Zondag 25 augustus 2013
Ruinen – Beilen
Om zes uur word ik wakker. Het spettert! Mijn gewassen hemd hangt buiten te drogen, dat haal ik snel binnen. Om kwart over zes is het droog en sta ik op. Na twee bekers thee en havermoutse pap ga ik tegen achten op pad. Het is 17 graden in de plus en een tikje bewolkt.
Ik loop in pal zuidelijke richting over de Groote Esch naar Ruinen. Natuurmonumenten is daar lyrisch over. Tegen half negen loop ik Ruinen binnen. In het dorp staan nog veel goed bewaarde Saksische boerderijen. Bedoelen ze deze? De dorpsstraat is uitgestorven. Ze zijn hier wel ludiek bezig geweest. Aan de Brink staat Luning, van oorsprong een 19-eeuwse café-boerderij. Ik herken het, hier ben ik eens met Orchideetje geweest. Uiteraard is het nu (nog) dicht. Leuk toch! De ‘lamp’ doet het ook nog. Kijk, een hardloopster, ik ben niet de enige die op de been is. Na Ruinen gaat het noordoostwaarts, evenwijdig met de zojuist gelopen route. Al meteen wordt het landelijk. Een kilometertje verder staat De Zaandplatte, een achtkante beltmolen. Helaas, het is 09.18 uur en het Bezoekerscentrum gaat pas om 10.00 uur open. Daar ga ik niet op wachten en voor zover ik me herinner is er alleen automaatkoffie. Iets verder is de Schaapskooi. Daar zie ik wel wat ‘volk’ rondlopen, maar ik hoor dat ook de schaapskooi pas om tien uur open gaat. Er staat hier een picknicktafel, dus maak ik zelf koffie rond het brandertje. De zon begint trouwens door te komen. Ik ben hier vaker geweest, ik loop tenslotte over de beroemde Dwingeloosche Heide, en deze recreatiewoning viel mij al eerder op. Het ding staat werkelijk midden op de hei, op de Benderse Berg. Nu lees ik in de wandelgids dat Anne de Vries hier het boek ‘Bartje’ heeft geschreven. Dat gaat over een jongetje dat opgroeit in Drenthe in een arbeidersgezin rond 1925. De uitspraak: ‘ik bid nie veur bruune boon’n’ is overbekend. Ik meen dat ik het boek tijdens mijn Lagere School periode heb gelezen. In 1972 is ‘Bartje’ uitgezonden door de NCRV en in 2004 herhaald. Ik meen dat ik er niet naar gekeken heb. En dit is dan de Dwingeloosche Heide. In de verte staan bijenkasten. De hei bloeit, hier komen heel wat potten heidehoning vanaf. In de verte staat de radiotelescoop van Dwingeloo. In 1998 werd de installatie buiten gebruik gesteld en zou hij gesloopt worden. Echter in 2011 verstrekte de overheid subsidie voor een opknapbeurt. In 2012 is met de restauratie begonnen, maar of deze al is afgerond is mij niet duidelijk. Aan het eind van de hei sla ik linksaf en loop even later langs het Smidsveen. Waarschijnlijk is dit een pingoruïne gevormd in de laatste ijstijd. Grafheuvels zijn er ook. Een detailfoto van een plukje hei. Door het bos loop ik langs een serie vennen. De eerste heet het Lange Veen. Het is na elven en geleidelijk is het drukker geworden met fietsers, ATB’ers, wandelaars en hier een groep paardrijders. Verder door het bos, afgewisseld met vennen en heideveldjes. Even na enen steek ik de A28 over. Ik ben er nog niet, ik moet het Ter Horster Zand doorkruizen. Het is een oud stuifzandgebied waarvan het zuidelijk gedeelte bestaat uit hei. Op de hogere delen groeien veel jeneverbessen. In de lagere delen liggen veel vennen, waarvan de Makkumerplas de grootste is. Hier geen Schotse Hooglanders, maar ordentelijke koeien. Zoals bekend ben ik verzot op strakke fietspaden. Dat loopt zo heerlijk weg, maar niet heus. Nog 2,7 kilometer, dat kan wel zo’n beetje kloppen. Na nog een landelijke kilometer loop ik de zuidrand van Beilen in. Het komt mij bekend voor. Dat klopt ook wel, ik heb hier in januari het laatste traject van het Westerborkpad gelopen. Dat zijn de rood-blauwe stickers met het prikkeldraad erin. Het is toch mooi wonen in Beilen? En werk is er ook, bij FrieslandCampina werken wereldwijd bijna 20.000 mensen. Om kwart over twee komt station Beilen in beeld. Het was vandaag meest zo’n 22 graden in de plus en ik heb twee liter water op. Helaas heb ik onderweg nergens een restaurant of wat dan ook gezien, dus nu heb ik wel zin in een koud drankje. Dat kan ik scoren bij het naastgelegen fietsenverhuurbedrijf dat gelukkig open is.
Een halve liter cola gaat er wel in! Ik zie dat ik er zo’n 25 kilometer heb opzitten. Ik loop het station op en ik ben niet de enige. Ik haal ruim de trein van 14.24 uur naar Zwolle. Dat zit mee, want het is een uurdienst. Mooi op tijd ben ik thuis zodat ik mijn tent kan uithangen. Het Drenthepad zit erop. Volgende maand hoop ik te beginnen met het Noaberpad.