Veluwe Zwerfpad (jan 2008)

Lieve lezer(essen)s van mijn wandelavonturen,

Reisverslag Veluwe Zwerfpad van Vaassen naar Harskamp
van vrijdag 25 januari t/m zondag 27 januari 2008

Vrijdag 25 januari 2008
Vaassen – Elspeet
Vorig weekend heeft het bijna ononderbroken geregend. Nu ziet het er een stuk beter uit, het is droog. De temperatuur zit rond het vriespunt, helaas geen sneeuw. De verwachting is dat de temperatuur vanmiddag oploopt tot 10 graden boven nul. En dat voor januari! Zou die opwarming van de aarde dan toch een feit zijn?
Ik wil de trein nemen van 08.05 uur, maar als ik op het perron sta zie ik op het digitale bord dat de trein 10 minuten later vertrekt. Vertraging dus. De bus in Zwolle ga ik missen. Even later wordt de vertraging met 5 minuten ingekort. Dat geeft de burger moed, met wat geluk haal ik mijn bus. Gelukkig verloopt de treinreis verder zonder problemen. Ik heb in Zwolle een minuut of vijf om de bus te halen. Het is even zoeken, maar al snel zie ik Karel staan. Hij neemt dezelfde bus, dat treft. We praten bij tot de bus komt voorrijden. Het is nog een hele rit naar Vaassen, maar liefst 50 minuten. Goed, dan heb je ook wat, je rijdt de halve Veluwe over.
In Vaassen wacht ons direct een teleurstelling, snackbar ‘Kokkie’ is gesloten. Hier had ik voor vertrek nog een bakje koffie willen drinken. Dat gaat niet door. Reino komt aanlopen, zij is met de auto gekomen. Tja, Kokkie is dicht, wat nu? We moeten sowieso nog op Sjef wachten, dus besluiten we het dorp in te lopen op zoek naar een restaurant. Op het Marktplein zitten er een stuk of drie restaurants bij elkaar. Allemaal gesloten! We vragen het even en we horen dat we iets verder het dorp in moeten lopen. Al snel zien we Tearoom Reijrink en deze is gelukkig open. Als we zitten gaat mijn mobiel. Het is Sjef die zojuist is aangekomen in Vaassen. Ik leg hem uit waar we zijn en bestel koffie. Even later zijn we compleet en om 10.20 uur starten we.
De routebeschrijving is nogal warrig. Zoals het hier op papier staat is het heel ongebruikelijk. Ik zal de wandelorganisatie hiervan in kennis stellen. Gelukkig had ik thuis Route 66 geraadpleegd, dus ik sta niet met lege handen. Via de Torenlaan bereiken we al gauw het Kersendijkje. Het zonnetje staat er mooi op en links van ons ligt kasteel Cannenburgh, zo te zien wordt er hard gewerkt in de kasteeltuin en de gracht. Kasteel Cannenburgh was van 1543 tot 1555 de woonplaats van Maarten van Rossum. Overigens, Maarten (ook wel: Marten) van Rossum heeft niet zo’n beste naam. Hij was de bevelhebber van Karel van Egmond de Hertog van Gelre. Zijn veldtochten (lees plundertochten) in Overijssel en Utrecht waren gericht tegen de Habsburgerse vorst Karel V. In 1528 trok hij op naar Den Haag waarna de burgers de duinen invluchtten. Elk huis werd geplunderd en beladen met rijke buit keerden de troepen terug. Later kwam Brabant aan de beurt en zelfs de kloosters waren niet veilig voor Maarten. Schatrijk werd hij ervan. Tijdens het seizoen is het kasteel te bezichtigen, ik moet hier maar eens terugkomen. Het is hier nogal landelijk. De wijnvaten doen €50,- en ik vind het goed aan de prijs. Hier een stukje huisvlijt, een boomstronk is omgetoverd tot een vos en een toekan (?). Nog een klein stukje verder en we zijn weer op de ‘echte’ Veluwe. Bos en hei, en dan weer voornamelijk bos. De plassen van het vorig weekend zijn nog niet allemaal verdwenen. Hier komen we bij de buurtschap Gortel. Er staan hier vier bijenkasten, voor mij persoonlijk een beetje nostalgie. De bijen vliegen niet, het is mijns inziens een mooie dag om te ontlasten. Gortel is één van de laatste plekjes op de Veluwe, die nog de sfeer van voormalige tijden ademen. Het dorpsgezicht is beschermt, dus ook na ons kan men zich hier verbazen.
Er wonen hier maar een handvol mensen, toch is er een kerk en een school.
De reformatorische school trekt kinderen uit de wijde omgeving, tot Nunspeet aan toe. We lopen Gortel uit en steken de Vierhouterweg over. Rechts van ons strekt zich de Gortelse hei uit. Die houden we aan de rechterhand en lopen verder door de bosrand.
Tja, ‘s zomers staat er hier iets verderop de beroemde Italiaanse ijskraam van Jan Rozeboom. Hier worden dan tientallen soorten ambachtelijk ijs verkocht. Ik zeg er maar niets over.
Op de noordpunt van de Gortelse hei zien we dat we nog 4,5 kilometer moeten tot Vierhouten. Het is bij half een, oftewel lunchtijd. Een bankje zien we niet, maar langs de weg gaat het ook prima. Een zitlap op het zachte gras zit net zo lekker en koud is het al helemaal niet. De weersverwachting klopt, het is ruim 10 graden boven nul. Ik had nog wel sneeuwballen willen gooien! Helaas, dat zit er niet in. Even na enen stappen we weer op en bereiken na 5 minuten ‘Het verscholen Dorp’.
Ach, hier staan banken, en ik had het kunnen weten want ik ben hier vaker geweest.
Het informatiebord van Staatsbosbeheer staat hier en de zwerfkei ter herinnering  aan Tante Cor en Opa Bakker. En dan natuurlijk drie nagebouwde hutten. In de oorlogsjaren hebben er een tiental van deze hutten gestaan. Helaas is het tragisch afgelopen. Op 29 oktober 1944 ontdekken twee Duitse soldaten die aan het jagen zijn het dorp. Ze gaan erop af en lossen enkele schoten waarop de 87 onderduikers het bos invluchten. De soldaten gaan versterking halen en zij weten 8 onderduikers gevangen te nemen. Deze onderduikers worden aan de Tongerenseweg doodgeschoten, nadat zij eerst zelf hun graf moeten graven. In 1995 is op deze plek een gedenksteen geplaatst. Opa Bakker heeft de oorlog niet overleefd, hij werd op 2 maart 1945 door de Duitsers gefusilleerd. In de onmiddellijke omgeving van ‘Het Verscholen Dorp’ is een zogeheten ‘processor’ aan het werk. Het is een Caterpillar, meestal zie je de ‘Timberjack’. Tja, dit is een machine die klopt, veegt en zuigt! Het is eigenlijk een tractor voorzien van een arm waar een zaagkop op zit. Deze zaagkop wordt hydraulisch bediend. Om te beginnen wordt de om te zagen boom in de houdgreep genomen. Dan wordt de ingebouwde kettingzaag aan het werk gezet en tegelijkertijd wordt de boom – van de processor weg – gekanteld. Daarna wordt de boom met behulp van scherpe tandwielen door de zaagkop getrokken. Met scherpe messen worden de takken verwijderd en tegelijkertijd wordt de boom op de vooraf ingestelde lengte in stukken gezaagd. Het is de kunst om deze stukken mooi op stapeltjes te verzamelen, zodat de zogeheten ‘uitrijcombinatie’ de lengtes snel kan afvoeren naar de weg. In de cabine kan de machinist continu aflezen hoeveel lengtes hij al heeft gezaagd en hoeveel kubieke meters het betreft. Dit gaat natuurlijk sneller dan met de hand, maar het bos en de bomen moeten zich er wel toe lenen. Om rendabel te kunnen werken moet zo’n machine eigenlijk ‘klokrond’ worden ingezet. Daartoe is er een behoorlijke batterij schijnwerpers aan boord. Ik vind het fascinerend om te zien. De anderen zijn al doorgelopen, dus ik moet er even tegenaan om ze in te halen. Deze hei heet: Hendrik Mouwenveld, genoemd naar de toenmalige schaapherder. Even na tweeën lopen we Vierhouten in. Tijd voor een ‘bakje’. Dat nuttigen we bij Hotel-restaurant ‘De Foreesten’. Ik vergeet zowaar om even een foto te maken van dit karakteristieke pand. Even na drieën stappen we op. Eerst lopen we over De Paasheuvel, één van de grotere campings van Nederland. Daarna komen we op de Elspeetse Heide terecht. Ai, één van de voormalige oefenterreinen van Defensie. Hier heb ik toentertijd regelmatig met de YP-408 rond gejakkerd. Nu doe ik dat te voet. Hier een opengewerkte grafheuvel met daarin verwerkt een Trechterbeker. Het volk wat hier zo’n 2.000 – 3.000 jaar voor onze jaartelling woonde, is naar dit aardewerk genoemd, het: Trechterbekervolk. Tegen half vijf lopen we Elspeet in. In het centrum ziet het er allemaal spic-and-span uit, hier staan nog wat opknappertjes. Ach, ik wil sowieso niet in Elspeet wonen, dus laat maar. Het begint al iets te schemeren, toch is het nog niet donker genoeg om onze wildkampeerplek op te zoeken. Daarom frequenteren we ‘Het Vergulde Hert’ en drinken daar een hartversterking. Helaas zijn alle campings dicht, maar vorige week heb ik al een mooie locatie gevonden. Daar lopen we rond halfzes naartoe. Het ligt dichtbij de weg naar Nunspeet, dus horen we het verkeer langsrijden. Toch is dat een voordeel, want mochten wij – per ongeluk – lawaai maken, dan valt dat geluid weg. Idem voor wat betreft onze hoofdlampjes. Ik heb wel een goed gevoel bij deze locatie, we zullen hier niet gestoord worden. Het is nog net niet helemaal donker als ik mijn tent opzet. Zoals gewoonlijk bereid ik eerst een kerriesoep en daarna een Knorr maaltijd. Het smaakt me weer prima, vooral met de witte wijn erbij.
Na de afwas ga ik even languit op mijn slaapzak liggen. Het is helemaal niet koud, ik hoef er niet eens in te kruipen. Ik pak het boekje er even bij om de route voor morgen te bekijken. Daarbij zet ik mijn koptelefoon op en zet de radio aan. Tja, mijn nieuwe mobiel heeft radio aan boord. Ik luister een tijdje naar een uitzending over Elvis. Een of andere wijsneus weet er veel vanaf, maar helaas, er worden geen platen gedraaid. Dat schiet niet op natuurlijk. De andere FM-stations bieden ook niet veel. Gelukkig zit er ook nog een MP-3 speler op deze mobiel. Ik heb er om te beginnen 235 tracks opgezet, dat moet voorlopig genoeg zijn. Tot half negen lig ik te genieten en te lezen, daarna kruip ik erin.