Maarten van Rossumpad (juli 2008)

Zaterdag 26 juli 2008
Wenum – Eerbeek
Aangezien we hebben besloten om iets eerder te vertrekken heb ik de wekker op 06.00 uur gezet. Het is niet koud, de thermometer staat op 19 graden. Ik heb prima geslapen, ondanks dat ik het vannacht nog heb horen onweren. Tijdens het ontbijt valt een spet regen, het is helemaal bewolkt.
Om half acht lopen we de camping af. Eerst lopen we 500 meter in westelijke richting om weer op de route te komen en daarna gaat het in zuidelijke richting. Even na achten bereiken we de noordgrens van Apeldoorn. Helaas is dat op het plaatsnaambord niet te lezen, het is zo donker onder de bomen dat mijn fototoestel de flitser activeert. Ik moet straks in de gebruiksaanwijzing opzoeken hoe ik dat moet voorkomen. We zitten goed, de route loopt langs paleis Het Loo. Toch letten we niet goed op, even verder lopen we rechtdoor in plaats van rechtsaf te slaan. We krijgen het pas een eind verder in de gaten. Jammer, we missen nu paleis Het Loo. Hoewel, voor een bezoek aan Het Loo hebben we sowieso geen tijd. ‘Elk nadeel heb z’n voordeel’, blijkt weer. We komen nu langs de voormalige Van Haeften Kazerne. Ook deze kazerne bleek na de val van de Muur overbodig en is verbouwd tot appartementencomplex. Toentertijd zat hier de MID oftewel de Militaire Inlichtingen Dienst en ik meen ook de CID oftewel de Contra Inlichtingen Dienst. Bij Het Kleine Loo zitten we weer op de route. Wat is dit overigens voor een buitenhuis?
Ik heb geen idee. Wie het weet mag het zeggen. We lopen door de wijk Berg en Bos, tja, hier woont de wat beter gesitueerde. Even verder steken we de J.C. Wilslaan over. Verderop ligt De Apenheul en daar zal ongetwijfeld een restaurant zijn. Dat betekent een heel stuk omlopen en dat doen we dus maar niet.
Zodra we een picknickbank zien, maken we zelf koffie op onze brandertjes.
Nog wat verder komen we door het Orderbosch. Hier is de Politieacademie gevestigd en tot mijn verbazing lopen we achterlangs de Koning Willem III-kazerne. Het achterste gedeelte van deze kazerne heet de Frank van Bijnen Kazerne en daar heb ik nog enige tijd ‘gelegen’, zoals dat heet. Eigenlijk lopen we nu al de nodige uren westelijk van Apeldoorn. Pas als we de N304 oversteken zijn we er zo ongeveer langs. Onderweg zie ik dit leuke boerderijtje. Nog weer verder gaan we onder de A1 door en weer even verder zien we
‘De Hamermolen’. Vreemd, hier staat niets over in het wandelboekje, toch is dit een historische papiermolen uit omstreeks 1646. De naam De Hamermolen is afkomstig van de zogeheten ‘hamers’ die lompen vermengd met water tot pulp sloegen. Van deze brei werd ‘papier’ gemaakt. Ik heb dat proces ergens in werking gezien, ik meen in het Openluchtmuseum te Arnhem. Momenteel is De Hamermolen in gebruik als trainings- en congrescentrum. Het is hier nogal landelijk, maar even verder lopen we weer het bos in. Dit is het Salamanderven, er staat een bordje bij, dus het kan niet missen. Het moet vannacht geregend hebben, anders zouden er niet zulke plassen staan.
Op sommige plaatsen moeten we door het bos, zo groot zijn de plassen. Er komt een stel paarden aan met daarachter zo’n karretje. Daar staat een nummer op. Deze mannen zijn met een serieuze zaak bezig, dat zie je zo. Even later zie ik nog meer van dit soort combinaties. We lopen een stukje langs Beekbergen. Oeps, het is druk. ‘Internationale Mendagen’, lees ik op een spandoek. Het plaatselijke naaikransje is ook druk doende geweest. Of is dit kunst met een grote ‘K’? De route gaat rechtsaf in zuidelijke richting langs een maïsveld. Hier staat een handwijzer. Ai, het Marskramerpad komt hier ook langs, dus ik hoop hier nog een keer te komen. Eigenlijk loopt de route ten zuiden van Beekbergen naar het Apeldoorns Kanaal. Het is even na enen, tijd voor KMA danwel lunch. We besluiten Beekbergen in te draaien en komen meteen op een groot terras terecht. Het heet hier ‘De Smittenberg’. Tja, de bediening moet het nog een beetje leren. Eerst komt mijn koffie en na een minuut of tien de appeltaart. Geen foto dus. Ach, de koffie en de appeltaart is prima, dus moet ik niet zeuren. Warm is het sowieso, het is dik 27 graden. We gaan nog even winkelen bij Super De Boer. Tjonge, volgens mij is het ‘wisseldag’, de winkel is tjokvol met toeristen die volgeladen winkelwagens voortduwen. Zouden ze om de calorieën denken? We lopen de Dorpsstraat door en slaan rechtsaf. Even verder zitten we weer op de route. Na zo’n half uurtje bereiken we de Toeristische Spoorweg. Helaas, geen stoomtrein te zien. Ik weet trouwens niet of je ‘zomaar’ een kaartje kunt kopen. Het station Beekbergen zit trouwens een kilometer noordelijker, zo ongeveer bij de boerderijen in de verte. Tja, het volgende station is Eerbeek en daar moeten wij ook naartoe. Ik heb er bij de voorbereiding van deze voettocht totaal niet aan gedacht dat hier een spoorlijn loopt.
Nu moeten we maar naar Eerbeek met de benenwagen en dat bij deze hitte.
We lopen een klein stukje langs het spoor en gaan dan onder de A50 door.
Links van ons ligt een golfterrein. Zo rond een uur of vier lassen we nog een pauze in. Tijd om wat te eten en te drinken. Nog een kilometertje en dan bereiken we het Apeldoorns Kanaal. Daar moeten we een kilometer of zes langslopen. Ik zie er wel een beetje tegenop.
Het valt gelukkig geweldig mee. We moeten de ophaalbrug oversteken en lopen dan verder op het voet- en fietspad. De snelle auto’s en nog snellere motoren rijden gelukkig aan de andere kant van het kanaal. Overigens, het kanaal is gegraven in 1829 en loopt van Hattem naar Dieren. Het diende als aan- en afvoerweg voor de papierindustrie. Het is maar kort in gebruik geweest, het kanaal bleek al spoedig te smal.
We passeren ‘De Middelste Molen’. Dit is de enige authentieke papierfabriek in Nederland die nog op waterkracht werkt. Het is te bezichtigen, maar het is net na vijven en inmiddels gesloten. Ik moet hier maar eens terugkomen.
Inmiddels betrekt het en zo nu en dan valt er een spet regen. Ik hoop dat we het nog even droog houden. De tent opzetten en koken in de regen is geen aantrekkelijk vooruitzicht. Precies om half zes lopen we de NIVON camping ‘Het Hallse Hull’ op. Twee dames ‘bemannen’ de receptie. Oh ja, tegenwoordig heet dat ‘bemensen’. Goed, we worden hartelijk welkom geheten en mogen op het tententerrein staan. We zijn niet de enigen, ik tel zo nog een twaalftal tenten. Er komt iemand langs met de mededeling dat de poppenkast zo meteen begint. Dat laat ik maar aan mij voorbijgaan, ik begin met een kerriesoepje. Daarna loop ik terug naar de receptie om de rekening te betalen. We zijn per persoon €6,75 kwijt, inclusief de douche. Terug bij de tent bereid ik een Orienty Bami van Knorr. Deze smaakt mij beter dan de nasi van gisteren. Misschien komt het door de wijn, dit keer drink ik er een Merlot bij uit Zuid-Australië. Gisteravond heb ik vermoedelijk een beetje geknoeid met de wijn, want mijn bekertje en later de fles waren opeens leeg. Deze Merlot heb ik vanmiddag aangeschaft bij Super De Boer en mijn complimenten, het is een prima te drinken wijn. Na de afwas zie ik in de verte donkere wolken. Zo te zien gaat de bui langs de camping. Toch doe ik mijn rugzak in de tent en sluit deze af. Eerst maar onder de douche. Deze werkt zonder muntjes of tijdschakelaar, dus houd ik mijn wandelshirt aan. Een beetje zeep erbij, uittrekken, uitspoelen, uitwringen en morgen kan ik hem weer schoon (en hopelijk droog) aan. Ik hoor intussen een enorm ‘geroffel’ op het dak. Zou het regenen? Als ik de deur open blijkt dat het geval. Het is een complete stortbui en het onweert heel behoorlijk. Hier ga ik niet doorheen. Na een minuut of tien zakt het af en kan ik naar mijn tent sprinten. Wat een geluk dat ik mijn rugzak in de tent had gedaan en de rits had gesloten. Ik hoor van Karel dat we er vandaag 39 GPS kilometers hebben opzitten. Dat is dus vier kilometer meer dan de planning. Dat zou goed kunnen kloppen. Ik heb gezien dat ik een blaar heb gelopen op mijn rechterhiel. Gelijk maar goed afplakken, dan kan ik morgen weer verder. Tja, veel te beleven valt er hier niet. Eerbeek ligt hier zo’n twee kilometer vandaan en eigenlijk heb ik het wel gehad voor vandaag. Ik heb nog een bodempje wijn en ik ga op de slaapzak liggen met mijn MP3-speler. Het is nog steeds erg warm.