Groene Hartpad (okt 2007)

Maandag 15 oktober 2007
Zoetermeer – Nieuwkoop
Om zes uur word ik wakker van verkeerslawaai. Tja, feitelijk zitten we hier maar een paar honderd meter van de A12 vandaan. Het bos dempt wel, maar toch. Om half zeven sta ik op, het is 10 graden. Koud is het niet. Ik doe de tent open en schrik me wezenloos.
Er komt iemand deze kant oplopen! Gelukkig, het is Joke. Om kwart voor acht rijdt er een trekker achter ons langs over het pad. Personeel wat hier in het park werkt waarschijnlijk. Ze zien ons niet, dat kan ook bijna niet. Tegen achten gaan we op pad. We passeren een uitspanning die uiteraard nog gesloten is. Betere locaties voor onze tentjes zie ik niet, we stonden vannacht weer op een uitgelezen plek. We beklimmen een heuvel, waarschijnlijk een oude vuilnisbelt. Hier is een skicentrum gevestigd en de zon begint zijn best alweer te doen.75. Ski Het stikt hier werkelijk van de fazanten, zouden deze beestjes een idee hebben dat het bijna november is? We draaien om het skicentrum heen en lopen nu langs de noordkant van Zoetermeer.
Schapen, dit is een bijzonder ras.76. SchapenWe steken de N206 over en ik zie een BP-tankstation. Ai, daar hebben ze vast wel koffie. Dat hebben ze inderdaad en ik koop meteen een grote fles frisdrank. Ik ben niet zo’n liefhebber van water, naar mijn mening dient dat om je mee te wassen.
We passeren een ‘hamerhek’, typisch voor deze streek. Ik vind het een ideaal ding; snel, en zonder dat we gevaarlijke capriolen moeten uithalen, te passeren. Wel moeten we even opletten dat schapen dit kunstje niet van ons afkijken.77. Hamerhek Hierna volgen we de grasdijk langs de ringsloot. Het gras is nat van de dauw, gelukkig heb ik mijn wandelschoenen nog gesprayd voor vertrek. Last van natte voeten zal ik niet krijgen.78. Grasdijk Er volgen nog een aantal hamerhekken en in elk weiland worden we begroet door schapen of koeien. Stieren zien we gelukkig niet.79. Hamerhek80. Koeien Even verder begint het natuurpark de Noord Aa. Rechts van ons – niet zichtbaar – ligt de Zoetermeerse Plas.81. Noord AA Om kwart over tien bereiken we de Boerenlandwinkel van Geertje. Het is hier gewoon druk met scholieren die waarschijnlijk bezig zijn met een werkstuk. Zouden ze er al achter zijn dat kaas van melk wordt gemaakt? We komen langs de geitenstal, geitenkaas zullen ze hier dus ook wel verkopen.82. t Geertje83. Geiten Keus genoeg, zou ik denken, zou deze mevrouw ‘Geertje’ zijn? Ik vraag het maar niet, het loopt af en aan met kopers. Deze zaak loopt wel, je kunt hier ook kano’s huren en er is een restaurant.84. Winkel85. Geertje Uiteraard ga ik voor de KMA met slagroom en ik kan dit van harte aanbevelen.86. KMA Verder maar weer, het is weer grasdijk. Gelukkig maar, we hebben op deze route al heel wat asfalt weggewerkt.87. Grasdijk Een sloot. Gelukkig ligt er een plank over, maar het is niet zo’n dikke. Voor Reino en Joke is hij sterk genoeg, maar als ik me er op waag, buigt de plank door tot het water. Ik gok het maar niet en moet een paar honderd meter omlopen.88. Plank Water is er hier genoeg, met tegenlicht levert dit fraaie beelden op. Overigens is dit een historisch meertje, gezien het een rol heeft gespeeld bij het ontzet van Leiden. Het was wel even geleden, namelijk in 1574.89. Tegenlicht We gaan een kerkepad op. Volgens het boekje moet er met een hond omgelopen worden, volgens het bord moet de hond aan de lijn en ontlasting worden opgeruimd. Wij hebben geen hond bij ons, dus dit speelt niet voor ons.90. Hond Mooie boerderijen staan er hier, er is hier in het verleden goed geboerd.91. Boerderij Een handwijzer, altijd leuk om te zien waar je mee bezig bent.92. Handwijzer Rechts van ons ligt het natuurpark ‘De Wilck’. Tja, in mijn optiek is het gewoon weiland met schapen, maar volgens het informatiebord is het toch heel bijzonder.93. De Wilck94. Weiland95. Weiland96. Weiland97. Weiland98. Weiland Wat ook bijzonder is, het is half een geweest en we krijgen trek. Het weer is helemaal niet zo gek, maar wel een beetje winderig. Uiteindelijk vinden we een mooi lunchplekje tegen een dijkje aan. Hier zitten we uit de wind en in het zonnetje wat net doorkomt.
Iets voorbij ons lunchplekje staat molen: de Rooie Wip. Het is een wipmolen, dat ligt voor de hand, uit 1639. Elke zaterdag draait de molen, vandaag dus niet.99. Rooie wip We hebben toch wat veel steden en asfalt achter de rug, maar hier zitten we toch echt weer in het groene hart.100. Groene Hart101. Groene Hart Even een handwijzer ter oriëntatie.102. Handwijzer Ach, hier rechts is een zogeheten ‘Paalkampeerplaats’. Daarvan zijn er in Nederland een handvol. Voorzieningen zijn er niet, hooguit een handbediende waterpomp. Je mag hier met maximaal 3 trekkerstentjes staan. Ideaal natuurlijk, maar helaas worden deze plekjes vaak oneigenlijk gebruikt. Staatsbosbeheer kan dan de rotzooi opruimen. Ik vrees dat deze legale wildkampeerplekken op den duur gaan verdwijnen. Helaas komt deze plek voor ons te vroeg, we willen nog een stukje verder lopen. Wellicht nog een leuke bijzonderheid, het logo van de wandelaar met rugzak en wandelstok leek een vondst te zijn. Tja, nu de bordjes er staan lijkt het net of deze wandelaar met een enorme ‘puntje, puntje, puntje’ loopt. Er zijn hier al de nodige vergaderingen aan gewijd, maar de bordjes staan er nog steeds.103. Paalkampeerplek Een klein stukje verder lopen we bij een huis een smal pad op. Het lijkt privé, maar dat is het niet.104. Smal pad We krijgen nu een smal tegelpad langs de Papevaart. De hekjes zijn nu niet direct wandelvriendelijk.105. Hekje De Papevaart wordt gecleaned. Het dijkje is te smal om er met een kraan te werken, vandaar dat ze dit klusje klaren met een handzaam bootje.106. Bootje107. Bootje Tja, op sommige stukken moet je echt even doorbijten. Zelf heb ik de indruk dat ik een blaartje aan het lopen ben op mijn beide hielen. Intussen is de zon verdwenen, het wordt meteen weer nevelig.108. Doorbijten We maken een bijna complete rondgang om de Rietveldse molen. Zo kunnen we hem van alle kanten bekijken. Het is een achtkante poldermolen uit 1648. De molen is maalvaardig, maar doet verder geen dienst meer als poldermolen.109. Rietveldse Molen110. Rietveldse Molen111. Rietveldse Molen Een zwarte zwaan, die zie je niet veel. Zo te zien is het dier wel eigendom van een liefhebber.112. Zwaan We zitten hier niet zo ver van Boskoop af en dat betekent: boomkwekerijen. Die zijn er hier genoeg, en als gevolg daarvan staan de tuinen er ook mooi bij.113. Kwekerij114. Kwekerij115. Tuin De werkers in de boomkwekerijen nemen hun natje en droogje mee van huis, neem ik aan, want restaurants zijn er niet. Ik ben weer door mijn voorraad frisdrank heen, maar gelukkig zien we een ‘SRV’-wagen. Tenminste, zo heet dat op de Veluwe, dit is een wagen van de firma ‘Attent’. Ook goed, frisdrank is aan boord.116. SRV Ik zei het al, Boskoop ligt op een steenworp afstand, maar we doen het dorp niet aan.117. Handwijzer We draaien de Spijkerboorsekade op. Rechts van ons immense boomkwekerijen en links weilanden. Het is pas rond de klok van drieën, dus nog veel te vroeg om een wildkampeerplek op te zoeken. Hier zijn trouwens wel mogelijkheden.118. Spijkerboorsekade Na het Bedelaarsbos – overigens een houtrandje van niets – steken we de N11 over.119. BedelaarsbosRechts van ons een pracht van een MacDonalds, die niet op ons kaartje staat. Dit keer slaan we de Mac over.
Nog een kilometertje verder krijgen we eerst een brug over een kanaal en vlak daarna de brug over de Oude Rijn. Na de brug moeten we de trap af naar beneden, onder de brug door en verder in oostelijke richting langs de Oude Rijn. Dit alles onder de rook van Alphen a/d Rijn.120. Alphen121. Alphen122. Alphen123. Alphen Weer een kilometer verder moeten we linksaf het weiland in. Ook hier zijn honden verboden. Heel in de verte liggen boscomplexen, misschien kunnen we daar wel wildkamperen. Eerst halen we water bij een boerderij. Deze route heet de Kerkvaartweg. Het zal ongetwijfeld een oud kerkepad zijn. Dwars door de weilanden lopen we, echt het Groene Hart.124. Weiland De boscomplexen in de verte ‘verdampen’, het zijn alleen maar bomen langs asfaltwegen. Daar hebben we niets aan. We herkennen het terrein trouwens, bovendien staat het op de kaart. Iets meer naar het oosten loopt het Pelgrimspad en tijdens die wandeling hadden we ook al moeite om een wildkampeerplek te vinden. We komen terecht bij een picknickbank. Hier hebben we toen de vorige keer onze tentjes neergezet. Het ging goed, maar ideaal was het niet. We besluiten om hier eerst warm te eten, het is al tegen zessen. Straks wordt het donker en vinden we misschien verderop nog een plekje. Ik maak een heerlijke nasi maaltijd van Knorr, begeleid door nog twee slokjes witte wijn.125. Picknickbank Een handwijzer, we staan hier op de kruising van het Pelgrimspad en het Groene Hartpad.126. Handwijzer Ook loopt hier een rondwandeling langs de wereldberoemde ‘molenviergang’. Wereldberoemd, omdat dit de nog enige werkende molenviergang ter wereld is.
Zoals bekend kan een molen het water maar een ruime meter omhoog malen. Omdat het Aarlanderveen bijna 5 meter onder NAP ligt, zijn er dus vier molens achter elkaar nodig om het water deze 5 meter te laten overbruggen. Hier zijn twee molens te zien, de derde staat nauwelijks zichtbaar op de achtergrond en de vierde staat achter mij. De molens heten in volgorde: de Ondermolen, de Middenmolen en de Bovenmolen. Achter mij staat de Putmolen. In 1786 werd begonnen met het droogmalen van de polder. Iets om trots op te zijn, dacht ik zo.127. Viergang128. Viergang Nu beginnen we aan het laatste (?) lange rechte stuk van vandaag. De Achtermiddenweg, en hij is zeker 3 kilometer lang. Stug doorlopen maar. Tja, wildkamperen is hier niet mogelijk. We moeten maar doorlopen naar camping de ‘Roerdomp’ in Zuideinde.
Om kwart over zeven wordt het donker. Nog een keer linksaf en nog een kilometer of twee. Helaas is dit een zeer drukke weg en een voet- of fietspad is er niet. Tegen half acht lopen we het dorpje Zuideinde in. Ik vraag het even aan een local, inderdaad ligt de camping iets verder aan de rechterkant. Het is aardedonker als we de camping oplopen. De slagboom is gesloten, maar we kunnen er langs. Op het moment dat we het bord ‘Receptie’ ontwaren, gaat er een deur open. Ik vertel dat we aan het wandelen zijn en hier graag de nacht zouden willen doorbrengen. Het antwoord brengt mij even van mijn stuk: ‘Wij zijn gesloten’. Echter daarop volgt: ‘Jullie mogen wel op het trekkersveldje staan, dat is verderop en er is een kraan. Helaas zijn de toiletten en de douches al afgesloten’.
Nou ja, we vinden het prima. De deur gaat weer dicht, het lijkt me dat deze overnachting ons ‘om niet’ wordt aangeboden.
We lopen naar het trekkersveldje en met behulp van onze hoofdlampjes zetten we de tenten op. Gegeten hebben we al en ik kruip al snel in de slaapzak.