Vrijdag 25 april 2014
Olburgen – Almen
Om kwart over zes gaat de wekker. Vannacht heb ik het horen regenen en zelfs onweren. Nu is het droog. De tent is wel nat van condens, maar dat is bijna altijd zo. Ik krijg heet water van Albert voor de thee. Ik heb nog brood, dus mijn ontbijt ziet er goed uit. Om twintig over zeven hebben we ingepakt en gaan we op pad. Het is 17 graden in de plus, maar wel erg nevelig.
Na een kilometertje wandelen nemen we de veerpont naar Dieren. Kijk, daar ligt het. Even verder ligt het uitzichtpunt Noorderstraat. Van het beloofde uitzicht valt door de nevel niet zoveel te zien. Zomaar een mooie woning in Dieren. Dit is de sluis in het Apeldoornsch Kanaal, tot 1972 een belangrijke vaarverbinding vanaf de IJssel naar Apeldoorn. We lopen hier door – feitelijk langs – Spankeren. Dit is toch wel een mooie rietgedekte villa. Voor de (Petrus)kerk van Spankeren slaan we rechtsaf. De tufstenen toren staat enigszins scheef en dateert uit de 11e eeuw. Het is daarmee één van de oudste kerktorens van de Veluwe. Landelijk is het hier zeker, koeien doen het altijd goed. Tussen Spankeren en Brummen is wat bos. En een paddenstoel natuurlijk. We lopen een stukje langs de Leuvenheimsche Beek. Muggen zitten er hier bij de vleet en ze steken ook nog! Akkerland, bos en een sloot. Verderop ligt Brummen. Tja, voor de KMA moeten we dan wel van de route af. Bij de Engelenburg staat ook een koffiekopje getekend op de kaart, daar komen we sowieso langs. Laten we het daar maar proberen. Een half uurtje later zijn we bij de Engelenburg. Is er wat te doen? Er staat een hoop ‘volk’ buiten en de ene na de andere RangeRover passeert ons op weg naar de parkeerplaats. Een huwelijk van een hotemetoot of zo? Dan kunnen we de KMA op onze buik schrijven. Overigens, het kasteel stamt uit de Middeleeuwen. Het werd in 1624 door het Spaanse leger verwoest. Jacob Schimmelpenninck II bouwde op de resten een nieuw landhuis. Momenteel is het landhuis in gebruik als vakantie- en conferentieoord. Nou, dit ziet er allemaal erg deftig uit, maar ik waag het erop. Ik bestijg de rode loper en spreek de gerant aan. ‘Koffie met appeltaart, behoort dat tot de mogelijkheden?’, vraag ik. ‘Helaas, dat zal niet gaan’, antwoord de gerant. ‘Zo direct vind er de uitreiking van een Koninklijke onderscheiding plaats’. Ik trek wit weg, mijn onderlip begint te trillen en zeg dat we dan nog zeker een uur moeten doorlopen. Dat helpt, we mogen achter plaats nemen en zo direct komt iemand de bestelling opnemen. Eerst komt de appeltaart. Nou, dat ziet er sjiek uit en zo smaakt het ook. Ik meen dat we voor de KMA €7,50 p/p betaalden, maar ja, dan zit je wel op stand. Bij een beetje landhuis hoort natuurlijk een stukje tuin. Daar kan ook gegolft worden. Een stukje verder lopen we door het gehucht Broek. Het is inmiddels 20 graden in de plus. Er staat hier ook een paddenstoel, maar geen van de genoemde plaatsen doen we aan. Deze bijenstal ziet er ‘kek’ uit. Het is een leuke hobby, maar er gaat wel een boel tijd inzitten. Op het landgoed Leusveld staat het in 1911 gebouwde jachthuis (http://leusveld.nl/hall.htm). Inmiddels is het landgoed in bezit van de familie Nairac. Momenteel wordt het jachthuis bewoond door de kunstschilder Henk Peeters.
Hij geeft de mogelijkheid om in het gastenverblijf te logeren. Door bosgebied lopen we verder in noordelijke richting. Het is hier wel heel idyllisch. Voorstonden en Huis Voorstonden hebben we rechts laten liggen, nu lopen we door het gehucht Tonden. Allemaal plaatsnamen waar ik nog nooit van gehoord heb. Zomaar een tuin met vijver. Koeien zijn intelligente beesten. Ze kijken altijd naar me en vragen zich af waar ik heenga. Dat ik aan de wandel ben snappen ze zo wel. Huis Empe zien we wel. Het informatiebordje van Erve Rottink heeft geleden, maar is gelukkig nog goed leesbaar. In de verte ligt Zutphen, maar het is nog wel een eindje. Hier lopen we Zutphen in, maar dit is nog maar de ‘voorstad’ gelegen aan de westkant van de IJssel. ’t Is doorbijten, die toren wil maar niet dichterbij komen. En de IJssel ligt er ook nog tussen. Die brug moeten we hebben. Tjonge, ’t is geen kleintje. De IJssel, nu schiet het toch lekker op naar Zutphen. Het is vrijdagmiddag twee uur en prachtig weer. Iedereen is aan het winkelen. Ik heb best wel trek in iets te eten en te drinken. Gaan we hier zitten? Nee, we willen wel in de zon zitten. Iets verder vinden we een (druk) terras dat ons aanstaat. Een foto maken kan niet, dat vinden de mensen meestal niet zo leuk. Ik bestel een cola en een tosti Hawaii. Nou, die tosti ziet er zo lekker uit dat ik gewoon vergeet om een foto te maken.
OK, hij was ook lekker, alleen de cola was minder. Tegenwoordig serveren ze flesjes van 0,2 liter. Dat is dus bijna niets! En ’t is nog duur ook! Voortaan loop ik door naar de Appie en scoor daar een fles cola van minimaal 0,5 liter. Broodjes hebben ze daar ook en meestal vind je wel een muurtje om even te zitten.
Inmiddels hebben we er zo’n 25 kilometer opzitten. We zijn er nog niet, nog minstens tien tot de camping in Almen. Oh ja, we starten zo direct met de rondwandeling ‘De Hoofdige Boer’.
Kijk, restaurant De Gracht. Hier zaten we eerder tijdens een LAW. Welke was dat ook alweer? In oostelijke richting verlaten we Zutphen en passeren de Berkelpoort gebouwd rond 1320. Het is een waterpoort, maar dat had u al gezien. De Berkel, altijd zie je hier mensen bootjes varen. Tja, ik loop hier nu voor de tweede keer, maar dat vind ik niet erg.
Het Graafschapspad – dat ik vorig jaar liep – loopt voor een deel gelijk met de rondwandeling. Het blijft mooi, hoewel het weer wel een beetje mee moet werken. En dat doet het, het is 22 graden in de plus. Een ophaalbrug, ik meen dat dit de Kapperallee is. Dit is een mestinjecteur van de fabrikant Vervaet. De drie banden maken precies één spoor zodat de bodem gelijkmatig wordt aangedrukt. Ik schreef daar al eerder over. Huis de Voorst is mogelijk beter bekend, maar dat laten we links liggen. Dit is de achterzijde van Huis ’t Velde waarvan de geschiedenis teruggaat tot 1326.
Zoals meestal is die geschiedenis zeer bewogen. Het Huis wordt beheerd door Het Geldersch Landschap en is in gebruik als conferentie- en studiecentrum door de Politieacademie. Overigens, de gevels kunnen wel een goede schrobbeurt gebruiken, de schimmel zit er dik op. Ook de Berkel wordt ‘gedekalaniseerd’. Voorheen waren die twee mensen met hun hond daar verdronken. Overigens, ‘dekalaniseren’ staat niet in van Dale. ‘Delokaliseren’ en ‘dekoloniseren’ wel, dus wat let me. Iets verder ontmoeten we Tessa Ridder, een zeer ambitieuze tiener. Zij speelt piano en accordeon. Onthoud die naam, we gaan nog van haar horen.
In Duitsland zie je ze veel, dit soort schuilhutten. In Nederland zeer zelden, want ze worden meteen gesloopt, volgeplempt met zwerfvuil of in brand gestoken. Wat is dat toch? Om vijf uur lopen we Almen in. Tja, hier was ik eerder. Het gedicht slaat op een eigenwijs iemand, die ondanks de aanleg van een brug toch gebruik bleef maken van de doorwaadbare plaats in de rivier. Iets verder staat hotel-restaurant De Hoofdige Boer. Ook hier zaten we eerder.
We moeten nog een kilometertje, dus een Weissen biertje kan. Om zes uur lopen we camping De Vetweide (http://www.devetweide.nl) op en rekenen meteen €6,25 p/p af. We zetten de tentjes neer op een mooi rustig plekje. Albert bereidt weer heet water voor soep en thee. Ik heb nog genoeg te knabbelen, dus overleef ik wel.
Hm, verderop zijn ze aan het barbecuen, maar ze brengen niet de beleefdheid op om ons iets te offreren. Nou, dan maar niet. Ik ga douchen en slapen, ik ben best wel moe.