Zondag 2 augustus 2009
Edam – Monnickendam
Om 07.15 uur sta ik op. De regen is iets minder geworden. Ik begin maar om mijn regenbroek aan te trekken. Na de thee en de havermoutse pap trek ik ook mijn regenjack aan. Twee dagen is het prachtig weer en nu is het helemaal mis. Mijn tent is aan de buitenkant uiteraard drijfnat, dat betekent iets meer sjouwwerk. Over een stukje grasdijk loop ik Edam in. Aan de rand van Edam staat ’t Huys de Meeuwen’, dat in 1912 gekocht werd door de Amsterdammer Willem Noothoven van Goor. Hij ging er prat op dat hij een natuurlijke zoon was van Willem III. Hij gaf het huis zijn huidige allure met veel glas, pilaren en balustrades. Zo te zien staat het leeg en kan enig onderhoud geen kwaad. In de stromende regen loop ik Edam in. Dat heb ik wel anders meegemaakt. Het is niet anders. Er is geen kip op straat, hoewel, ik zie enkele verregende toeristen in een korte broek!
Dit is het Damplein met onder de brug de sluisdeuren. Het is merkwaardig dat de fietsroute een heel ander traject volgt dan de route te voet.
Nou ja, zo zie ik Edam nog eens anders. Dit is het oudste huis van de stad, het is een houten huis uit ongeveer 1500. Een stukje verder staat de St. Nicolaaskerk uit de 15e eeuw. Het is werkelijk een immens gebouw. Te fotograferen is de kerk niet, hij is helemaal ingebouwd. De kerk schijnt mooie gebrandschilderde ramen te hebben en een mooi interieur. De kerk is te bezichtigen, maar ja, het is zondag vandaag. De kerkgangers lopen al naar binnen en ik zal me daar maar niet tussen wagen. Een mooi doorkijkje, het ziet er wat verregend uit. Een stukje verder zetelt het Hoogheemraadschap in een fraai gemeenlandshuis uit de 18e eeuw. Mwoah, zij weten het ook wel voor zichzelf te regelen. Met een bocht kom ik weer uit aan de andere kant van het Damplein. Onder de ‘bult’ zitten de sluisdeuren van het zogeheten ’t Oorgat’. Aan de andere kant van ’t Oorgat loop ik Edam weer uit, begeleid door oorverdovend klokgelui. Humor hebben ze hier ook wel. Over de Zuidpolderzeedijk loop ik richting Volendam. Ik had me al mentaal voorbereid op een drijfnatte grasdijk, gelukkig is de paar kilometer voetpad naar Volendam geasfalteerd. Tegen half elf loop ik Volendam in. Het is waarachtig al aardig druk op straat. Tjonge, toen we hier eind mei met de fiets waren, was het prachtig weer. Nou ja, de straten spoelen mooi schoon. Tja, ik was van plan om naar Marken te varen, dat hoort ook bij het traject. Wat zal ik doen? In de regen is er ook niet veel aan. Tot mijn verbazing mindert de regen.
OK, ik koop een retourtje en de lokettist biedt aan om mijn rugzak in zijn kantoortje te zetten. Dat is nu eens service! De (eerste) boot gaat over een half uur, ik heb precies tijd voor een bakje koffie. Aan mijn tafel komt een rasechte Volendammer zitten, jammer dat deze mannen niet meer in klederdracht lopen. Hij begint in het Volendams dialect een gesprek met de serveersters. Het is een bizar taaltje. Ik vraag hem wat hij van het weer denkt. ‘Nou, vanmiddag wordt het droog’, vertelt hij me. Ik kijk hem bewonderend aan en zeg dat hij er als Volendammer zeker wel kijk op heeft. ‘Ach’, zegt hij, ‘ik heb het op de TV gezien.’ Om 11.15 uur gaan we varen en 25 minuten later zijn we in het haventje van Marken. Zoals bekend is Sijtje Boes al vele jaren geleden overleden, maar haar naam leeft voort. Ik loop Marken in en maak wat foto’s. Het is droog, maar daar is alles ook mee gezegd.
De route houdt een rondwandeling op Marken in. Dat doe ik dus trouw. De lage dijk is voorzien van verharding. In de verte nadert de bocht en rechts de vuurtoren. En dit is de vuurtoren van dichtbij. Op het smalle dijkje zie ik een bermmonument. Helaas staat er geen bordje bij. Is dit wel een bermmonument? Wie het weet mag het zeggen. Als ik de N518 oversteek ga ik twijfelen. Ai, ik ben veel te ver doorgelopen, ik had al bij het gehucht Rozewerf de dijk af moeten gaan. Nou ja, nu loop ik maar door tot het haventje.
Ik heb dus het hele ‘eiland’ gerond. Als ik de haven inloop zie ik de Markenexpress precies wegvaren. Die heb ik dus gemist. Gelukkig varen ze vandaag met vier boten heen en weer, dus al snel komt de volgende aanvaren. In Volendam loop ik de dijk af. Er is veel volk op de been, uiteraard allemaal toeristen.
Aan het eind van Volendam ga ik de grasdijk op. Beneden mij is een huis in aanbouw en er staan mensen te fotograferen. Zijn dit de nieuwe eigenaren? Of is er iets bijzonders met dit pand aan de hand? Is dit toevallig het huis van Jantje Smit en zijn vriendin?
Ach, haar naam is me ontschoten, maar zij schijnt bekend te zijn van de TV. Ach, laat ook maar, ik ga verder. Ja, zo ziet een grasdijk er dus uit. Dit keer zonder schapen en overstapjes, maar die zijn nooit ver weg. Die Volendammer krijgt gelijk, het is droog en ik zie zowaar al iets blauw. Ai, dit huis is wel mooi, maar er zit wel een boel onderhoud aan. De buxushagen zien er prima uit. Mijn complimenten. Tegen half vier loop ik Monnickendam in. Ach, in mei hebben we hier uitgebreid rondgekeken. Nu volsta ik met twee foto’s. Om 15.40 uur sta ik bij de bushalte. Is het wel de juiste? Ik vraag het maar even aan twee dames en zo te horen zit ik goed. Inderdaad, bus 111 komt volgens dienstregeling om 15.58 uur aanrijden. Op Amsterdam CS pin ik snel een kaartje en loop in hoog tempo naar spoor 14b. Ai, de trein staat op het punt van vertrek. Dit keer zit het mee. Nog redelijk op tijd arriveer ik in ons dorpje en loop meteen door naar de Italiaan. Tja, we moeten de klandizie een beetje verdelen. Het smaakt me in ieder geval prima, zeker met het rode wijntje erbij. Het Zuiderzeepad zit erop. Vandaag heb ik er dik 28 kilometer opzitten en in totaal 400 kilometer. Als laatste nog even mijn medische situatie. Ik heb op 20 juli een CT-scan gehad. Aanstaande donderdag, 6 augustus, moet ik opdraven voor de uitslag. Ach, ik voel me 100%, het zal toch wel goed zijn?