Utrechtpad (dec 2007)

Zondag 16 december 2007
Lage Vuursche – Utrecht
Ik kijk op mijn Tracer (horloge) en zie in het hartstikke donker, Tracer nietwaar, dat het kwart voor zeven is. Is mijn mobiel niet afgegaan? Een paar seconden later hoor ik de herhalingswektoon, ik heb het ding om half zeven gewoon niet gehoord! Ik lag ook aardig diep in mijn slaapzak weggekropen, want het was tamelijk koud vannacht. Toch heb ik comfortabel geslapen. Ik rits de tent open en zie dat het gras wit bevroren is.
Het is onbewolkt. Ik moet een beetje opschieten, anders ben ik om acht uur niet gereed voor vertrek. Toch haal ik het makkelijk. We lopen het bos uit en stappen de weg op. Niemand te zien, alles en iedereen is nog in diepe rust. Zo mag ik het graag zien.
Om te beginnen krijgen we 6 kilometer bos weg te kauwen. Het heet: Maartensdijksche Bosch. We passeren een afgebrand restaurant, het moet wel de Fazantenhof zijn. Het ziet er troosteloos uit. Over het viaduct gaat het – welke snelweg is dit trouwens – en lopen even verder langs de Hoorneboegse Heide. Nog een klein stukje bos en dan komen we weer in weidelandschap. Hier begint ook het Tienhovensch kanaal. Er staat hier een boerderij waarvan de hond behoorlijk te keer gaat. De bewoners zijn nu ook wakker.
Wit bevroren is het, maar er ligt geen ijs op het kanaal, of zouden de eendjes het openhouden. Hier lopen we over de kanaaldijk, het is even doorbijten, maar het weer zit mee. Tja, dit is de lange rechte weg naar Tienhoven. Asfalt, niet echt prettig lopen. Toch is er hoop, in Tienhoven is een restaurant. Ik heb hier eerder gelopen, mogelijk toen de NS-wandeltocht. De Tienhovense Plassen, het is een verveningsplas met legakkers en trekgaten. Rechts van ons de Stille Plas. Dan linksaf het dorpje Tienhoven in. Het is een typisch lintdorp en na een paar honderd meter bereiken we ‘Het Olde Regthuys’. Het is kwart voor elf, dus koffietijd. Wat is dit nu, het pand is gesloten. Tegenover het restaurant staat de kerk. Ik hoor gezang en ik weet, dit is het gezang dat aangeheven wordt bij het uitgaan van de kerk. Ach, als we even wachten komt de uitbater naar buiten en gaat het restaurant open. De kerk stroomt leeg, tjonge, wat een boel volk.
Ik kijk zo dorstig en hongerig mogelijk, maar dat helpt niet. Iedereen loopt langs ons heen, net of we wat mankeren. Niemand loopt richting ‘Het Olde Regthuys’, de uitbater ligt zeker nog op één oor. Niemand inviteert ons voor koffie. Hoe zit dat nu met de barmhartigheid? Ik drink maar een slokje – koude – chocomel en eet een stuk speculaas. We zitten hier teveel op de wind om zelf koffie te maken, we moeten op zoek naar een ander restaurant. Ach, verderop ligt Maarssen, daar kunnen we over een uurtje zijn. We stappen zeer teleurgesteld op.
Dit is een stukje Bethunepolder. En hier een dubbele groepsschuilplaats uit 1939. Zou toentertijd niemand de dreiging van oorlog in de gaten hebben gehad? Als militairen als gekken aan het graven en bouwen gaan, dan gaat er toch een grote bel luiden? Of wilde men het niet zien?
De groepsschuilplaats staat op ‘pootjes’, dit is gedaan omdat hij in het te inunderen gebied staat. Boven de linkeringang staat de tekst: ‘M19N’ en boven de rechteringang: ‘MZIN’. Hier kan ik geen chocola van maken. We komen langs het voormalig stoomgemaal Bethunepolder. Uiteraard (helaas) is de stoommachine sinds lang vervangen door een elektrisch exemplaar. Het gebouw zelf is niet echt fotogeniek. Op schootsafstand staat weer een groepsschuilplaats. Het zonnetje staat er mooi op, maar geloof maar dat het ijskoud is in zo’n ding. Even na twaalven bereiken we de bebouwde kom van Maarssen met uiteraard de Vecht. Hier moet in de buurt ook een uitspanning zijn. We vragen het even, maar we horen dat we dan terug moeten lopen. Verder weet mevrouw niet zeker of de uitspanning wel open is. Dat gaan we maar niet proberen, nog een kilometer, dan zitten we in het centrum.
Iets verder ligt Goudesteyn, een van de vele buitenhuizen langs de Vecht. Momenteel is hier het Gemeentelijk Administratiekantoor gevestigd. Je werkt hier wel op stand. De poort staat open, ik zal maar niet aanbellen. Verder langs de Vecht, aan de overkant staat een mooi theehuis. Dat is wel een idee, zo’n theehuis, helaas is ons tuintje net te klein voor zoiets. Het volgende buitenhuis is Doornburg, momenteel in gebruik door een kloosterorde. Een mooi smeedijzeren hek uit 1723. Dan, eindelijk, even na half een, de bistro ‘Zuster Francina’. De bordkartonnen kok wenst ons hartelijk welkom. Erwtensoep met roggebrood en spek hebben ze hier. Dat gaat er wel in! Ik kom bij.Het is sowieso pittig doorstappen, maar de psychische dreun die ik kreeg uitgedeeld in Tienhoven, deed me bijna de das om. We blijven hier een uurtje hangen. Na nog een kop koffie besluit Cok om de bus te nemen naar Utrecht. De rest van de wandeling is niet zo spectaculair en kent hij goed. Coby had in Tienhoven al afgehaakt, gezien een andere afspraak. Joke gaat in eigen tempo verder naar Utrecht. Dus lopen Sjef en ikzelf in straf tempo weg. Langs een grachtje gaat het en dan komen we langs Huis ten Bosch gebouwd in 1628. De voorgevel is in Hollands-classicistische stijl uitgevoerd. Persoonlijk zou ik de heg wat lager houden. We passeren de N230 en even verder staat deze statige boerderij. Eerst denk ik dat de hond nep is, maar na het poseren begint hij wild te blaffen. Ook hier zijn de mensen wakker. Nog een mooi stukje Vecht. Net voorbij de N404 staat de Westbroekermolen uit 1753, een achtkante bovenkruier en rechts daarvan de Molen Buitenweg uit 1830, een wipwatermolen. Het is hier een wirwar van watergangen en sluisjes. Door het straffe tempo lopen we bijna te ver, op het laatste moment zien we dat we rechtsaf langs Slot Zuylen moeten. De route loopt helemaal om het Slot heen, zodat we het van alle zijden kunnen bewonderen. De muur rond het slot golft een beetje, maar ik weet dat het dient om zoveel mogelijk warmte vast te houden voor de (fruit)bomen die aan de binnenkant zijn aangeplant. Nog even verder en we lopen nog steeds langs de Vecht de stad Utrecht binnen.
Zo’n woonboot heeft ook wel wat. Tja, en dan lopen we echt de stad in. Wat een drukte, dat zijn we eigenlijk niet gewend.
Ik probeer nog een foto te maken van de Oude Gracht met de Dom op de achtergrond. Dat lukt niet, de batterij van mijn toestel is leeg. Het zal mede door de kou komen, normaal kan ik makkelijk drie dagen vooruit. We lopen het station binnen en eerst pin ik een kaartje. Sjef is al voorzien en we nemen afscheid. Ik zie dat ik nog een minuut of vijf heb om de trein te halen. Dat lukt makkelijk en tegen vijven ben ik thuis. Mooi op tijd om de tent en de slaapzak uit te hangen. Snel douchen en omkleden en om zes uur zitten we bij Kapadokya. Orchideetje is gisteravond al wezen eten bij Peacocks en we moeten de klandizie natuurlijk eerlijk verdelen. Ik kan terugkijken op een prachtige wandeling.
Pittig door de kou en elke dag ongeveer 30 kilometer lopen. Reino, Joke, Coby, Cok en Sjef: bedankt.