Woensdag 26 december 2012
Anderen – Borger – Anderen
Om half negen staan we op en even na negenen zitten we aan het ontbijt. Wat gaan we vandaag doen? Tja, zoveel mogelijkheden zijn er niet, maar ook dit keer kiezen we voor de traditionele wandeling in Borger. Daar rijden we in een klein half uurtje naartoe. Druk is het (nog) niet, zouden er wel liefhebbers zijn voor de wandeling? We betalen €2,50 p/p voor de routebeschrijving en een bon voor de Glühwein na afloop. Nou, het weer is beter dan gisteren, het zonnetje staat erop. Het waait wel, maar de wind hebben we voorlopig mee. Ai, hier is een midwinterhoornblazer actief. Deze traditie gaat terug tot de Germanen en deze moeten we zeker in ere houden. Iedereen mag het proberen, maar ik waag me er maar niet aan. De hoornblazer legt uit dat het niet moeilijk is. Hij zegt altijd tegen kinderen dat je een ‘scheet’ moet laten met je mond en dan gaat het verder vanzelf. Zelf gaat hem dat goed af (wat zou hij gister gegeten hebben?), we kunnen nog kilometers verder genieten van, tja, het geluid heeft wel iets weg van een misthoorn. Nog wat verder demonstreert deze dame de Germaanse zwaardvechttechniek. We kunnen het ter plekke leren en dat gaat mij goed af. Al meteen heb ik:
– de houw, om het hoofd van de vijand verticaal te doorklieven;
– de horizontale zwaai, om de vijand te onthoofden;
– de grondsteek, dat behoeft verder geen toelichting;
– gevolgd door de kwartdraai met het zwaard, dat lijkt me ook duidelijk.
feilloos onder de knie. Ben ik iets te enthousiast? Kijkt mevrouw mij wat misprijzend aan? Nou, dan gaan we maar verder.
Kijk, hier zijn de resten van twee hunebedden zichtbaar. Helaas, veel is er niet van over. Dat krijg je nu eenmaal met die recycling. Dat de hunebedden al zo’n 5.000 jaar oud zijn was me ontgaan. Ze zijn dus ouder dan de Egyptische piramiden! De mensen die hier hun doden begroeven worden ‘Trechterbekers’ genoemd, naar de vorm van de gevonden potten. In deze potten zijn resten gevonden van opium, vermoedelijk gebruikten de Trechterbekers dat als pijnstiller. Ook kregen ze giften mee in het graf, een zekere aanwijzing dat deze mensen geloofden in een ‘hiernamaals’. Met een grote bocht lopen we – tegen de wind in – terug naar het Hunebedcentrum. We hebben er precies, maar dan ook precies acht kilometer opzitten. In het Hunebedcentrum laten we ons de erwtensoep en de Glühwein goed smaken. Tjonge, het is hier hartstikke druk en nog steeds gaan er mensen van start. Ook de parkeerplaats en de wegen staan mudvol auto’s. Deze wandeling is een duidelijk succes.
We zijn hier vaker geweest en het museum hebben we al eerder bezocht. Dat laten we deze keer achterwege. Ik probeer nog een foto te maken – de zoveelste – van het grootste hunebed van Nederland, maar constant spelen er kinderen. Nou ja, dan maar met kinderen. Slijten die stenen daar nu niet van? Ook maak ik nog een foto van de prehistorische boerderij. Dit is nieuw, een rieten hut. Helaas staat er geen bordje bij, daarvoor kom ik van de zomer nog weleens terug. Op ons gemakje rijden we – via een andere route – terug naar Anderen. Daar nemen we er even ons gemak van, want dit soort dagen zijn toch tamelijk inspannend.
Rond zes uur lopen we weer naar het eetzaaltje en ik begin met een sherry.
Overigens, de foto’s van de eetzaal heb ik op een ander moment gemaakt, dus de tafels zijn nog niet ‘ingedekt’. De gepresenteerde olijven laat ik voor Orchideetje, die dingen lust ik nu eenmaal niet.
De witte ‘Goedgedacht’ uit Zuid-Afrika lust ik wel! We beginnen met dun gesneden eend en gerookte ribeye. Daarna volgt een romige champignonsoep. Ai, overheerlijk, deze komt niet uit een of ander pakje. Dan volgt entrecote van Limousin, kalfsvlees met peer en groente. Dit begeleid door de rode Shiraz. Zag ik deze Limousin koebeestjes laatst niet in het weiland staan? We besluiten met bosvruchtenijs en mascarpone. Tjonge, buitengemeen lekker. Als laatste koffie of thee. Dit keer een foto van de koffie. Overigens, tussen de gangen door hebben we meer dan gezellig gepraat met de overige gasten. Ik weet niet wat dat is, in een ‘gewoon’ restaurant beperkt ieder zich met gesprekken tot het eigen gezelschap, maar hier in ’t Heinenhoes is het ijs al snel gebroken en kletst iedereen met iedereen.
Het zit erop, het is niet zo laat geworden als gisteren. Morgen nog ontbijten en dan naar huis.