Maarten van Rossumpad (aug 2008)

Zaterdag 30 augustus 2008
Lienden – Buren
Om zes uur gaat de wekker, het is nog schemerig. Gisteravond hoorde ik nog enige tijd muziek. House-muziek nog wel. Was er een feestje in de kantine? Of kwam het geluid van zo’n beruchte boeren-disco? Gelukkig viel ik al snel in slaap.
Tegen half acht gaan we weer op pad. De laatste dag van een 3-daagse voettocht probeer ik in de regel het aantal kilometers binnen de perken te houden. Helaas lukt dat vandaag niet. We gaan naar Buren en dat is zo’n 30 kilometer. We lopen weer verder over hetzelfde dijkje van gistermiddag.
Asfalt dus, het is niet anders. Tja, fout lopen is onmogelijk, dus je kunt wel kilometers maken. Oer-Hollandse plaatjes kan ik schieten. Het is voor ons wandelaars ideaal, dat de dijk een aantal meters boven het maaiveld uitsteekt. Nu heb je voortdurend een prachtig uitzicht. Stel dat ze in het verleden de dijken hadden ingegraven! Dan had je het uitzicht op de omgeving op je buik kunnen schrijven! Het dorpje Lienden laten we links liggen, in de verte is de kerktoren te zien. Op de voorgrond de onvermijdelijke boomkwekerijen. Nog wat later laten we ook het dorpje Ingen links liggen. In de verte een ooievaar op het nest. De foto is genomen in de maximale telestand, oftewel 85 mm. Omgerekend naar kleinbeeld is dat ruim 120 mm. Het beest is echt! Zou het een jonkie zijn? We hebben een stuk langs de Oude-Rijn gelopen. Deze loopt voor een gedeelte min of meer parallel aan de Neder-Rijn. Hier raakt de Oude-Rijn bijna de Neder-Rijn, maar contact maken is er niet bij. Geweldig dat de dijken verhoogd en niet verdiept zijn aangelegd. Anders had ik dit plaatje niet kunnen maken! Ook mooi dat er nog wat koeien in de wei lopen. Zoals bekend staan de ‘echte’ melkleveranciers het hele jaar op stal.
Dat is veel economischer! Koeien in de wei vertrappen het gras en ze … de boel onder. Boomgaarden genoeg, helaas voor ons zijn ze meestal goed omheind. Goed, de appels zijn ook gewoon te koop en bovendien sierkalebassen. Tja, voor vegetariërs komt nu een wat moeilijk te verteren stukje. Lees, in voorkomend geval maar verder onder de volgende foto en bekijk deze foto NIET. Wat gebeurt er.
Een eindje voor ons lopen twee mannen van het weiland de weg op. Eén man trekt een boodschappenkar mee. Ze dragen beide groene kleding en hebben een jachtgeweer over de schouder liggen. Bij hun auto houden ze halt en ik spreek ze aan. Ik ben toch wel erg nieuwsgierig. In de grond van mijn hart ben ik nog steeds de jager/verzamelaar uit het stenen tijdperk. Ik had verwacht dat de boodschappenkar leeg zou zijn, maar dat is niet het geval. Ik vraag wat er geschoten is en hoeveel. Dat blijken zes ganzen te zijn.
We raken in een geanimeerd gesprek. Ik weet uit eigen waarneming, maar ook uit de krant/internet dat ons land momenteel overspoeld wordt met ganzen. Ze richten veel schade aan en sinds kort is er een afschotvergunning. Ik meen dat er 60.000 ganzen mogen worden afgeschoten en dat is op het totaal te verwaarlozen. De mannen vertellen me dat ze eigenlijk de ganzen verjagen. Tja, misschien dat ze op den duur ergens anders de boel gaan kaalvreten. Ze schieten met hagel nummer vier (ik dacht zelf met nummer drie). Dat schieten doen ze niet op zittende ganzen, maar op vliegende. Op zittende ganzen schieten is niet ‘weidelijk’. Ik ken dit begrip, het betekent iets als ‘eervol’. Goed, de ganzen zijn prima te eten, hoor ik nog. Ik heb er geen moeite mee. We lopen een eind vlak langs de Neder-Rijn.

Tja, we hadden van de route af kunnen draaien en in een dorpje op zoek kunnen gaan naar een restaurant. Dat hebben we maar niet gedaan, mogelijk vind je niets. Op de route staat een ‘koffiekopje’ ingetekend en daar hebben we onze hoop op gevestigd. Het is bij half twaalf, tijd voor de KMA. Gelukkig, de theetuin ‘The happy View’ is open. We worden hartelijk ontvangen en bestellen koffie en appeltaart. Nu blijkt dat er ook zelfgemaakte kwarktaart met slagroom is. Dat lijkt me erg lekker. Ik proef een stukje en inderdaad, gewoon werelds! Zo lekker dat ik vergeet om een foto te maken. Hier moet ik dus nog een keer terugkomen! Er wordt ook jam verkocht en nog zowat. We zitten hier bijna een uur te genieten in het zonnetje, want vandaag is het prachtig weer. Op sommige plekken zijn er strandjes aan de Neder-Rijn en daar zie ik auto’s staan. Volgens mij doen wij vandaag iets verkeerd!
Vlak voor we het dorpje Rijswijk (Gelderland) indraaien, zien we een molen. Het is molen ‘De Hoop’ uit 17??. Het is een ronde stenen korenmolen en maalvaardig. Zoals gezegd, we zijn niet in de buurt van Den Haag, maar in Gelderland. Dit is Rijswijk, gemeente Buren. Hé, Buren, daar moeten we vandaag naartoe. Ik had gehoopt nog een winkeltje aan te treffen in Rijswijk, maar helaas, er is niets.
Na Rijswijk steken we het Amsterdam-Rijnkanaal over. Druk is het niet. Tja, vandaag hebben we tot nu toe alleen maar asfalt gehad. Leuk is anders. In de verte is de kerktoren van Ravenswaaij zichtbaar. Daar moeten we langs. Altijd fijn als je ziet waar je naartoe moet. In Ravenswaaij staan borden dat er vandaag een rommelmarkt is. Als ik denk dat ik het gemist heb, zie ik het. We zijn het dorp al bijna uit, maar daar is het dorpshuis.
De rommelmarkt blijkt afgelopen, toch kunnen we nog een glas frisdrank bestellen.
Dat gaat er wel in, zo’n koud colaatje! Even later komt de kraakwagen aanrijden en alle onverkochte spullen gaan er linea recta in. Ik heb dit tafereel wel eens eerder gezien, en ik vind het een bizar gezicht. Dingen die jarenlang op zolder hebben gestaan en dan met veel pijn en moeite worden afgestaan voor de rommelmarkt, worden hier zonder pardon vernietigd. Tja. Door Doelmond gaat de route, hier staat nog zo’n ouderwetse ANWB-wegwijzer. Wat is hier overigens mis mee? Even verder lopen we een stukje parallel aan de N320. Hier gebeurt wat! Er komt ons een lange rij motorrijders tegemoet, compleet met politie en verkeersregelaars. Alle motoren hebben een nummer op het windscherm en ze rijden ook nog precies op volgorde. Dat is natuurlijk om te voorkomen dat er racepartijen ontstaan. De laatste vijf motoren hebben geen nummer, ze waren zeker op. Als ik die laatste vijf meetel kom ik op precies 270 motoren. Het zijn zo te zien allemaal mannen en het gros zit middenin de midlife-crisis. Hooien gaat niet meer met paard en wagen, daar is nu een geavanceerde machine voor. Hoe zou zo’n ding heten? Een hooibalenpakkettenpers? Ik moet dat op de ‘Ossenmarkt’ maar eens navragen. Het gaat in elk geval razendsnel. Hoewel, als ik 100 meter verder ben, hoor ik een geweldig lawaai en valt de hele combinatie stil. De man op de tractor kruipt onder het ‘gele gevaar’ en gooit daarna alle inspectieluiken aan de zijkant open.
Het ziet er niet goed uit. Overigens, wat was er mis met paard en wagen? Het is warm vandaag, de temperatuur loopt op tot zo’n 28 graden. Toch is het lang niet zo warm als vorige maand. Dat komt mede door de frisse wind, die is heerlijk verkoelend.
We genieten nog van een korte pauze, die we zittend tegen een boom doorbrengen.
Het is nog een kilometer of twee naar Buren. Als ik dat inschat kunnen we de bus van 16.31 uur nog halen. Dat zou me goed uitkomen, dan kan ik nog voor zevenen thuis zijn. Vanavond hebben we een barbecue met onze woongroep en die zou ik graag willen meemaken. We lopen nog een stukje langs de Ravenswaaijsche Wetering en dan over de omwalling. Hier staan nog twee oude kanonnen, hoewel, het zullen wel replica’s zijn. We zien in de verte de stellingmolen ‘De Prins-van-Oranje’ uit 1716/1911. Er staan twee jaartallen omdat de molen in 1911 door brand werd verwoest en is herbouwd. De molen is maalvaardig en verkoopt eigengemalen tarwemeel. We lopen langs de Sint-Lambertuskerk uit 1395, gelegen aan de markt. Trouwens, het is erg druk in Buren. Onderweg hebben we nagenoeg geen mens gezien, hier is iedereen.
Tijd om verder door Buren te lopen hebben we niet. Ik zie een bordje ‘Kasteelplantsoen’. De bushalte heet ‘plantsoen’, dus dat bordje houden we aan. Precies 16.25 uur zijn we bij de bushalte, ruim op tijd. Ik ga er even bij zitten, de laatste kilometers hebben we een behoorlijk hoog tempo aangehouden. Zo’n grote bus kan ik niet over het hoofd zien, dus ik kan tijdig mijn rugzak omdoen en mij opstellen aan de stoeprand. Plotseling zie ik een mini-busje voor mijn neus staan. Wat is dit nu weer? Het blijkt te kloppen, de mini-bus gaat naar Culemborg. Omzichtig manoeuvreer ik mij door het gangpad en zet mijn rugzak achter in de bus neer. Nu moet ik weer naar voren om mijn strippenkaart te laten afstempelen. Dat blijkt niet nodig, de chauffeur is zijn stempel vergeten. Vandaag is het gratis. In hoog tempo rijden we in no-time naar Culemborg. Deze chauffeur heeft Italiaans bloed in de aderen. Toch rijdt hij veilig. Vanaf Culemborg gaat het volgens dienstregeling en inderdaad ben ik voor zevenen thuis. Ze zijn al begonnen met de barbecue, maar ik kan meteen inhaken. Dit is ook een mooie afsluiting van de voettocht. Sowieso een mooie voettocht, geweldig goed weer en veel gezien. Joke: bedankt!