Zondag 25 november 2012
’t Harde – Zwolle
Om half zeven gaat de wekker en sta ik op. Het is droog, wel heb ik het vannacht nog horen regenen. Zie ik achter het hek licht branden in een huis? Ik heb gisteren helemaal geen huis gezien. Ik moet mijn hoofdlampje maar zo min mogelijk gebruiken. Ik zal blij zijn als we op weg zijn. Na het ontbijt is het nagenoeg licht. Waar stond dat huis ook alweer?
Ik zie geen huis en uiteraard ook geen licht. Had ik last van een Fata Morgana? Om acht uur stappen we op en houden in het bos noordwest aan. Al snel komen we op een pad en ik zie waarachtig markering. We zitten dus goed! Even verder komen we op de asfaltweg uit die we een aantal kilometers moeten volgen.
Kijk, wat leuk. Deze Rododendron staat ook in het wandelboekje. Ook toen stond het pand (niet zichtbaar op de foto) al te koop, opschieten doet het dus niet. Een stukje verder duiken we het bos weer in gevolgd door weiland.
Zo hier en daar pakken we een stukje asfalt mee. Het oogt somber, maar er komt steeds meer blauw in de lucht. De wind is veel sterker dan gisteren, maar we hebben hem fijn in de rug. Nou, dit is ook optimistisch. Hier start het natuurpad ’t Loo. Een paar waterlaarzen is hier wel op zijn plaats. Wat een bagger! Nee, ik ben echt niet jaloers, ik woon 100% naar mijn zin. Toch heeft zo’n villa wel iets. Het is niet al te ver meer naar Wezep, maar wij lopen nooit de kortste weg. Ach, ik zit nu toch in de villa’s, er kan er nog wel eentje bij. Tegen tienen steken we de A28 over. Iets verder ligt Wezep. Zou er een restaurant open zijn? We lopen sowieso niet door het centrum, maar houden de west- en de zuidrand aan. Verder zitten we hier in de Bible-belt. Dit is de mini-zandverstuiving De Klunze. Het stelt natuurlijk niets voor, maar ze zijn er hier behoorlijk trots op. Het dateert uit de laatste ijstijd 10.000 jaar geleden. Om kwart over tien zijn we bij station Wezep. Waar ik al bang voor was, ik heb niet één restaurant gezien. Het waait hard dus het is geen optie om op een bankje te gaan zitten, laat staan om de brander aan te steken. Gelukkig heeft de NS met ons meegedacht en hier een pracht van een windvrij onderkomen neergezet. Hier nuttigen we de zelf bereide koffie en eten er iets bij. Ik ging alweer bijna van de graat. Meteen na het station duiken we de bossen in. Het zullen de laatsten zijn, want we naderen de IJssel. Iets verder doorkruisen we de Wezepsche Heide. Wat doet ‘Vitens’ hier eigenlijk?
Water oppompen? Maar dat staat weer niet op het bordje. De beloofde Schotse Hooglanders laten zich ook al niet zien. Wel paarden en paardenmeisjes. Wat hebben meisjes toch met paarden? Even later zie ik de dames wel – het bord verboden toegang negerend – naar Landgoed Molecaten lopen. Het Huis Molecaten is omstreeks 1646 gebouwd. Wanneer de watermolen is gebouwd is onbekend, maar het is wel één van de eerste papiermolens op de Veluwe. Ik heb hem – meen ik – weleens zien draaien, maar vandaag is dat niet het geval. We naderen Hattem, aan de rand van dorpen staan vaak de mooiste huizen. Het is altijd weer even zoeken (zeker een verbeterpunt van het wandelboekje), maar daar is de Joodse begraafplaats. Het is maar een kleintje, maar wel een bijzondere. Hier staat de grafsteen van het echtpaar Van Gelder-Bakker. Het gezin zat op verschillende adressen ondergedoken en vooral Elisabeth Bakker kon het niet laten haar kinderen op te zoeken op hun onderduikadressen. Zij begrepen niet dat zij daarmee het leven van alle betrokkenen in gevaar bracht. Vele malen is het echtpaar gewaarschuwd, echter op 22 april 1944 zag het verzet geen andere oplossing dan het echtpaar te doden. Ik begrijp dat niet goed, hoe kwam het echtpaar aan de onderduikadressen van hun kinderen? Zelf waren ze toch ook afgesneden van de buitenwereld? In elk geval een tragische gebeurtenis. Over het water is in de verte de IJsselcentrale te zien. Is dat ding nog in gebruik eigenlijk? Er komt namelijk geen spatje rook uit de schoorstenen. Even na halfeen lopen we het centrum van Hattem in. Nou, ’t is oud hier. Even voorbij de Voorburcht staat het Pand der Liefde. Waar zou die naam toch vandaan komen? Tja, ’t is hier de Bible-belt, dus over bepaalde dingen wordt niet gesproken en er wordt ook niets over opgeschreven. De Grote of Andreaskerk oogt pal van voren een beetje vreemd. Van de oorspronkelijke kerk uit 1225 resteert alleen nog de Romaanse toren. In de 15e eeuw werd een grote gotische kerk op de plaats van de oorspronkelijke neergezet. Tussen de huizen door zie ik de korenmolen De Fortuin uit 1852. De molen is na jarenlang verval in 1971 gerestaureerd en maalvaardig. Hier staat Sjef bij de Synagoge van Hattem. Dezelfde foto staat ook in het wandelboekje. De Eerste Steen is gelegd in 1873. Hier staat te lezen dat zestien Joodse Hattemers door verraad (!) zijn opgepakt en gedeporteerd. Van hen hebben er slechts zeven de concentratiekampen overleefd.
Ook staat hier dat het echtpaar Van Gelder-Bakker omgebracht is door het verzet i.v.m. een groot conflict. Zou dit na de oorlog zijn uitgezocht? Iets verder staat de Dijkpoort. Ik zie trouwens een restaurant waarbinnen ik mensen zie zitten. Sjef loopt door, dus dat doe ik ook maar. Nog wat verder staat een bank vol in de IJsselwind. Hier pauzeren we een kwartiertje.
Dit is uiteraard geen boerderij, maar een prachtige villa. Achter ons ligt de spoorbrug en voor ons de IJsselbrug. Is hier in de meidagen 1940 nog een poging ondernomen om het Duitse leger tegen te houden? In de verte ligt de spoorbrug, wij beginnen aan de ‘klim’ over de IJsselbrug.Het waait hier wel allemachtig, mijn pet moet af. Overigens, mogelijk staat het grasland – de uiterwaarden – binnenkort onder water. Nog een klein stukje, dan zijn we in Overijssel. Onder de IJsselbrug door en noordwaarts naar Katerveer. In Katerveer steken we tweemaal een ophaalbrug over. Er is hier een oud sluizencomplex, maar ik krijg het niet goed op de foto. Verder maar weer langs de Willemsvaart. Uiteindelijk staat het zonnetje er goed op. Tja, nu zijn we er bijna. Aan de Veerallee staat het voormalig gebouw van het Celeanum gymnasium. (Het gymnasium bestaat nog steeds, maar is verhuisd naar een andere locatie.) Hier moesten Joodse vrouwen en kinderen en een achtergebleven groep mannen zich melden in het kader van de gezinshereniging. Het gros van de Joodse mannen was namelijk elders tewerkgesteld. Jaja, die Duitsers pakten het geslepen aan. Op 3 oktober 1942 werden zij per trein afgevoerd naar Westerbork. De meerderheid werd al korte tijd later doorgestuurd naar de vernietigingskampen. Om de hoek ligt station Zwolle waar we tegen half drie aankomen. We zitten een uur voor op mijn optimistische schema. We hebben er 27.77 kilometer opzitten, niet gering voor een laatste dag. Over twintig minuutjes gaat mijn trein en mooi op tijd ben ik in ons dorpje. Ik kan nog mijn tent uithangen, de rugzak uitpakken en onder de douche. Orchideetje was met dochterlief naar een concert en is onderweg naar huis. We spreken af bij Peacocks en sluiten daar de wandeling af.
Sjef en Till: bedankt!