Amsterdam stadswandeling ‘Hofjes in de Jordaan’ (okt 2022)

Lieve lezer(essen)s van mijn wandelavonturen,

Geen wandelavontuur? Nee, dat is het slechte nieuws. Nu het goede nieuws: hier volgt een reisverslag van onze stadswandeling in Amsterdam.

Reisverslag stadswandeling Amsterdam de ‘Hofjes in de Jordaan’
Vrijdag 21 oktober 2022

Vrijdag 21 oktober 2022
Amsterdam
We willen weer eens een stukje stadswandelen. Toentertijd heb ik de gids ‘Amsterdam acht keer anders’ aangeschaft en wandeling 2 de ‘Gouden Eeuw’ op 16 augustus 2020 gelopen. Dit keer is wandeling 3 ‘Hofjes in de Jordaan’ aan de beurt.

Maar eerst de situatie in de Oekraïne. Poetin heeft weer wat nieuws verzonnen. Hij heeft in Iran een x-aantal zogeheten ‘kamikaze-drones’ gekocht en is op 17 oktober begonnen om Oekraïne vanuit verschillende richtingen onder vuur te nemen. Vele tientallen kamikaze-drones zijn afgevuurd. Zeker de helft is door Oekraïne uitgeschakeld, maar velen hebben doel getroffen. Veel elektriciteitscentrales zijn geraakt, maar ook veel burgerdoelen.
Zeker vier mensen in Kyiv zijn gedood en er zijn een aantal gewonden. Ook in de oostelijke regio Sumy werden minstens vier doden geteld. Het is gewoon terreur! Hm, dat Poetin in Iran drones moet kopen geeft toch te denken. Hij raakt zo langzamerhand door zijn materieel heen!
De EU twijfelt of er sancties tegen Iran moeten komen. De EU wil eerst meer bewijs of de kamikaze-drones echt uit Iran komen. Lees: de EU gaat voor uitstel, want wij zijn afhankelijk van Iraanse olie.
Overigens, de ministers van Buitenlandse Zaken van de EU-landen stemden maandag in met het opleidingsprogramma voor ongeveer vijftienduizend Oekraïners. Dat moet er bijvoorbeeld voor zorgen dat Oekraïense militairen leren omgaan met nieuwe westerse wapens. Vijftienduizend militairen maar liefst, dat is een groot aantal! Daar zijn heel wat instructeurs voor nodig.
Ok, het is meer dan tragisch en ook de dreiging van kernwapen inzet hangt boven ons hoofd. En wij gaan wandelen in Amsterdam. Tja, een beetje dubbel gevoel heb ik wel.
Houden we het droog vandaag? Het weerbericht is – zoals gebruikelijk – tamelijk vaag. Kans op regen is er, gelukkig wordt het niet koud, zo’n 18 graden in de plus. Het is druk in de trein, waar gaat iedereen toch naartoe? Vanaf Amsterdam CS lopen we meteen door naar ‘Loetje’. Daar is het ook al hartstikke druk. Je moet er bestellen met een QR-code. Dat is toch niet te geloven! Afijn, de appeltaart vonden we niet in de app, maar gelukkig komt er een ober langs. Dat wordt dus binnenkort zo’n Japanse robot, daar kun je op wachten.
Ok, we gaan even na halftwaalf van start. De inleiding van de wandeling ‘Hofjes in de Jordaan’ had ik thuis al gelezen. Bij deze de tekst:
De Jordaan roept bij zowel bezoekers als bewoners van Amsterdam een speciaal gevoel op. Het is een wijk met een eigen geschiedenis en een eigen mentaliteit, die vaak in smartlappen is bezongen. Er kleefde daardoor veel romantiek aan deze vroegere arbeidersbuurt. De bevolkingsdichtheid was hoog, zo ook de armoede. Om daar wat aan te doen stichtten enkele charitatieve weldoeners hofjes voor bijvoorbeeld, hun kerklidmaten. Door de grote stadsuitbreiding van Amsterdam van 1613 kwam hiervoor in ‘Het Nieuwe Werck’, zoals het gebied een eeuw lang heette, voldoende ruimte vrij.
Op deze wandeling bezoeken we elf hofjes, voor een groot deel voorbeelden van charitatief geïnspireerde ouderenhuisvesting.
Zoals meestal in dit soort buurten was er een sterk besef van saamhorigheid. Die kwam hier zowel muzikaal als politiek tot uiting. Muzikaal is de Jordaan bekend geworden door zangers als Johnny Jordaan (1924 – 1989) en Willy Alberti (1926 – 1985). Politiek door onlusten als het Palingoproer van 1886 (26 doden) en het Jordaanoproer in 1934 (vijf doden).
In de tweede helft van de negentiende eeuw kwam er een sociale reactie op de armoede. Er ontstonden charitatieve, uit de elite ontstane woningcorporaties die zorgden voor woningen voor de arbeiders. Op de wandeling zien we hiervan enkele voorbeelden in hofjes met sociale woningbouw.
De Jordaan bevindt zich tussen de Leidsegracht, Prinsengracht, Brouwersgracht en Lijnbaansgracht. De wijk ontstond in 1613. Samen met de noordelijke grachtengordel, de Haarlemmerbuurt en de Westelijke eilanden vormde het gebied de nieuwe uitbreiding van Amsterdam: de Derde Uitleg.
In het begin van de achttiende eeuw kreeg ‘Het Nieuwe Werck’ een andere naam: de Jordaan. Er bestaat geen definitieve verklaring voor de naam. De meest voorkomende is dat Jordaan een verbastering is van het Franse Jardin = tuin. De hier gevestigde Franse Hugenoten zouden zo verwezen hebben naar de straatnamen die voor een belangrijk deel verwezen naar planten.
De nieuwe wijk werd gebouwd in een vroeger poldergebied waarvan de sloten gehandhaafd bleven. Deze sloten gingen grachten heten. Op het eind van de negentiende eeuw, toen Amsterdam sterk expandeerde, werden zes van de elf grachten gedempt, deels om verkeerstechnische redenen, deels om hygiënische.
Na de Tweede Wereldoorlog werden plannen gesmeed voor grootschalige nieuwbouw.
In die tijd waren veel huizen in de wijk zo slecht dat grootschalige sloop een reële optie was. In 1973 werd het tij gekeerd en kreeg de Jordaan stadsvernieuwing binnen het bestaande stratenplan. De toen ingezette stadsvernieuwing had een weldadig effect op de buurt en was de basis voor de buurt die hij nu is.
Wat in deze bloeiende yuppen-gemeenschap met zijn vele galeries, cafés en restaurants nog goed zichtbaar is, zijn de hofjes. Het wonen in hofjes vond voor het eerst plaats in begijnhoven. Begijnen zijn religieus geïnspireerde rooms-katholieke vrouwen die zich aaneensloten zonder de kloostergelofte af te leggen. Ze woonden bij elkaar in huizen die waren gegroepeerd rond een binnenplaats. Later vond ook de charitatief geïnspireerde ouderenhuisvesting op deze manier plaats.
Het ruimtelijk begrip ‘hof’ is langzamerhand synoniem geworden voor dergelijke charitatieve instellingen. Het ging om een verzameling huisjes die om een binnenplaats, een hof, waren gegroepeerd en werden bewoond door een liefdadige stichting. De hofjes werden meestal bewoond door bejaarde vrouwen, weduwe of ongehuwd, die lid waren van een met de stichting verwant kerkgenootschap. Vaak moesten de kandidaat bewoonsters van onbesproken gedrag zijn. Het leven op het hofje werd bepaald door een reglement waarin bijvoorbeeld het schrobben van de stoep, de overnachting (’s nachts geen mannen!) en de sluitingstijd waren geregeld. De stichting verwierf zijn geld door een legaat van een vermogend persoon of echtpaar, naar wie het hofje werd vernoemd.
Op de wandeling kunnen we zien dat de meeste hofjes op identieke wijze zijn opgezet. Meestal staat er nog een pomp, op sommige zie je nog de plek waar vroeger de toiletten voor gemeenschappelijk gebruik (sekreten) stonden en de meeste hadden een grasveld waar de was kon drogen, een bleekveld.
Op het eind van de negentiende en in het begin van de twintigste ontstond in de volkswoningbouw een nieuwe toepassing van hofbouwcomplexen van arbeiderswoningen. In de Jordaan zijn dit bijvoorbeeld de Constantia-woningen in de Willemsstraat en de Concordia-woningen in de Westerstraat. Vanaf de vijftiger jaren van de twintigste eeuw ging het bergafwaarts met de hofjes door de opkomst van verzorgingshuizen en de hogere eisen die aan woningen werden gesteld. Studenten, andere jongeren en kunstenaars werden vaak de nieuwe bewoners. Later werden veel hofjes gerenoveerd en aangepast aan de eisen van de tijd, bijvoorbeeld door van twee huisjes één woning te maken.
Deze broodnodige renovaties maakten de hofjes tot een aangenaam onderdeel van de Jordaan. Ze zijn ook steeds meer een toeristische attractie geworden. Soms ondervinden de bewoners hier overlast van. Voorkom dit en houd je aan de regels die je her en der kunt lezen. Vooral: praat in de hofjes niet met elkaar of heel zachtjes.
Allons, nu gaan we echt van start met de aanlooproute naar de Jordaan. Tjonge, er liggen hier heel wat rondvaartboten te wachten op klanten. Toch zag  (en hoorde) ik rond het station al heel wat rolkoffertjes. Overigens, op de achtergrond staat de Basiliek van de heilige Nicolaas. Straks niet vergeten om mijn Sint Nicolaas verlanglijst in te leveren.In de Brouwersgracht zijn ze goed bezig. Worden de verzakte kademuren aangepakt?Iets verder zie ik deze gevelsteen. Kan er eens een bordje bij? Nou ja, er zijn in Amsterdam maar liefst 1097 gevelstenen! Deze gevelsteen is door de bewoner in 1997 gemaakt en verbeeldt de oude naam van het pand.We beginnen met het Hofje van Brienen. Voor de volledigheid de tekst uit het gidsje:
Op de gevelpoort, links van de ingang, is een gevelsteen die de oprichters van het hofje, Jan van Brienen en zijn vrouw, gedenkt. Zij stichtten het gebouw in 1804 ‘door menschlievendheid gedreven’, maar ook in de hoop op een plekje in de hemel.
Officieel heet het hofje Het Brienens Gesticht De Star, naar de grote bierbrouwerij De Star, die hier stond tot het eind van de achttiende eeuw.
Het deftig aandoende hofje is in classicistische stijl gebouwd door stadsarchitect Van der Hart. Tot 1995 woonden hier rooms-katholieke ouderen, eerst vooral bejaarde mannen, later alleen vrouwen. Nu wonen er mensen van 45 jaar en ouder.
Aan de Prinsengracht bevindt zich het Zon’s Hofje. Voor de volledigheid de tekst uit het gidsje:
Hier stond een Doopsgezinde schuilkerk, die niet aan de openbare weg kon staan omdat Doopsgezinden niet in het openbaar mochten samenkomen. Vandaar de lange, smalle gang. De schuilkerk was vroeger een pakhuis. Toen een groepje doopsgezinden zich afscheidde, maakte men voor bijeenkomsten hier gebruik van. Na hereniging werd het pakhuis schuilkerk ‘De Arke Noach’. Vanwege fusie van de doopsgezinden was de kerk later niet meer nodig en werd hij afgebroken. In plaats daarvan kwam er in 1765 een hofje voor doopsgezinde dames van boven de vijftig. Nu wonen er jongeren.Kijk, de Westerkerk uit de 17e eeuw met zijn iconische toren.Aan de Bloemgracht vind ik deze gevelsteen. Deze gevelsteen sierde ooit de 18e eeuwse suikerraffinaderij ‘De Jonge Saayer’.Schitterend gerestaureerde huizen op Bloemgracht 87-91, ook wel genoemd ‘de parels van de Jordaan’. Ook hier weer een gevelsteen van een staande man met een spade en een mandje. Tja, pas rond 1800 werd in Amsterdam een systeem van huisnummering ingevoerd. Voor die tijd werd de ligging van een pand omschreven door te verwijzen naar de gevelsteen.Het volgende hofje bevindt zich aan de Egelantiersgracht en is het Sint Andrieshofje. Voor de volledigheid de tekst uit het gidsje:
Via een Delfts-blauw betegelde gang betreed je het in 1616 gebouwde hofje.
Het is gebouwd door de rooms-katholieke koopman Jun Jansz. Oly.
De naam komt van het huis van Oly ‘In Sint Andries’ op de Nieuwendijk. Het hofje was bestemd voor arme rooms-katholieke bejaarden, later alleen weduwen.
Het hof werd in 1984 ingrijpend gerestaureerd waarbij de kapel werd afgebroken.
Het beheer is in handen van Stichting Het Sint-Andrieshof. De woningen worden bewoond door 21 vrouwen van 30 jaar en ouder die alleen wonen.
Het valt mij op dat er overal ‘tuintjes’ zijn gecreëerd.Ik herinner het mij niet precies, maar we zijn aan het zoeken geweest. Het Anslo’s hofje hebben we niet kunnen vinden. Voor de volledigheid de tekst uit het gidsje:
Op nummer 50 is de oude ingang van het Anslo’s Hofje met opschrift en familiewapen van Claes Claesz Anslo.Aan de Prinsengracht bevindt zich het Claes Claezhofje. Helaas maak ik een fout. Ik trek de openstaande deur dicht om de naam op de deur te fotograferen. Helaas valt de deur in het slot en krijg ik hem niet meer open. ’t Is jammer, binnenkijken gaat nu niet. Voor de volledigheid de tekst uit het gidsje:
Dit is de naam voor het complex waarvan het vroegere Claes Claeszhofje, het voormalige zwaardvegershofje en het Anslo’s Hofje deel uitmaakten. Het eerste hofje, nu niet meer dan een binnenplaatsje, was het oude Claes Claezhofje. De lakenhandelaar Claes Claezzoon Anslo had drie huisjes in een tuin achter de straat waar hij vanaf 1616 oude mensen gratis liet wonen. De bebouwing is later uitgebreid. Na de poort zijn we op het terrein waarop van 1738 tot 1925 de vier huisjes van het Zwaardvegershofje stonden (een zwaardveger was een wapensmid die zich speciaal richtte op zwaarden). Het derde hofje van het complex was het vroegere Anslo’s Hofje.Het Regenboogs Liefdehofje in de Tuinstraat op nummer 100-102 is niet toegankelijk.
Voor de volledigheid de tekst uit het gidsje:
Het hofje werd gesticht in 1806. Van het hofje resteert slechts een deel uit 1884.
Vroeger woonden hier rooms-katholieke ouderen, nu wonen hier muziekstudenten.
Naast de poort is aan beide kanten de frontgevel met zijn trapgevels in een oud-Hollandse stijl gebouwd. Meer namaak dan neo-renaissance.
Even verder in de Tuinstraat bevindt zich het hofje van De Zeven Keurvorsten. Voor de volledigheid de tekst uit het gidsje:
Boven de toegangsdeur is een slecht leesbare gedenksteen. Er staat dat het hofje door Pronck is gesticht voor maagden en oude vrouwen. Het dateert vermoedelijk van 1645 en is in 1724 met de tegenoverliggende huizen van het Alidaeshofje, uitgebreid.
Voor de naam De Zeven Keurvorsten zijn verschillende verklaringen. De meest waarschijnlijke is dat de oorspronkelijke benaming ‘het Pronckhofje’ voor Amsterdammers te pronkerig klonk. Ze gaven het hofje de spotnaam ‘De Zeven Keurvorsten’. Ze zeiden: ‘Is me dat een Pronkhof, het lijken wel zeven paleizen, de paleizen van zeven keurvorsten’.
In het gangetje is te lezen welke ge- en verboden de vroegere bewoonsters (rooms-katholieke vrouwen vanaf vijftig jaar) moesten naleven.Dit moet het hofje Concordia Noord in de Westerstraat zijn. Meteen na de ingang bevindt zich het bordje ‘Verboden Toegang’. Toch loop ik even door en maak snel een foto.
Heel bijzonder is het niet. Voor de volledigheid de tekst uit het gidsje:
Officieel geen toegang dus blijf in de poort. In dit deel van de Westerstraat werden al in de negentiende eeuw arbeiderswoningen gebouwd. Een aantal daarvan zie je in dit hofje.
De woningen zijn van architect Hamer en dateren van 1864. Het zijn de zogenaamde Concordia woningen, een woningbouwvereniging die ook in 1864 is opgericht.Ook in de Westerstaat bevindt zich ‘De Vakantiefietser’ (https://www.vakantiefietser.nl).
Ai, dan moet ik vele jaren terug in de tijd dat ik in Europa rondfietste. Mijn ‘vakantiefiets’ heb ik nog steeds, maar het zijn nu tripjes in Nederland. Eric Schuijt ken ik nog wel uit de tijd dat ik lid was van ‘De Wereldfietser’ (https://wereldfietser.nl).In de Karthuizerstraat bevindt zich het Karthuizerhof. Voor de volledigheid de tekst uit het gidsje:
Boven de ingang is te zien dat het hofje officieel het Huyszitten Weduwenhof heet.
Dit hof werd in 1650 gebouwd op het terrein van het vroegere Kartuizerklooster. Het werd gesticht door de Huiszittenmeesters, vooraanstaande kooplieden die ‘huiszittende armen’ (mensen die officieel inzittende van de stad zijn) ondersteunden met turf, levensmiddelen en huisvesting. Het waren niet alleen ‘huyszittende weduwen’ die hier kwamen wonen, want ook ‘huyszittende oude vrijsters’ vonden er onderdak. Op de gevel boven de ingang van het hof staan de namen van degenen die schenkingen voor de woningen hebben gedaan. Het hof maakt een ruime indruk door de twee vroegere bleekvelden en de grote binnenplaats met twee stenen pompen met hun dierenkoppen. Binnen zien we boven de toegangspoort het Amsterdamse koggeschip, het grootste handelsvoertuig in de middeleeuwen. Het koggeschip was vroeger het stadswapen van Amsterdam. Aan de overkant het wapen van Amsterdam.Aan de Lindengracht bevindt zich het Suykerhoff-Hofje. Hm, in tegenstelling tot de informatie in het gidsje blijkt het hofje gesloten. ’t Is jammer. Voor de volledigheid de tekst uit het gidsje:
Op zaterdag en zondag gesloten.
Omdat het minder omslachtig klinkt, heet het hofje in de volksmond, en ook in de Bosatlas van Amsterdam, Suyckerhofje. Het werd in 1667 gesticht door Pieter ]ansz. Suyckerhoff. Suyckerhoff was een gereformeerde handelaar die zijn hofje stichtte voor ‘bedaagde dochters en weduwen van Protestantse huize’. Voorwaarde voor toelating was ook, dat deze ‘Vrouwspersonen’ eerlijk waren en van onbesproken gedrag en dat zij een ‘vredelievend humeur hadden’. In het poortje kun je het vroegere reglement lezen.In de Willemstraat bevindt zich het hofje Constantia. Voor de volledigheid de tekst uit het gidsje:
Het dateert uit 1864 en is gebouwd door de ‘Stichting voor den Ambachtsstand-Constantiawoningen’. Dit waren oorspronkelijk woningen met gratis onderdak voor oudere werklieden die minstens twaalf jaar bij dezelfde baas waren. Voor die tijd hebben de arbeiderswoningen zonder meer stijl.Aan de Palmgracht bevindt zich het Raepenhofje. Helaas is de poort gesloten. Voor de volledigheid de tekst uit het gidsje:
Dit hofje was bestemd voor gereformeerde weduwen en bejaarde wezen. Boven de ingang is behalve het jaartal 1648 ook het wapen van de stichter, Pieter Adriaensz. Raep, aangebracht. Boven de deur zie je een raap en zijn voorletters P.A. erboven. Links van de toegang is het venster van de regentenkamer, die in 1905 werd omgebouwd van woning tot regentenkamer. Via de deur kom je op de binnenplaats. Het hofje wordt nog altijd beheerd door nazaten van Raep. Er wonen nu studerende jonge vrouwen.Pal naast het Raepenhofje bevindt zich het Bossche hofje. De tuin is niet veel meer dan een binnenplaatsje. Zo te zien zijn ze hier aan het werk, maar nu even niet. Voor de volledigheid de tekst uit het gidsje:
Het rijtje van vier huizen aan de overkant van het Raepenhofje behoort tot het Bossche hofje. Aan de bouw en afwerking kun je zien dat het van oudsher om twee hofjes ging. Ook zijn er nog twee aparte ingangen. In 2004 is van de tuin één geheel gemaakt.
Het Bosschehofje werd, ook in 1648, gesticht door de doopsgezinde graanhandelaar Arent Dirksz. Bosch.
Mooi, de ‘Hofjes in de Jordaan’ zitten erop. Via de Brouwersgracht lopen we richting centraal station Amsterdam. Kijk, een standbeeld van Theo Thijssen (1879 -1943).
Hij was onderwijzer, schrijver, politicus en esperantist. Zijn bekendste boek ‘Kees de jongen’ moet ik maar eens lezen.Kijk, hier vlakbij is het Surinaams eethuisje ‘Swieti Sranang’, daar scoren we een afhaalmaaltijd, want zoals gewoonlijk hebben we niets in huis.
Afscheid van de Brouwersgracht en de Westertoren. Tot de volgende keer.Als laatste de GPS-track van de wandeling. We hebben er 8,7 kilometer opzitten. Op naar het station en mooi op tijd zijn we weer thuis. Ook terug was het opnieuw behoorlijk druk in de trein. Sowieso vandaag geen spat regen en de temperatuur – om te wandelen – was ok.
Gerard Goudriaan, de schrijver van het gidsje ‘Amsterdam acht keer anders’: bedankt!