Aardenburg binnen. Kijk, dat lijkt me nu zo’n typische ‘zuipkeet’ toe. Daar wordt waarschijnlijk ongehoord ‘ingenomen’. Coma-zuipen noemen ze dat. Tja, de kratten bier enzovoorts moeten leeg. Dan lijkt het mij toch beter voor de jeugd dat zij een pilsje drinken onder het toeziend oog van de café-uitbater. Deze man verdient er weliswaar aan, maar zit ook niet te wachten op excessen. Wat een bijzonder pand! Helaas, het staat niet in de wandelgids en ik heb geen idee wat het is. De Westpoort (of Kaaipoort) is de enige nog intacte stadspoort. De poort is gebouwd in 1650.Ik zie wat verregende terrassen en kijk zo hier en daar naar binnen. Op één of andere manier staat het me niet aan. Het is ook nog aan de vroege kant.
De wandeling loopt verder over de stadswallen en aan het eind moet ook horeca zijn. Dat klopt inderdaad, maar dat restaurant is gesloten. Dan maar geen KMA!
Over de verharde weg is het naar Sluis slechts zeven kilometer. Richting Sint Laureins moet ik.Dit graspad ziet er toch prima uit. Helaas is het in deze vette klei zwaar lopen. Het is niet anders.Hier is het helemaal beroerd lopen. De koeien hebben het wandelpad langs het kreekje kapot getrapt. Als ik het goed zie heet dit de ‘Oude Biezenkreek’.
Een eind achter mij lopen twee in plastic gehulde dames. Oeps, ik moet dringend een paar struiken opzoeken. Dat kan iets verder een stukje naar links. Als ik weer verder loop zie ik de dames voor mij uit langs het kreekje ploeteren. Ik heb het helemaal gehad met het kreekje en besluit over de verharde weg verder te gaan. Deze loopt min of meer evenwijdig aan de route.
Zie ik het goed? Zo te zien lopen de dames terug. Het was zeker geen doen langs het kreekje.
Een eindje verder ligt restaurant De Kreeke. Tjonge, dit is groots, echt iets voor bruiloften en partijen. Helaas is de boel gesloten! Bankjes zie ik ook niet, wel onvriendelijke bordjes dat je hier geen meegenomen etenswaren mag nuttigen. OK, het regent nog steeds, zelf koffie maken is eigenlijk geen optie.
OK, verder maar weer. Ik zit trouwens alweer een tijdje op de route. Een kilometertje verder staat een elektriciteitshuisje. Er is geen bank, maar ik kan op de tegels uit de wind zitten. Het is inmiddels zo goed als droog. Ik bereid koffie en eet er een stuk boterkoek en mijn laatste boterham bij op. Intussen bestudeer ik de kaart. Als ik hier linksaf sla richting ‘De verbrande Hofstede’ (dat is de route), dan moet ik daarna een dikke twee kilometer langs het kreekje lopen. Daar heb ik geen zin in, het is niet te doen. Ik besluit rechtdoor over de Sara Beytsweg naar Moershoofde te lopen en daar de route weer op te pikken. Kijk eens aan, de twee dames hebben mij ingehaald. Ik hoor dat zij door een boze boer zijn teruggestuurd! Dat was dus de reden dat zij omkeerden. Toch zit de boer fout, het Wandelnet heeft ongetwijfeld toestemming gevraagd (en gekregen) voor de tocht langs het kreekje. Ook de dames hebben besloten om over de verharde weg naar Moershoofde te lopen. Ik vraag de dames wel of ze van het voorval melding willen maken bij het Wandelnet. De dames gaan op pad, ik blijf nog even zitten.
Om tien voor twaalf loop ik Moershoofde (en België) in. Het is trouwens een dorpje van niets, alleen dit Mariabeeld kan er mee door. Iets verder bereik ik de brug over het Leopold kanaal. Ik meen mij van de Lagere School te herinneren dat dit een kanaal is dat er toe doet! Ik had het Noordzeekanaal al in gedachten.
Het Leopold kanaal blijkt een afwateringskanaal te zijn, gegraven tussen 1843 en 1854. Ik loop langs het Leopold kanaal en bereik een kilometer verder het pontje. Hier zit ik weer op de route. Er staat een bankje en ik trek mijn regenkleding uit. Op zich is deze villa niet verkeerd, maar ik vind die twee garagedeuren niet om aan te zien.
Je kunt je bolide’s wel lekker makkelijk naar binnen schuiven, dat is waar. Zo te zien op de kaart in de wandelgids loop ik de komende kilometers over de verharde weg door de dorpjes Kommer, Eeuwigheid, Zonne en Bisdom naar het stadje Bentille. Het is best wel een aantrekkelijk landschap, jammer dat het zo bewolkt is. In Zonne loop ik langs een kweekproject voor bedreigde vogelsoorten. Ik ben niet zo’n vogelaar, maar hier vliegen een aantal roofvogels een indrukwekkend rondje. Je kunt een geldelijke bijdrage in het busje deponeren. Tja, wat moet ik hier nu mee. Ik heb er niet zo’n goed gevoel bij. En dat gevoel blijkt achteraf juist. Update: de brave dierenvriend – Hans van Tomme – blijkt een pure crimineel te zijn. Hij is veroordeeld tot 4 jaar cel en hij heeft een boete van €90.000 voor illegale vogelhandel aan zijn broek. Verder is €725.000 aan opbrengsten verbeurd verklaart. Tonge, het is toch wat (http://www.hln.be/regio/nieuws-uit-sint-laureins/vier-jaar-cel-voor-illegale-vogelhandel-a1930856/).
Zo’n holle weg weg heeft wel wat. Je ziet niet al te veel, maar daar valt mee te leven. Tegen tweeën loop ik Bentille in. Zie ik daar een restaurant? Inderdaad! Is hij open? Inderdaad! Laat ik er hier mijn gemak maar eens van nemen. Ik bestel koffie en krijg (dit is België!) een grote mok! Prima te drinken ook nog. Ik bestel meteen een tweede bak en hoef maar €4,- af te rekenen. Met dat afrekenen moet ik even wachten, want de bardame is druk bezig om een stuk of twintig Belgische biertjes van hun dop te ontdoen.
Op het terras aan de achterzijde van het restaurant zit een man of twintig weekend te vieren.
OK, ik moet nog een kilometer of tien, inmiddels heb ik er zeker twintig opzitten.
Om half drie vertrek ik. Bentille is een echt agrarisch dorp, als ik eruit loop zie ik dat er in de garage nog hard gewerkt wordt. Buiten staat een Fendt tractor 826 Vario. Het ding heeft maar liefst 280 PK onder de motorkap. Als dat nog niet genoeg is, kun je de Fendt 1000 Vario aanschaffen. Deze kun je krijgen met motoren tussen de 380 en de 500 PK. Aan de rand van het dorp staat deze nieuwbouw-villa. Ook weer met zo’n lelijke garage aan de voorkant. Is het al herfst? Kijk, dit is tenminste helder. Zo loop je niet achteloos de GR 5A op. Overigens, de GR 5A is een rondwandeling van 560 kilometer rond het oude graafschap Vlaanderen. De noordelijke lus loopt van Antwerpen naar De Panne (aan de Noordzeekust) en maakt deel uit van de E9 (Zuid-Portugal naar Sint-Petersberg. De zuidelijke lus loopt van De Panne terug naar Antwerpen en maakt deel uit van de E2 (West-Ierland naar Nice). Kijk, zo steek je nog eens wat op. Voor het Leopold kanaal sla ik rechtsaf. Toch wel handig zo’n voetveer. Zijn de appels rijp? De kratten staan er al, dus het zal wel. Is er iemand te zien? Nee, dus ik ‘pik’ snel twee appels. Iets verder staat een bankje en meteen nuttig ik er eentje. Nou, het valt me een beetje tegen, deze appels moeten in het koelhuis zeker nog wat narijpen. Eigenlijk loopt de route aan de andere zijde van het Leopold kanaal, maar voor de afwisseling loop ik aan deze kant. Bij de volgende brug steek ik over en loop weer verder op de officiële route. Nog meer informatie, het kan vandaag niet op. Ik heb voor mijn gevoel lang genoeg over een kleiachtig graspad gebanjerd, bij de ‘Steenenschuur’ sla ik rechtsaf, daarna linksaf en loop over de verharde Noorddijk richting Isabella haven. Overigens, in de wandelgids wordt deze route ook geadviseerd.
Dit is een stuw in de Isabella-wetering, die uitmondt in het Leopold kanaal. Het is allemaal landbouw wat de klok slaat. Links voederbieten en rechts aardappelen. Op de Notelaarstraat sla ik linksaf richting Leopoldkanaal. Daar moet ik straks een stukje aan de overzijde langs, anders kom ik niet goed uit.
Opnieuw informatie, dit keer over het Leopoldskanaal. Het valt mij op dat de schrijfwijze varieert. Ik zit aan de goede kant van het water, hier sla ik linksaf. In de verte ligt het dorp Boekhoute. Ik had het al gezien op Google Maps (satelliet) dat het ‘bos’ links van mij helemaal geen bos is, maar een grote boomgaard. Wildkamperen daar is geen optie. Campings zijn er hier ook niet, ik heb mijn oog laten vallen op een bosstrook noord van de Vrije dijk.
Min of meer op de grens met Nederland staat het Isabellagemaal. Aan de Vrije dijk staat dit monument. Nou, ’t is me wat! Er staan hier wat huizen en er komt een echtpaar terug wandelen met hun hond(je). Ik vraag en krijg water van deze vriendelijke mensen. Helaas, de vrouw spreekt een dusdanig dialect dat ik niet kan volgen. Haar man vertaalt naar – voor mij – verstaanbaar Vlaams.
Helaas, de beoogde bosstrook bestaat uit kale boomstammen op een kale vlakte.
De boomkruinen sluiten wel mooi aan, maar daar heb ik niet zoveel aan. Ik loop links van het Isabellakanaal door, dat is ook de route. Verderop is bos volgens de kaart en ik zie het voor mij liggen. Een kilometer of twee verder vind ik in de bosstrook langs het Isabellakanaal een prachtig rustig plekje voor de tent. Het is zes uur, een mooie tijd om te stoppen. Het is droog, het is nog ietsje zonnig en ik zit uit de wind. Mijn tent staat al snel en ik bereid een soepje gevolgd door een Knorr-maaltijd. Het restje Merlot gaat op en na de afwas kruip ik er tegen achten in. Ik bel nog even naar Orchideetje om de GPS-locatie door te geven. Je kunt nooit weten.