Zaterdag 30 januari 2010
Lonneker – Delden
Om half zeven gaat de wekker en ga ik eruit. Het heeft ietsjes gesneeuwd, maar er staat geen wind. Het is een graadje onder nul. Zoals altijd maak ik thee en havermout en daarna gaan de kampeerspullen in de rugzak. Even na achten gaan we op pad. Het is niet koud, maar het is wel overal behoorlijk glad. Uitkijken dus. De route loopt over het terrein van de Universiteit van Twente. Er is geen levende ziel te bekennen, maar ja, het is zaterdag vandaag. Ik zie wel een soort ‘restaurant’, maar het zit potdicht. Geen koffie dus.
Links staat het ‘Torentje van Drienerlo’. Het is een kunstwerk van Wim T. Schippers uit 1987 en het lijkt net of er hier een kerk verzonken is. Een klimmuur hebben ze ook en het is een hele beste. Ik schat hem op zeker 25 meter hoog. We steken een bruggetje over en ik maak nog een laatste foto van de Universiteit. Iets verder ligt station Drienerlo en Joke komt ons al tegemoet lopen. We praten even bij en nemen de tunnel onder het station door. Oeps, hier is het werkelijk spekglad en ik ga bijna onderuit. Voor ons ligt het stadion van FC Twente. Tja, ik geef niet om voetbal, dus zo’n stadion doet me niet veel. Er staan wat jonge mannen voor de kaartverkoop.
Echte hooligans zo te zien. Ik vraag of ze misschien weten of er hier ergens koffie te koop is. Nou, zo te horen zijn het geen locals, ze weten het niet. Eigenlijk lopen we 100 meter zuid van de route, maar daardoor over een soort van pretpark. Op de achtergrond ligt het stadion. Het is hier weer spekglad, er is geen levende ziel te bekennen en alles zit op slot. Ai, dit is de entertainmentboulevard en hier kun je een personeelsfeest houden, concerten bijwonen en oudjaar vieren met bekende dj’s. Nog wat verder ligt een futuristisch gebouw. Als we dichterbij komen blijkt het een ijshal te zijn. Ik wist niet eens dat er hier een ijshal was, ik dacht dat de enige in Nederland in Heerenveen zat. Dit ding is splinternieuw en kan nooit veel ouder zijn dan een jaar of twee. OK, hier zullen ze wel koffie hebben, maar dan moeten we omlopen naar de ingang.
Dat doen we maar niet, verder maar weer. We nemen het fietspad, gelukkig wordt er gewaarschuwd voor gladheid. Via het fietspad lopen we over de brug over het Twentekanaal. Dit kanaal is in de dertiger jaren van de vorige eeuw met de hand gegraven als werkverschaffingsproject. Tjonge, dat is een echte uitdaging. Het kanaal meet 40 meter breed (nu 51 meter), is 5 meter diep en 65 kilometer lang. Nou ja, ze hebben er 8 jaar over gedaan. Op de achtergrond ligt het stadion van FC Twente. Overigens, de zon begint door te komen, het belooft een mooie dag te worden. In elk geval lopen we door mooi landelijk landschap. In het buurtschap Twekkelo lopen we langs het Johanneskerkje uit 1950.
Tegenwoordig wordt het kerkje voor algemene doeleinden gebruikt, in het bijzonder voor trouwerijen. Ik las eens ergens dat er in Nederland gemiddeld één kerk per week sluit, maar ik kan me vergissen. Verderop ligt Boekelo, bekend van de zoutwinning. Overal in het landschap staan deze ‘huisjes’, waar water wordt geïnjecteerd in de bodem en pekelwater wordt opgepompt.
Je kunt het water horen ruisen in de leidingen. Ik vermoed dat er nu voluit zout wordt gewonnen, het wegenzout is op in Nederland. Om kwart voor elf steken we de A35 over. Wat betekenen die bandensporen op de vluchtstrook? Meteen wordt het weer landelijk. Vaak moeten we een bruggetje over en deze kunnen verraderlijk glad zijn. Eén bruggetje (zonder leuning) helde naar beneden. Dat bruggetje heb ik op handen en knieën ‘genomen’. Om elf uur gebruiken we in restaurant ‘De windmolen’ in Boekelo de KMA. Ik kan er geen foto van maken, want de lens van mijn Nikon beslaat meteen. Cok en Cobie komen een minuut of tien later binnenvallen, ze waren wat achter geraakt. We zitten mooi op schema, dus kunnen we tot een uur of twaalf blijven zitten.
Net na Boekelo ligt een buurtschap. Eén of andere gek heeft hier een slagboom geplaatst met de tekst: ‘Alleen rooms en horizontaal voorbij deze paal!’ Sowieso is het vreemd dat de gemeente zoiets op de openbare weg toestaat, maar bovendien ontgaat mij de strekking van deze tekst. Tja, iets verder staat een RK-kerk, maar dan nog. Op naar Beckum, dat dorpje ligt hier zo’n 7 kilometer vandaan. Het weer is goed en het landschap – afwisselend weiland en bos – is mooi. Om kwart voor twee lopen we Beckum in. Precies waar we linksaf moeten staat café ‘Halfweg’. Zou het open zijn? Ik probeer de klink en die geeft mee. Het café is open en er is plek zat. Hier kun je een behoorlijk buurtfeest organiseren. Het ziet er gezellig uit en het heeft iets weg van een Ierse pub. De enige bezoeker is een wat oudere man die aan het bier zit. De serveerster zit bij hem aan tafel en beide roken een sigaretje.
Tja, het rookverbod in cafés wordt niet gehandhaafd en dan krijg je dit. Om half drie stappen we op voor de volgende 6.6 kilometer naar het dorpje Delden. Iets verder ligt ’t Proggiehoes, een gebouw in gebruik voor algemene doeleinden. Zo te zien hebben deze schapen het niet koud. Dat is het ook niet, het is iets boven nul. We lopen een bosgebiedje in dat verderop overgaat in een heideveldje. Het ‘Steenveld’ heet het. Zo met de zon erop ziet het er prachtig uit. Er gaat toch niets boven wandelen in de winter. Na het Steenveld gaat het Kerkvelder voetpad – zo heet deze weg – in kaarsrechte lijn door naar Delden. Dit pad is eeuwenlang des zondags belopen naar de hervormde of katholieke kerk in Delden. Een paar honderd meter voor Delden lopen we langs het Joodse kerkhof. In het verleden mochten Joden geen begraafplaatsen hebben in of vlakbij een dorp of stad. Het gevolg was dat er ergens ‘in de rimboe’ een dodenakker werd ingericht. Vlak voor het Twentekanaal liggen deze boerderijen. En dit is het welbekende Twentekanaal weer. Aan de andere kant van de brug ligt Delden en we zitten nog een kilometer of vier van onze beoogde wildkampeerplek vandaan. In dit dorp moeten we water halen, want na Delden lopen we landgoed Twickel op.Zo’n 500 meter voorbij dit punt zien we rechts onderaan de dijk een snackbar. Het ding is nog open ook. Tja, de ambiance is wat minder, maar er zijn tafels en stoelen, er is een toilet en ze hebben koffie. Wat wil je nog meer. Nou ja, voor Sjef een patatje oorlog, ikzelf volsta met koffie en twee gevulde bidons water. Even na vieren stappen we op. Tjonge, in Delden zit wel (oud?) geld, we passeren een aantal hele mooie huizen. Even buiten Delden slaan we bij Kasteel Twickel rechtsaf.
Tja, de foto oogt nogal ‘onecht’, maar dat komt omdat ik pal tegenlicht had en achteraf de schaduwen moest ‘ophalen’. Ik moet het maar eens overdoen. Twee kilometer verder staat aan de Twickeler Vaart de Noordmolen. De oliemolen uit 1325 is van het type onderslag en volledig gerestaureerd. Zo te lezen is de molen maalvaardig en is het persproces van lijnzaad tot olie te volgen. We lopen nog 500 meter verder en daar valt mijn oog op een aantrekkelijk bosgebied.
Dat lijkt me een prima plek. We zitten niet zover van het pad af, maar ik verwacht geen wandelaars meer. Het begint al aardig te schemeren, we zijn mooi op tijd. Na een paar minuten staat mijn tentje en kan ik beginnen met het bereiden van een kerriesoepje. Daarna volgt een Knorr-maaltijd begeleid met het restje witte wijn. Na de afwas kruip ik erin, want ik begin af te koelen. Ik bel nog even naar Orchideetje, dit keer is ze thuis. Vandaag hebben we er dik 31 kilometer opzitten.