Vrijdag 28 maart 2014
Holthees – Sint-Anthonis
Om zes uur word ik uit mijzelf wakker. Ai, ik heb prima geslapen en heb het niet koud gehad in mijn (winter)slaapzak. De Omsak had ik sowieso thuis gelaten, die is alleen nodig bij temperaturen (ver) onder nul. In de tent staat de thermometer op zes graden in de plus. Zoals altijd bereid ik havermoutse pap en drink er twee bekers thee bij.
Om acht uur rekenen we af (€7,30 p/p), dat valt alleszins mee. Het is zonnig en al 8 graden in de plus.
We zitten al snel op de route en hier heeft iemand een ‘Pieterpauze’ geïnstalleerd.
We nemen hier een stukje ‘Pieterpad’ mee. Leuk natuurlijk, maar zet er dan ook een thermoskan koffie/thee bij en een gevulde koektrommel. Nu lopen we maar door. Iets verder staat de kapel van Holthees. Uiteraard ontbreekt het kruisbeeld niet, dit keer mét kruis. Weer iets verder steken we de spoorlijn over. Wat is dit nu? Het bordje vermeldt de namen van: Emmy Jeuken en Gertjan Bienenmann en de datum: 23 april 2000. Even Googlen leert dat dit inderdaad een bermmonument is. Beiden zijn hier op de toentertijd onbewaakte overweg om het leven gekomen.
Albert bespeurt weer een hoogzit. Er zijn er genoeg, maar je moet er wel op letten. Tegen half negen steken we de A73 over. Er zit al heel wat verkeer op de weg. Waar gaat iedereen toch naartoe? Meteen lopen we de Overloonsche Duinen in. Hier is door de geallieerde parachutisten in september 1944 zwaar gevochten. Deze operatie staat bekend onder de codenaam: Market Garden. In 2004 is de wandelgids ‘Airbornepad Market Garden’ uitgegeven.
De wandeling met een lengte van 220 kilometer start in Lommel (België) en loopt naar Arnhem. Het is geen ‘echte’ LAW, maar een optie om te zijner tijd te lopen. Tegen half tien lopen we Overloon in. Hier is het oorlogsmuseum Overloon gevestigd.
Het is alweer vele jaren geleden dat ik een bezoek bracht aan dit zeer interessante museum. Nu hebben we geen tijd om het museum te bezoeken, maar hopelijk kan ik dat inpassen in de Airbornepad wandeling. Voor het museum staat een Sherman tank opgesteld. Warme bakker Degen is open! Hier genieten we de KMA in de vorm van koffie met rijstevlaai en slagroom. Nou ja, best wel redelijk van kwaliteit. Om twintig over tien stappen we weer op en verlaten via een gebloesemde straat Overloon. En boomkwekerij met Thuja’s zo te zien. Persoonlijk ben ik voor ‘oerbos’. Haal alleen de dikste bomen weg (er moet toch iets verdiend worden) en laat het bos verder aan zichzelf over. Maar ja, naar mij wordt nooit geluisterd. Sowieso krijg ik het warm. Rond negen uur had ik mijn Australian fleece al uitgetrokken en nu volgt mijn lange onderhemd. Ik loop nu verder in een T-shirt en mijn softshell.
Overigens, we lopen nu door de Helderse Duinen, een boscomplex afgewisseld met kleinschalige landbouw. Waar staat Albert naar te kijken? Hij heeft weer een hoogzit waargenomen. Aan de Helderse Dijk en het Afleidingskanaal staat deze grenspaal. Land van Kessel staat erop. Zo te zien is het ding nagelnieuw. Er staat hier ook een informatiebord. Ik hoor van Albert dat er liefhebbers zijn, die alle grenspalen met onze buurlanden trachten terug te vinden. Mijn Nikon GPS heeft het coördinaat niet ‘genomen’ (daarvoor moet ik minstens een minuutje stilstaan), maar dit moet wel het afleidingskanaal zijn. Het kanaal loopt precies op de grens tussen Noord-Brabant en Limburg en vormt de verbinding tussen het Defensiekanaal en de Maas. Nog een plukje bos en daarna lopen we De Peel in, maar eerst ‘maken’ we pauze. Tja, dit is het gebied van de mega(varkens)stallen. Het is niet anders. Zoals bekend ben ik een liefhebber van kaarsrechte asfaltwegen. OK, het is even doorbijten, maar straks wacht ons een interessant gebied. Kijk, hier begint het al. We ‘stuiten’ op de Peel-Raamstelling. In 1939 (!) kreeg de Nederlandse regering in de gaten dat Hitler weinig goeds in de zin had. Ter verdediging werd in allerijl het Defensiekanaal – met de hand – gegraven door gemobiliseerde soldaten, werklozen en burgerwerknemers. Het Defensiekanaal (ook wel Peelkanaal genoemd) loopt van Griendtsveen naar het riviertje de Raam, net noord van Mill. Achter het Defensiekanaal werden vele honderden kazematten gebouwd. Helaas, het mocht allemaal niet baten, al na één dag viel de Peel-Raamstelling. Vanaf nu gaan we verder in noordelijke richting langs het Defensiekanaal/Peel-Raamstelling. Kijk, hier staat weer een kazemat. Velen zijn er opgeruimd, maar gelukkig ziet men nu de historische waarde in van deze kazematten. Ik herkende het al op de kaart in de wandelgids, hier is het voormalige mobilisatiecomplex Rips-Oploo gesitueerd. Toentertijd waren er meer dan 100 van deze mobilisatiecomplexen waar het materiaal voor de te mobiliseren troepen lag opgeslagen. Na de val van de ‘Muur’ in 1989 zijn vele mobilisatiecomplexen gesloten en teruggegeven aan de natuur. De woningen van de (honden)bewakers zijn verkocht. Opnieuw een kazemat. Met het schootsveld is het dik in orde, hoewel…
Zo te lezen is het Defensiekanaal 10 meter breed en 1.80 meter diep. Zowel de breedte als de diepte is mijns inziens zwaar overdreven. Gelukkig geen asfalt, maar ook hier is het doorbijten geblazen. Ik neem aan dat de bomen er in 1940 niet stonden. Nou, het is voorjaar. Dit watersijsje is met haar kindjes aan het zwemmen. Twee kindjes? Zijn de anderen al opgegeten? Het valt mee, we zien nog een aantal achterblijvers. Zomaar een doorkijkje. Deze boomstronk is overdekt met ‘tonderzwam’. De tekst op de gedenksteen is volstrekt onleesbaar, maar het betreft hier de ‘Justitieplaats’. In de middeleeuwen werden hier misdadigers ‘gehangen’. Een doorkijkje. Ligt daar in de verte Huize Bronlaak? Als ik de GPS gegevens raadpleeg moet dat wel. Even verder steken we de N272 (Gemertseweg) over. Dit huis kan er wel mee door. We lopen een paar honderd meter langs de Germertseweg en slaan dan linksaf. We vervolgen onze weg langs het Defensiekanaal. Oeps, het is een hele uitdaging om zo’n kanaal met schep en kruiwagen uit te graven. Even een foto achterwaarts, zo ziet het er toch anders uit. Een dikke kilometer verder slaan we rechtsaf het Sint Anthonisbos in. We ‘maken’ nog een keer pauze en lopen dan bijna helemaal om het Peelven heen.
Het ziet er drassig uit, maar een ven ontwaar ik niet. Verder door het bos. Soms toont het wat somber, maar dan weer zonnig. Ergens links ligt het natuurkampeerterrein Peelven. Per abuis had ik dat in de planning versleten voor het natuurkampeerterrein De Vlagberg. Dat ligt zeker een uur lopen verder. Ja, zo kun je – op papier – gigantisch de mist ingaan. OK, nog even doorbijten.
Wat verder lopen we eerst langs en daarna over het heidegebied de Ullingse Bergen. Zo te lezen grazen hier Schotse Hooglanders en Kempische heideschapen. Vandaag zeker niet, want ik zie er niet een. Het loopt tegen zessen en we lopen natuurcamping De Vlagberg op. Albert en ik zijn lid van deze organisatie, dus vullen we het formulier in en deponeren dat in de bus.
De verschuldigde €5,70 wordt van onze rekening afgeschreven. We zoeken een mooi plekje uit en zetten onze tentjes op. Nou, riant! Het valt me op dat het tamelijk druk is, velen zijn er met dit mooie weekend op uitgetrokken. Eerst bel ik even naar Orchideetje en daarna bereid ik een kerriesoepje en een Knorr-maaltijd. Dit alles begeleid door een bekertje rode wijn en mijn pilletjes. Tot slot een beker thee. Vandaag heb ik een liter chocolademelk, een liter bitter lemon en een liter water op. Dat lijkt veel, maar eigenlijk is het te weinig. De beheerder komt langs en ik merk even later dat hij ook het tweede (naastgelegen) toiletgebouw heeft geopend. Ai, dat ziet er prima uit en het is nog verwarmd ook. De douche is ook prima, mijn complimenten. ’s Winters ontberen we deze luxe, maar op een of andere manier gaat dat ook prima. Tegen achten duik ik de slaapzak in. Ook vandaag hebben we er zo’n dertig kilometer opzitten, ik ben wel toe aan rust.