Najaars-arrangement Den Bosch (aug 2022)

Donderdag 1 september 2022
Drunen – ’s Hertogenbosch – Drunen
Vannacht ging er ergens een zekering uit, alle opladers stopten ermee. Na een uurtje ging de boel weer aan. Tja, kan gebeuren.
Om halfacht staan we op en om kwart over acht zitten we aan het ontbijt. Kijk, het ontbijtbuffet ziet er goed uit, maar ik mis gebakken eieren (met spek).Wacht, gebakken eitjes kunnen worden besteld, daar maak ik gretig gebruik van. Ach, spek hoeft ook niet altijd.Ik kijk De Telegraaf even door, daar word je ook niet echt vrolijk van.
Om halftien rijden we naar ’s Hertogenbosch. Hm, de parkeergarage ‘Stationsplein’ kan Apple kaarten niet vinden. Maar als we naar het station rijden blijkt hij gewoon te bestaan. Ok, parkeren, naar boven en we staan op het Stationsplein. Het is opnieuw prachtig weer.De Drakenfontein aan het Stationsplein is vernoemd naar jonkheer Paulus Jan Bosch van Drakestein. Hij was van 1856 tot 1894 Commissaris der Koning in de provincie Noord-Brabant. Bij zijn overlijden in 1894 liet hij een legaat van 10.000 gulden na aan de gemeente ’s-Hertogenbosch. Met dat geld moest de stad een fonteinmonument oprichten ter nagedachtenis aan zijn vrouw en zijn tweelingdochters. Deze tweeling was op zestienjarige leeftijd in november 1881 daags na elkaar overleden. Zijn vrouw stierf drie jaar daarna. Het monument moest de herinnering aan hen levend houden.
Maar het beeld is beter bekend onder de naam ’Het standbeeld voor de schoonmoeder’.Toont de linker- of de rechterkant mooier?Iets verder is de ‘wereldberoemde’ lunchroom van Jan de Groot. Hier nuttigde ik al menigmaal een ‘Bossche Bol’. Maar nu hebben we het – uitgebreide – ontbijt net achter de kiezen, dus nu maar even niet.Er staat geen informatiebordje bij dit beeld.Hier is de opstapplaats voor een rondvaart over de Binnendieze. Dat doen we maar niet, varen is niet ons ding.Op deze locatie is een plaquette en een beeldje te zien.Sowieso ligt de Binnendieze er pittoresque bij.Eerlijk gezegd heb ik nog nooit van deze filosoof gehoord.Ai, struikelstenen. Daar heb ik al vaker over geschreven. Het is toch elke keer weer schrikken als ik ze zie.Zomaar een mooie gevel. Tja, dat is de ‘Hollandse Ziekte’, overal geparkeerde (neergesmeten) fietsen.Tot nu toe hebben we gelopen op de GPS-stadswandeling, maar nu zijn we bijna op de locatie waar de VVV-stadswandeling start. Hier is het stadhuis, helaas staat de zon aan de verkeerde kant.Het huidige Bossche stadhuis bestaat in feite uit drie samengevoegde woonhuizen.
Het brede middengedeelte was het 13e-eeuwse, stenen huis van de familie Leisscap.
In 1366 werd het ‘Heerenhuis van Leisscap’ door de stad aangekocht om te worden herbestemd tot raadhuis. Na ruim een eeuw werd in 1481 het linkerbuurpand, de Gaffel, bij het stadhuis gevoegd. Het rechterbuurpand was rond 1530 in bezit gekomen van het Sint-Nicolaasgilde van de kramers en gebruikt als gildehuis. In 1599 werd ook dit gebouw, Sinter Claes genaamd, door de stadsregering aangekocht. Bovenop dit stadhuis werd in 1650 een nieuwe toren geplaatst. In de top van de gevel bevindt zich een driehoekig fronton met het stadswapen, bekroond door een hertogskroon en geflankeerd door twee wildemannen. De drie afzonderlijke gevels verdwijnen in 1670 en worden vervangen door één grote gevel. De stijl verandert van een Brabants-laatgotische in een Hollands-barokke pui. Je zou ook kunnen zeggen van een katholieke in een protestantse stijl. Bij de grote verbouwing blijven de kelders en zijmuren van de vroegere middeleeuwse panden gespaard. Het exterieur van het stadhuis is vanaf 1670 tot op de dag van vandaag bewaard gebleven.
Hier start de VVV-stadswandeling pas echt, bij de VVV gevestigd in de Moriaan.
De Moriaan staat bekend als het ‘oudste bakstenen huis’ van ‘s-Hertogenbosch.
Volgens overlevering is het gebouwd door hertog Hendrik I van Brabant voor zijn vriend Beckerlijn. De Moriaan is een voorbeeld van een groot, stenen zaalhuis uit vermoedelijk eind 12e, begin 13e eeuw. De oudst bewaard gebleven delen dateren uit de 13e eeuw, in de 14e eeuw is het pand ingrijpend gewijzigd. De imposante zaalruimte laat een mooie, houten kapconstructie zien. Onder de straat ligt nog een kleine kelder, mogelijk uit de 14e eeuw. De trapgevel met houten vakwerk is een 20e-eeuwse reconstructie.Stadskasteel De Roodenburg is een rijksmonument met een glorieus verleden: het fungeerde onder andere als gemeentelijk belastingkantoor, kazerne, bierbrouwerij, tehuis, gevangenis en vismarkt. Hunkemöller International B.V. is op dit moment in het pand gevestigd.Dit is het voormalig woonhuis van Jheronimus Bosch. Na zijn huwelijk met Aleid van de Meervenne neemt Jheronimus Bosch zijn intrek in de woning aan de Markt nummer 61. Zijn echtgenote heeft het huis van haar bemiddelde familie geërfd. In die tijd heet het pand ‘Inden Salvatoer’. De schilder woont er tot zijn dood in 1516. Zijn vrouw blijft er daarna nog zes jaar wonen.En dit is hemzelf. Juni 1930 werd het standbeeld van Jheronimus Bosch onthuld, ontworpen en vervaardigd door August Falise. Het stond midden op de Markt.
Het kunstwerk was tot stand gekomen op initiatief van toenmalig burgemeester Van Lanschot. Het kon gefinancierd worden dankzij gulle giften van vele Bosschenaren.
Door allerlei veranderingen aan de inrichting van de Markt heeft het beeld van Jheronimus Bosch op wel drie verschillende plaatsen gestaan. Het beeld werd steeds meer een verzamelplaats van oudere en jongere Bosschenaren. In de zomer van 1966 vonden er rond het beeld poetry readings plaats, in navolging van de happenings rond Het Lieverdje in Amsterdam. Sinds maart 2009 staat het standbeeld van Jheronimus Bosch vlakbij het schildersatelier van de familie Van Aken.Dit is het Huis van Bosch. Zo te zien is het een museum, maar echt aantrekkelijk kan ik het niet vinden. Wij gaan weer verder.Iets verder is de apotheek ‘De Eenhoorn’.Deze plaquette is nagenoeg onleesbaar, maar betreft de ‘Waterpoort’.Op het Herman Moerkerkplein staat de fontein van Dieske, een elfjarige jongen die uitgroeide tot middeleeuwse volksheld. Ooit zou Dieske zijn stad gered hebben door te waarschuwen voor een inval door de Geldersen. Het beeld van Dieske is gemaakt naar een 500 jaar oude tekening van Alart Duhamel, één van de bouwmeesters van de Sint-Jan en tijdgenoot van Jheronimus Bosch. De beeldengroep, met de officiële naam ‘Minnepaar en nar bij een fontein’, is hier in 1992 geplaatst.Boven de brug is de Gasthuispoort, daar lopen we nu naartoe.En dit is hem.Dit moet het restant van de poorttoren zijn, maar ik kan er geen chocola van maken.
Na de 14e eeuw is de poort in gebruik geweest als gevangenis.Dit pand is niet vermeld in de stadswandeling, maar zo te zien is het ooit een bioscoop geweest. Nu zit de ‘Zeeman’ erin, u weet wel, kinderen worden gepest als zij ‘Zebra’ kleding dragen. De ‘bra’ is van de ‘Wibra’.Kijk, hier zat toentertijd een supermarkt van P. De Gruyter & Zn. Piet is in Den Bosch begonnen, dit kan wel één van de eerste winkels zijn. Ik ken de winkelketen nog wel, uiteindelijk is de keten in 1976 overgenomen.Zomaar een inspirerende tekst.Het Zwanenbroedershuis is de thuishaven van de illustere Lieve Vrouwe Broederschap.
De broederschap bestaat nog steeds. Bekende leden waren Jheronimus Bosch en Willem van Oranje; enkele leden van het Koninklijk Huis zijn nu nog lid. Deze vereniging is in 1318 opgericht en had de verering van Maria tot doel. De leden kwamen voor hun diensten samen in hun eigen kapel in de Sint-Janskathedraal, de huidige Sacramentskapel.
Naast de Mariaverering zorgde de broederschap voor de armen. Tevens heeft ze bijgedragen aan de ontwikkeling van ‘s-Hertogenbosch als centrum van laatmiddeleeuwse muziek. De vier kalkstenen figuren aan de gevel zijn belangrijke Zwanenbroeders. Uiterst links staat Willem van Oranje (eerste Oranje Zwanenbroeder).Het Oeteldonks Gemintemuzejum en de Zusters van Orthenpoort.De Binnendieze. Ach, zo zien we het ook en dat zonder te varen.Dit uitgebloeide perkje heet de ‘Tuin der Lusten’. Mogelijk zijn we voor de ‘Lusten’ te vroeg.In de Hinthamerstraat is deze tekst te lezen. Heeft de dichter zojuist de ‘Tuin der Lusten’ bezocht?Wat is dit nu weer? Ai, het Jheronimus Bosch Art Center (JBAC) waar een compleet overzicht van het leven en werk van Jheronimus Bosch is te zien. Dit JBAC is gevestigd in een voormalige rooms-katholieke kerk, een centraalbouw met een hoge klokkentoren in Toscaanse stijl. Deze kerk was gewijd aan de Heilige Jacobus en is hier tussen 1905 en 1907 gebouwd door de architecten Jos Cuypers en Jan Stuyt. De kerk is in 2002 aan de eredienst onttrokken en heeft een aantal jaren leeggestaan. Op initiatief van de gemeente is hier sinds 2007 het JBAC gevestigd. Overigens, de Museumkaart is hier niet geldig en de entree bedraagt €10,- met pin te betalen.Onder de spectaculaire koepel wordt het volledige oeuvre van Bosch met perfecte fotografische replica’s geëxposeerd en toegelicht. Alle reproducties zijn op ware grootte, eventueel voorzien van luiken die door het publiek bediend kunnen worden.
Nou, de koepel is inderdaad indrukwekkend. Ondanks dat de entree een tientje kost lopen er hier toch nog aardig wat mensen rond.Op diverse manieren kan het werk van Jheronimus Bosch worden beleefd.Ook herbergt de kerk een tien meter hoge, spelende reconstructie van het astronomisch kunstwerk dat in 1513 in de Sint-Jan werd geplaatst.De naamgever van de kerk: ‘Sint-Jacobus’.Modeontwerper Addy van den Krommenacker heeft hier een expositie.Hm, hoeveel replica’s hier te zien zijn weet ik niet, maar in het boekje worden er bijna 60 beschreven. Ik fotografeer degenen die mij het meeste aanspreken. U zult voor de overigen zelf moeten afreizen naar het JBAC.
De reus Christoffel droeg de jonge Christus naar de overkant van de rivier. Hij wist niet wie hij op zijn rug had, maar voelde wel, dat het kind met elke stap die hij zette, zwaarder werd; want met het kind droeg hij de last van de hele wereld op zijn schouders. Aan de overkant vertelde Christus pas wie hij werkelijk was. Als bewijs liet hij de stok van Christoffel bloeien. Op dit schilderij ontspruiten de eerste groene scheuten al aan de stok.
Bosch voegde tal van raadselachtige details toe aan het schilderij, zoals de vliegende vis, een beer die langs een boom omhoog wordt gehesen en een draak in een ruïne.
Ook de boom, de woning van de kluizenaar lijkt behekst: hij hangt vol met symbolen van zondigheid zoals het braadspit, de kapotte kruik, de bijenkorf en de duiventil. Aan al deze verleidingen moet hij weerstand bieden.Hier ziet u de kruisdraging, afgebeeld zoals die beschreven wordt in het Nieuwe Testament. Christus strompelt voort onder de loodzware last van het kruis. De man in het witte gewaad is ene Simon van Cyrene, een toevallige voorbijganger, die werd gedwongen om Christus te helpen het kruis te dragen. De beulen van Christus zijn te herkennen aan hun domme, bijna karikaturale gezichtsuitdrukkingen. Op de achtergrond treuren zijn moeder Maria en de apostel Johannes.
Ondanks het loodzware kruis, de scherpe doorns van zijn doornenkroon en de spijkerblokken die bij elke stap tegen zijn voeten slaan, kijkt Christus ons aan met serene blik. Jheronimus Bosch heeft hem niet als lijdende mens, maar als goddelijke figuur uitgebeeld. Dat was in de late middeleeuwen gebruikelijk. Pas later, in de loop van de 16e eeuw, zou Christus een menselijker karakter krijgen, en zichtbaar pijn lijden.Op het middenpaneel is een gekruisigde vrouw afgebeeld, die omringd wordt de een menigte mensen. De groep mensen rechts wijst op de vrouw, terwijl de groep links afwerende gebaren maakt en de handen voor de ogen houdt. Wie de vrouw is weten we niet zeker, maar waarschijnlijk is hier Sint-Wilgefortis verbeeld, ook wel bekend als Sint-Ontcommer.
Op het linker zijpaneel staat een voorstelling van de Sint-Antonius en een brandende stad; rechts een in verval geraakte haven en twee mannen. Deze voorstellingen lijken niets te maken te hebben met de gekruisigde martelares.
Bovendien zijn de zijluiken overgeschilderd. Oorspronkelijk stond er op elk van de zijluiken een geknielde schenker. Het staat vast dat Jheronimus Bosch zelf de overschildering heeft uitgevoerd, maar waarom is onbekend.Dit drieluik moet ik nog opzoeken.Op het middenpaneel van dit drieluik is het laatste oordeel verbeeld. Eigenlijk heeft het oordeel al plaatsgevonden. De gelukkigen worden aan de linkerkant mee omhoog genomen naar het paradijs op het linker luik. Wat overblijft – de overgrote meerderheid – wordt meegevoerd naar de hel op het rechter luik. De duivels kunnen niet wachten en beginnen ter plekke met het bestraffen van de verdoemden.
Ze worden aan een spies geroosterd, sommigen zijn opgehangen en worden gerookt als een ham, en anderen worden gebakken in een pan. Een gepaste straf voor mensen, die zich in hun leven overgaven aan vraatzucht!
De twee heiligen op de buitenluiken van het laatste oordeel zijn Sint-Jacob de Meerdere en Sint-Hippolytus. De opdrachtgever heette Hippolytus en liet daarom zijn naamheilige vereeuwigen. Jacobus verwijst naar de kapel in Brugge waar het drieluik oorspronkelijk heeft gehangen.Waar Martijn Franssen ook gaat, hij heeft altijd zijn camera bij zich en maakt foto’s van alles wat zijn blik vangt. Elke avond maakt hij een selectie uit deze foto’s en bewerkt deze. De fragmenten die hij uit de verschillende foto’s haalt worden onderdeel van een surrealistisch universum met onheilspellende landschappen die herkenbaar lijken maar niet echt zijn. De kunstenaar beschrijft zijn werken als magisch-realistische creaties.
Franssen en zijn katachtige metgezel Pino spelen bijna altijd de hoofdrol en zijn dus op veel werken te zien. Het geeft Franssen het gevoel dat hij de werelden die hij creëert ook echt kan bezoeken. Ook op deze fotomontage is dit duidelijk zichtbaar. In een onheilspellend landschap vertolken de kunstenaar en zijn kat meerdere rollen.Deze fotomontage van Martijn Franssen ontving in 2011 het Vierkante Ei, de toenmalige amateur beeldende kunstprijs van de Volkskrant. De jury was zeer te spreken over de manier waarop de innerlijke wereld van de maker overtuigend vertaald is in een gedetailleerd beeld dat volop in beweging is en de kijker meesleurt.
Franssen verbeeldt zijn landschappen, reizen en avonturen in het dierenrijk met onmogelijke figuren. Relapse verbeeldt al vallend tal van dieren en personen. Veel dieren zijn herkenbaar weergegeven maar de verschillen in grootte maken het geheel surrealistisch. Ook zijn er een aantal Bosch-achtige dieren te vinden, zo is er bijvoorbeeld tweemaal een vis met bavianenkop afgebeeld.In het drieluik ’’s-Hertogenbosch bezoeken’ transformeert Martijn Franssen (*1971) de stad tot één van zijn fantasielandschappen. Ook hier maakt hij in de eerste plaats gebruik van de realiteit. Zo zijn onder meer de Sint-Janskathedraal, het stadhuis, het standbeeld van Jheronimus Bosch op de Markt en de drakenfontein bij het station herkenbaar. Veel van de Bosch-figuren op het middenpaneel zijn gefotografeerd van de driedimensionale figuren die overal in het Jheronimus Bosch Art Center te vinden zijn.
De bijzondere luchten en lichtinvallen geven aan het drieluik een ingehouden en mysterieuze sfeer mee die doet denken aan de kunstenaars van het magisch realisme.Dit drieluik – Tuin der Lusten – is het bekendste werk van Bosch. Hoewel het door de eeuwen heen niet altijd goed is begrepen, staan de grote lijnen van de interpretatie vast.
Het linker luik toont het huwelijk tussen Adam en Eva. De konijntjes achter Eva symboliseren de opdracht voor de mens: wees vruchtbaar en bevolk de aarde.
Het middenpaneel lijkt erg op het linker luik en is daarmee een voortzetting van het paradijselijke leven. Maar wie vertrouwd is met de symboliek die veelal voortkomt uit het Middelnederlands zal merken dat hier het heden is afgebeeld met in de hoofdrol de mens die zich bezondigt aan de wellust. Overal zijn verwijzingen naar seksualiteit te vinden.
Wie hierin volhardt, zo houdt Bosch ons voor, zal uiterst rechts eindigen in de hel met een magnifiek geschilderd vuur.Tja, dat kan wel zo zijn, maar droomde Bosch niet stiekem dat het er in het paradijs zo aan toe zou gaan? Dan denk ik aan de islamitische martelaren die dromen van de beloofde 72 maagden.Op dit drieluik zijn drie kluizenaars afgebeeld. Centraal staat Sint-Hiëronymus. Hij bidt tot een gekruisigde Christus. Hij heeft een kei in zijn hand, waarmee hij zichzelf pijnigt om bij de les te blijven. Hij wijst met zijn ene hand op een plankje waarop een eenhoorn staat.
De eenhoorn stond symbool voor reinheid en maagdelijkheid.
Links wordt Sint-Antonius zwaar op de proef gesteld door een naakte vrouw. Maar hij slaat zijn ogen neer en vult zijn kan met water.
De heilige op het rechter luik is Sint-Egidius. Toen hij zich terugtrok in het bos om te bidden, stuurde God een hinde, die hem voedde met haar melk.
De kluizenaars die eenzaam hun weg gingen te midden van een slechte wereld vormden voor Bosch het goede voorbeeld bij uitstek.Via een glazen lift gaan we naar boven om op de toren van een prachtig uitzicht te genieten van alle delen van de middeleeuwse binnenstad.In de kelder is een 15e-eeuws schildersatelier te zien. helaas, dat hebben we gemist.
Ok, we gaan weer verder met de stadswandeling.
Reeds van veraf is, als een fraaie afsluiting van de Hinthamerstraat, de gevel van de Sint-Anthoniuskapel te zien. Op dit moment is alleen de gedetailleerde, natuurstenen voorgevel nog intact. De broederschap van Sint-Antonius Abt bouwde in 1491 deze gotische kapel. De kapel raakte in de 17e eeuw in verval en stortte gedeeltelijk in, alleen de gevel bleef over. De verering van Sint-Antonius was in Brabant wijdverbreid. Deze heilige kluizenaar werd vereerd ter bestrijding van het ‘heylig vuer of Antoniusvuur’, een broodvergiftiging die in de middeleeuwen duizenden slachtoffers eiste. Vanwege stijlovereenkomsten met de noordelijke transeptgevel van de Sint-Jan wordt aangenomen dat de bouwmeester van die kerk bij de bouw van de Antoniuskapel betrokken was. Jheronimus Bosch heeft verscheidene panelen geschilderd met daarop Sint-Antonius Abt afgebeeld.
Het Noordbrabants Museum beschikt over vier schilderijen van navolgers van Bosch met dit thema.Inmiddels zijn we toe aan de KMA. Maar ja, we zitten een eind buiten het centrum. Maar daar ontwaren we ChocoLoca (https://www.chocoloca.nl).We mogen buiten plaatsnemen aan de strijkplank en al snel worden de Bossche Bollen met koffie en thee geserveerd. Nou, we waren er aan toe, maar deze Bossche Bollen smaken vele malen beter dan de zogenaamde echte van Jan de Groot! Geweldig, een aanrader!We raken aan de praat met Dominique en Fenne, twee spontane meiden, die op enthousiaste wijze ChocoLoca runnen. Hun kleding maken ze zelf, het doet me aan de jaren zestig denken. Willen we een foto maken? Nou, graag!We kijken nog even rond in het pand, een voormalige apotheek.Het Groot Tuighuis is gevestigd in de voormalige rooms-katholieke Oude Sint-Jacobskerk. Na de Sint-Jan is de Oude Sint-Jacobskerk de enige middeleeuwse kerk die vrijwel geheel bewaard is gebleven. De Jacobskapel is in 1430 gesticht ten behoeve van bedevaartgangers, die op weg waren naar de Sint-Jacobskerk in Santiago de Compostela in Noord-Spanje. Omstreeks diezelfde tijd werd bij de kapel een hospitium opgericht, waar de wandelende pelgrims konden overnachten. De kapel werd in 1569 tot parochiekerk verheven, in 1584 werd zij verbouwd. In 1629 heeft de kerk korte tijd dienst gedaan voor de hervormde gemeente. Daarna werd ze een ruiterstal en een arsenaal (opslag van militaire goederen). In 1744 werd er een kazerne naast gebouwd voor bijna 1000 man infanterie. Na het vertrek van de soldaten werd het in 1924 een museum. De eerste Bosch-tentoonstelling was hier (1967). Het Noordbrabants Museum heeft er tot 1987 gezeten. Na een langdurige en grondige restauratie aan in- en exterieur biedt de Oude Jacobskerk nu als Groot Tuighuis onderdak aan de gemeentelijke Afdeling Erfgoed.
Zo te zien is er een grote verbouwing aan de gang.De Binnendieze gezien vanaf de Hinthamerstraat. Leuk die uitbouwtjes boven het water.Dit is de ingang van het voormalige Clara klooster. De middeleeuwse zusters Clarissen hebben bijna 300 jaar op deze plek geleefd. Het hoofdgebouw was vanaf 1359 gevestigd in de Hinthamerstraat op het huidige nummer 141. De kloosterkapel had haar ingang aan de Clarastraat. In 1629 vertrokken de zusters uit Den Bosch. Augustus 1872 vestigden de zusters Karmelietessen zich in het klooster aan de Clarastraat. De Theresiaantjes, zoals de Bosschenaren hen noemden, trokken zich geheel uit de wereld terug. Ze verbleven letterlijk achter slot en grendel in een cel. Ze leefden zeer eenvoudig en de dag werd voornamelijk doorgebracht met gebed. Contact met de buitenwereld was er vrijwel niet.
In 1971 verlieten de laatst overgebleven Karmelietessen de stad. Het Clara klooster werd verbouwd tot wooneenheden.Dit voormalig verzekeringspand viel mij op.We lopen achterlangs de Sint-Janskathedraal met links de Parade. Naast de Sint-jan ligt in het plaveisel van de Parade de enig overgebleven grafsteen van het begijnen kerkhof dat hier ooit was. Tja, er staat geen bordje bij, maar zouden ze deze stenen bedoelen?Uit archeologisch onderzoek in 1977 bleek dat er zich op de markt een waterput met een buitendiameter van 4 meter bevond. De putwand bestond uit een natuurstenen binnenring en een bakstenen mantel. De gemetselde put was bijna 4 meter diep en reikte tot in het grondwater. De put moet, net als voor zoveel inwoners van Den Bosch, voor Jheronimus Bosch van belang zijn geweest al was het maar om er water te halen. De aanleg van de oorspronkelijke put werd gedateerd in de eerste helft van de 15e eeuw. De bouw van het puthuis vond in de tweede helft van de 15e eeuw plaats. In 1522 werd de waterput grondig vernieuwd. In 1577 werd het ingenieuze mechaniek met kettingen en katrollen van de waterput vervangen door pompen. In 1632 werden deze pompen met het hele puthuis afgebroken en vervangen door een pomp met twee zwengels aan een pomplichaam. Deze nieuwe pomp stond nog steeds boven de put, alleen was deze nu overwelfd. De put verdween daarmee (voorlopig) onder het plaveisel. In 1761 kwam een nieuwe, monumentale stadspomp. In 1871 werd de stadspomp definitief afgebroken.Pal naast de waterput werd in 1977 een behuizing van een Mariabeeld aangetroffen.
Dit Onze-Lieve-Vrouwehuisje op de Markt komt voor het eerst in 1498 in een stadsrekening voor. Het huisje functioneerde vooral als ‘aanplakzuil’ voor stadsmeldingen. Ook diende het als ‘kaak’ of schandpaal: overtreders van de wet werden eraan vastgebonden en zo ‘aan de kaak gesteld’. Iedereen mocht hen bespotten of met voorwerpen bekogelen vanwege hun overtreding.
Medio december 2015 werden een gereconstrueerde stadsput en Onze-Lieve-Vrouwehuisje onthuld. Aan de hand van het anonieme schilderij ‘De Lakenmarkt’ uit 1530 is een zo nauwkeurig mogelijke reconstructie van de stadsput gemaakt. Inclusief de oorspronkelijke bekroning en de wapens van keizer Karel V, het hertogdom Brabant en de stad ‘s-Hertogenbosch. Ook het Onze-Lieve-Vrouwehuisje is zoveel mogelijk waarheidsgetrouw teruggebouwd. Beide bouwsels horen bij de late middeleeuwen, de tijd van Jheronimus Bosch.Hier heeft F. van Lanschot Bankiers n.v. kantoor gehouden. Oeps, zo te lezen zitten ze hier nog steeds.Dit poortje zit er pal naast. Het is de Ruische Poort, vernoemd naar Johan Ruysch, die zich na de val van Den Bosch in 1629 in de stad vestigde en poorter werd. Hij kocht het voormalige refugiehuis van het klooster Mariënhage. De ‘Ruysche Poort’ werd de toegangsweg. Nog steeds loopt de poortweg direct naar de voordeur van dit huis.
Eind 18e eeuw werd de pastoor van de Sint Pieterkerk eigenaar van het pand en de poort. In de volksmond werd de poortweg daarom het ‘Kerkstraatje’ of de ‘Pastoorssteeg’ genoemd. In de 20e eeuw werd het een openbare weg. In 1927 werd de poort gerestaureerd, voorzien van een Mariabeeld en daar kwam later nog de lantaarn bij.Ok, we zijn rond, het is bij drieën. Een prachtige wandeling, weer veel cultuur opgedaan. Een compliment aan de VVV voor de nagenoeg foutloze beschrijving van de route. Voor de aardigheid de GPS-track.We rijden weer landelijk naar D’n Dries en nuttigen eerst op het terras een cola en thee. Het weer zat vandaag ook mee, zeker 25 graden in de plus.
Om halfzes gaan we aan tafel, de andere gasten zitten op het terras.Ik bestel weer dezelfde wijn als gisteren, die is mij prima bevallen. Verder uiensoep met kaascroutons, toast en boter.Als hoofdgerecht schnitzel met gebakken champignons, spek en ui. Nou, de schnitzel oogt misschien niet groot, maar hij was het wel! Heerlijk! De frites krijgen we niet op, maar sowieso heb ik een hekel aan krappe porties.Voor een uitgebreid nagerecht hebben we geen plaats, het wordt Thee de Luxe.Op naar de kamer waar we nog naar het journaal kijken.