Zaterdag 26 januari 2008
Elspeet – Putten
Om half zeven gaat mijn mobiel. Ik hoor hem ook nog. We staan niet zover uit elkaar en later hoor ik dat iedereen mijn mobiel heeft gehoord. Ik ben vannacht een paar keer wakker geworden, maar toch heb ik prima geslapen. Het is nog aardedonker, dat is alleen maar gunstig. Snel kleed ik mij aan, het is helemaal niet koud. Dat heb ik in het verleden wel anders meegemaakt. Geeneens ijs op de tent, en dat in januari. Ik maak eerst thee en daarna havermoutse pap. Voorlopig kan ik er weer tegen. Het heeft vannacht behoorlijk gewaaid, daardoor is mijn tent van binnen en van buiten zo goed als droog. Tegen 08.00 uur zijn we gereed voor vertrek. Intussen is het zo goed als licht. Eerst lopen we door het bos en al spoedig bereiken we het westelijke gedeelte van de Elspeetse Heide. Na een uurtje steken we de Stakenberg weg over en komen op de Stakenberger Heide. Oeps, hier stonden we vroeger altijd in bivak. Daarna is het weer allemaal bos. De zwijnen hebben ook weer goed huisgehouden vannacht, de sporen zijn nog vers.
Deze beestjes hebben behalve aan eikels en beukenootjes ook behoefte aan eiwitrijk voedsel. Dat vergaren zij in de vorm van wormen en emelten. Zien doen we de zwijntjes niet, dat is een beetje jammer. Tegen half tien lopen we langs en gedeeltelijk door het Hulshorster Zand. Vooraan op de foto ligt het zand vast, hier zal op den duur bos ontstaan. Tegen tienen zien we een bankje. Koffietijd! Een ober is niet te zien, dus dat betekent dat de brander er aan moet geloven. Geen appeltaart, maar gelukkig heb ik nog een stuk boterkoek in de rugzak.
Even verder staat een leuke woning, we zitten hier tenslotte vlakbij Hulshorst. Gezellig pratend lopen we verder en komen er bij de paddenstoel achter dat we te ver doorgelopen zijn. Ik wil met een bocht over de Poolse Weg weer op de route komen. Toch doe ik dat verkeerd, maar gelukkig bemerkt Sjef de fout. Met een extra bocht komen we weer op de route.
Nu krijgen we een bijzonder mooi gedeelte langs de Leuvenumse Beek. Gelukkig staat het zonnetje er mooi op, dat scheelt. Wat wel jammer is, er moeten hier ijsvogeltjes zitten, maar die laten zich niet zien. Rond half twaalf zijn we bij huisje De Zandmolen. Hier vlakbij heeft aan de Leuvenumse Beek een watermolen gestaan. Deze werd gebruikt om van lompen papier te maken.
De watermolen is in 1865 afgebroken. Hier een bruggetje met een (niet goed zichtbaar) minieme waterval. Ik denk dat de watermolen hier gestaan heeft. Nog even verder staat Het Roode Koper (let op: Roode met twee o’s!). Het is in 1910 gebouwd als buitenverblijf van de familie Van Limburg Stirum in een smeltkroes van stijlen waarin de Engelse landhuisstijl met Indisch-koloniale accenten domineert. Tja, hier kun je echt geen KMA bestellen. Hier wordt op chique geluncht en gedineerd. In een dolle bui ben ik in het verleden eens langs het terras gelopen, je weet niet wat je ziet. Goed, voor een weekendje met z’n tweeën ben je hier minstens €600.- kwijt. Maar dan heb je wel wat! Echt een aanrader! Even verder ligt iets van de route af De Zwarte Boer. Dit restaurant is onlangs in andere handen overgegaan en wordt nu compleet gerenoveerd. Zo te horen komen er ook kamers, zodat randstedelingen eens een weekend van de Veluwe kunnen genieten.
Ik neem aan dat het iets minder chique gaat worden dan Het Roode Koper, oftwewel voor elk wat wils.
Tja, hier zo rond De Zwarte Boer bevindt zich een kleine landbouwenclave met vooral weiland. Het is alweer na twaalven en nog een kilometer of zes naar de Schaapskooi. Het wordt wel erg laat als we daar gaan lunchen, daarom doen we dat zittend in het zonnetje achter een grote houtstapel. Even ter informatie, dit hout is met de processor gezaagd wat te zien is aan de ‘tandafdrukken’ in de schors en zo te zien is dit hout bestemd voor de spaanplaat industrie. Vezelhout noemen bosbouwers dit. Rond enen stappen we weer op en lopen eerst door het bos van landgoed Ullerberg. Daarna steken we de Flevoweg over en komen op de Ermelose Heide uit. Bijzonder is dat er iets verderop een Romeins marskamp is geweest. Enkele duizenden Romeinse soldaten hebben hier een aantal dagen gebivakkeerd. Deze jongens waren ook een eind van huis.
Tegen tweeën bereiken we de Schaapskooi. Rechts is de ‘echte’ schaapskooi en links het bezoekerscentrum. We zitten daar genoeglijk een wijle rond de spekstenen houtkachel en drinken koffie uit de automaat. Druk is het niet, maar dat wordt binnenkort anders. Vanaf het vroege voorjaar tot ver in het najaar is het hier altijd een komen en gaan van toeristen.
Na de Ermelose Heide wacht ons het Speulderbos. Hier zijn een aantal sparren geveld door de storm. Op zo’n moment moet je maken dat je uit het bos komt! Op naar Putten, hoewel, het boekje laat ons via het landgoed Oud-Groevenbeek minstens vijf kilometer omlopen. Rechts de druivenkas en links de voormalige watertoren. Een monumentale (rode) beuk, helaas is de beuk die aan rechterkant van het pad stond een paar jaar geleden ziek geworden en gerooid. Ook deze beuk gaat het niet redden, de voet is aangetast door schimmels. De bomendokter is geweest en heeft de grond geïnjecteerd en de stam wit geschilderd tegen zonnebrand. Persoonlijk geef ik de boom nog een jaar of twee, drie, dan wordt het te gevaarlijk door dode takken die omlaag komen. Achteromkijkend landhuis Oud-Groevenbeek. Het werd gebouwd in 1907 nadat de nieuwe eigenaar, J.H. Schermbeek, het oude landhuis uit 1870 had laten afbreken omdat het te klein was. De statige villa die er nu staat is gebouwd in Jugendstil. Het gebruik van materialen als gekleurde tegels, ijzer, glas en geglazuurde baksteen, wat aan de buitenkant van de villa goed is te zien, is karakteristiek voor deze stijlperiode. Het huis is in bezit van Natuurmonumenten en momenteel zijn er een aantal kantoren gevestigd. Dit is de watertoren uit 1912 die toentertijd de villa en de druivenkas van water voorzag.
In 1994 heeft Natuurmonumenten de totaal vervallen watertoren in oude luister hersteld en de kelder geschikt gemaakt voor de bewoning door vleermuizen. Verder door bossen – waar behoorlijk geoogst is – en langs weilanden naar Putten. Hier staan we een moment stil bij de gedenksteen bij de kerk. Als represaille na de aanslag op een personenauto van de Duitse Wehrmacht werden van hier 661 Puttenaren afgevoerd naar het concentratiekamp te Amersfoort. Vandaar zijn er 601 mannen afgevoerd naar Duitse concentratiekampen en de meesten als gevolg van de ontberingen omgekomen. Uiteindelijk overleefden 48 mannen. Nog steeds is dit trauma in Putten voelbaar aanwezig. Terwijl wij hier zo staan komt een Puttenaar naar ons toe.
Zo te zien wil hij ons informeren, maar ik zeg al direct dat ik precies weet wat er hier gebeurd is.
Tja, het is half vijf en nog te vroeg om onze wildkampeerlocatie ‘De Bosrand’ te betrekken. Er lopen nu nog veel te veel hondenuitlaters rond. Iets verder is restaurant ‘t Puttertje waar wij neerstrijken. Hier verblijven wij een uurtje en zien ondertussen de krant in.
Vooral De Telegraaf heeft veel ruimte vrijgemaakt voor ‘Wilders’. Ik ben blij dat de film is uitgesteld. Ik ben er niet gerust op. Tegen half zes stappen we op en lopen Putten in oostelijke richting uit. Ook deze wildkampeerlocatie heb ik vorige week verkend, dus loop ik er zo naartoe. Het begint al aardig donker te worden, toch komen we nog een aantal hondenuitlaters tegen. Ik hoop dat het de laatsten zijn. We draaien van de route af en lopen verder over de Driewegenweg. Ai, een paar honderd meter terug staat het huisje van de oma van Christel Ambrosius. Christel is daar in januari 1994 verkracht en vermoord. De dader(s) zijn tot heden niet opgespoord. Weliswaar zijn twee Puttenaren in 1995 veroordeeld tot 10 jaar cel, maar in april 2002 vrijgesproken. Helaas heeft de recherche vele, vele fouten gemaakt waarbij waardevolle sporen en bewijsmateriaal verloren is gegaan. De dader (ik denk dat het er één is), zal hooguit door toeval worden gevonden. Goed, het is niet anders.
Update: op 20 mei 2008 is de 33-jarige Ronald Pieper aangehouden die ten tijde van de moord op enige honderden meters afstand van Christel woonde. In 2005 mishandelde Ronald zijn partner en werd daarvoor veroordeeld. In 2007 moest hij in verband daarmee DNA afstaan en dat matchte. In eerste instantie werd Ronald veroordeeld tot 15 jaar cel, maar in hoger beroep dat op 10 november 2011 diende, werd dat 18 jaar.
Wij lopen nog iets door waar ik een mooi bosrandje uit het zicht weet. Aldaar zetten we in het laatste restje licht onze tentjes op. Rond zes uur staat het water op voor de kerriesoep en even later voor de Knorr maaltijd. Met het restje witte wijn erbij smaakt het me weer prima. Om zeven uur heb ik afgewassen en lig nog een uurtje op de slaapzak met mijn MP3 speler annex mobiel. Ik bel nog even naar huis, alles is goed. Om half negen duik ik in de slaapzak.