Utrechtpad (dec 2007)

Zaterdag 15 december 2007
Amersfoort – Lage Vuursche
Om half zeven gaat mijn mobiel. Het is bewolkt, niet koud en nog hardstikke donker.
Ik heb heerlijk geslapen, bijna net zo goed als thuis. Zoals gewoonlijk maak ik thee en havermoutse pap. Daarna gaat de boel in mijn rugzak en tegen achten is iedereen gereed voor vertrek. Rond de tenten van de jongens zie ik geen activiteiten en meer tenten staan er ook niet. Ik vraag me af hoe het met de dropping is afgelopen. Wij moeten weg, want ik heb met Reino om 09.30 uur afgesproken in de binnenstad van Amersfoort.
De route is prima gemarkeerd en zonder problemen steken we de A28 over. Het is alweer akelig druk, waar moet iedereen toch heen op zaterdagochtend. Iets verder steken we het ‘Pon-lijntje’ over. Het is nog een restant van de spoorlijn Amersfoort-Kesteren en in gebruik door auto-importeur Pon in Leusden. Via het Randenbroekerpark, nou ja park, bereiken we de binnenstad. Ik bel even mobiel, Reino blijkt in lunchroom Christea’s te zitten in de Krommestraat. Eerst passeren we nog een andere lunchroom, die aardig vol zit. In Christea’s zijn wij de enigen. Het lijkt me dat deze zaak eigenlijk te ver van de winkelstraat af zit. Goed, het bedienend personeel is aardig en buitengewoon behulpzaam, dat is ook veel waard. Ik bestel koffie en honingkoek met noten. Dat smaakt prima. Reino vertelt dat haar knie aardig dik is en het haar verstandig lijkt de boel niet verder te forceren. Ze haakt dus af, volgens mij een verstandige beslissing. Coby heeft ook last van haar knie en pakt hier de trein naar Baarn. Daar wacht ze op ons.
Om twintig over tien stappen we op. Ik vraag even de weg naar de Koppelpoort, want we zitten hier niet meer op de route. Dat blijkt gemakkelijk te vinden, eerst komen we langs Flehite. Het is een museum, maar wegens renovatie tot eind 2008 gesloten.
Overigens hebben we tijdens wandelingen toch geen tijd om dit soort dingen te bekijken. Iets verderop ligt de Koppelpoort, ik ben hier eerder geweest, maar deze reddingssloep zie ik voor het eerst. De Koppelpoort is een combinatie van een land- en waterpoort. De poort bevindt zich aan de noordwestkant van de binnenstad, waar de Eem de stad verlaat. De poort is rond 1425 gebouwd als onderdeel van de tweede stadsmuur. We lopen onder de spoorlijn door en verder langs de Eem. Daarna steken we het Vallei-kanaal over en komen terecht in Hoogland. Tot 1974 was het een zelfstandige gemeente, nu maakt het onderdeel uit van Amersfoort. We blijven aan de westelijke rand lopen.
Bij de bushalte steken we de Hamse weg over en lopen verder over de Coelhorsterweg in westelijke richting. Landelijk is het hier, zeer landelijk. Ik heb het niet zo op weilanden en zeker niet op asfaltwegen. Ik snap niet dat de route niet langs de Eem loopt, die ligt ongeveer 500 meter links van ons. Mogelijk loopt daar geen wandelpad of is het particulier bezit.
Tegen twaalven krijgen we toch wel trek. Er staat een bank, we zitten dan wel niet helemaal uit de wind, maar het kan net. We moeten iets omlopen, verderop staat het voormalig stoomgemaal Zeldert uit 1896. Momenteel staat er een eigentijdse elektrische pomp. Maar ja, wat als de stroom uitvalt? We hebben het weer gezien in de Bommelerwaard. Hier zit je dan niet alleen in het donker en de kou, maar krijg je ook nog natte voeten. Ik ben ervoor om de stoommachine in ere te herstellen. Brandstof in de vorm van bomen staan op de dijk, wat wil je nog meer. Bij het gemaal gaan we verder over de grasdijk langs de Eem. Kijk, kon dat nu niet eerder? Ganzen zijn er hier genoeg, de boer zal er niet blij mee zijn. De Eem met tegenlicht. Nou ja, de zon laat zich vandaag niet zien, het blijft maar nevelig. De A1, oeps wat is het druk! Eerst gaan we eronderdoor, dan omhoog, erlangs en dan over de Eem. Dan weer een trap af en weer onder de A1 door. Verder gaat het langs de Eem in zuidelijke richting. Even verder staat een paard. Dat kan toch niet goed zijn, een paard in een ondergelopen weiland? Het beest heeft honger, want het knabbelt gras. Een kilometer verder lopen we Baarn in. Hier zit geld, dat is te zien. Toch wil ik niet ruilen, er zit best een boel werk aan zo’n huis. En personeel is ook niet alles. Niet voor niets luidt het (joodse) gezegde: ‘Ik wens je veel personeel toe’. Tegen tweeën bereiken we station Baarn. Coby zouden we hier oppikken, echter ze blijkt bij restaurant ‘De Generaal’ te zitten. In elk geval scoren we hier eerst een beker koffie. Om half drie gaan we weer van start en lopen het Baarnsche Bosch in. Hier is een prachtige vijver aangelegd. En dan aan de Amsterdamse straatweg paleis Soestdijk. Het oogt nogal nevelig en dat is het ook. Op internet kun je kaartjes à €12,50 boeken voor een rondleiding. Ik vraag me af wat er op termijn met dit gebouw gaat gebeuren. Er zit gruwelijk veel hout aan dit gebouw, oftewel, het is heel duur in onderhoud. We lopen een klein stukje langs de straatweg en draaien dan linksaf het bos in. Het begint meteen goed, het is nogal modderig. Het is vanaf hier precies 7 kilometer naar Lage Vuursche waar we bij de Nivon willen overnachten. Het is verder allemaal door het bos, dus gezien de vroeg invallende duisternis moeten we een beetje doorlopen. Dat doen Coby en Cok, ook al omdat ik ze gevraagd heb contact te maken met het Nivon-huis. Ze zijn er lid van, vandaar.
Onderweg komen we nog langs prachtige vennetjes en eindelijk komt de zon een beetje door. Dat zie je wel vaker, als de zon bijna ondergaat, wordt het helder. Nog 1,4 kilometer, het schiet lekker op. Onderweg spreken we met wandelaars, die ons verbijsterd aankijken. Ze vragen zich af, gezien onze grote rugzakken, of wij misschien gaan kamperen. ‘Inderdaad’, zeggen wij. ‘Maar het gaat vannacht 5 graden vriezen’, zeggen ze. ‘Oh’, zeg ik, ‘we zijn -17 gewend, dus dat valt mee’.
Dit is het nieuwe hek rond Drakenstein, de voormalige woning van Koningin Beatrix en Prins Claus. Ik heb over dat hek gelezen, de omgeving is er niet blij mee. Inderdaad, dit ziet er nogal dreigend uit. Om de 20 meter hangt een camera en overal staan zoeklichten, min of meer verdekt opgesteld. Tja, de bewoners zijn feitelijk de gevangenen van zichzelf. Willem Holleeder geniet mogelijk meer privileges. Het begint al te schemeren, vandaar dat de foto enigszins ‘mistig’ oogt. Tegen half vijf bereiken we Lage Vuursche. Het is allemaal in kerstsfeer, jammer dat er geen sneeuw ligt. Ik zie Coby en Cok voor mij lopen, ik heb ze bijna ingehaald. Als ik het Nivon-huis binnenstap, hoor ik dat we hier sowieso niet terecht kunnen, omdat het door een orkest is afgehuurd. Dat is te zien en vooral te horen. Er wordt druk geoefend op de Radetzkymars. Daar moet nog een en ander aan gebeuren. De bijbehorende camping is in andere handen overgegaan. Die camping ligt aan de overkant van het Nivon-huis, dus daar zijn we zo. Hier vangen we wederom bot, de camping is gesloten! We krijgen geeneens water, daar kan mevrouw niet aan beginnen. Prima, deze camping gaat bij mij op de zwarte lijst! Hij heet: Camping Eterna. We lopen weer terug naar het Nivon-huis om daar water te vragen. Dat water is geen probleem en de beheerder is nog zo behulpzaam om ons een mogelijke wildkampeerplek te wijzen. Dat is hier wel dik een kilometer vandaan.
In elk geval lopen we die richting uit, oftewel linksaf richting Lage Vuursche.
Inmiddels is het aardig donker geworden. Laten we nu 200 meter verder een prachtige wildkampeerplek vinden in het bos! We zitten hier op de route en maar een paar honderd meter van het dorp. Dan kunnen we vanavond nog een neut drinken en opgewarmd de slaapzak in. Ook kunnen de liefhebbers een pannenkoek gaan eten, de lekkernij waar Lage Vuursche om bekendstaat. Ik zet snel mijn tent op, het is nog net zonder hoofdlampje te zien. Ik heb een goed gevoel over deze plek, hier zal niemand ons storen. Ik begin weer met een kerriesoepje, gevolgd door een nasi-maaltijd van de firma Knorr. Met het restje witte wijn erbij prima te eten. Joke gaat een pannenkoek eten in het dorp, daar had ze zich op verheugd. Tegen half zeven ga ik met Sjef naar Lage Vuursche, waar we Joke al in het eerste restaurant vinden. Wat me verbaast, het zit nog aardig vol met vaders, moeders en veel kindertjes. En allemaal achter de pannenkoeken. Wordt er thuis niet meer gekookt tegenwoordig? Of zijn ze allemaal jarig?
Wij bestellen wijn en bier, daar zijn we wel aan toe. Ook vandaag hebben we er een respectabel aantal kilometers opzitten en het tempo was aan de hoge kant. Tegen achten lopen we terug naar onze wildkampeerplek. Ik bel nog even naar huis, maar er wordt weer niet opgenomen. Orchideetje haar mobiel werkt ook niet mee. Tja, zo’n ding moet je wel aanzetten.