Zaterdag 27 februari 2016
Broek in Waterland – Oostzaan
Om kwart voor zeven sta ik op. Ik heb prima geslapen en heb het niet koud gehad.
De buitentent is iets beijzeld en ik zie dat de plasjes water rond mijn tent een vliesje ijs vertonen. Het is al licht en de zon komt door!
Ik bereid tweemaal een beker thee en havermoutse pap. Mijn pilletjes en ik zie op mijn GPS (de sensor zit in mijn rugzak en die ligt buiten) dat het 1 graad in de plus is.
Ai, het inpakken valt tegen, ik heb extreem koude handen, vooral als ik mijn beijzelde tent moet inpakken. In plaats van de beoogde vertrektijd van half negen wordt het tien minuutjes later.
OK, we hebben nog een kleine twee kilometer laarzenpad voor de boeg.
Nou, deze kilometers zijn nog natter en drassiger dan het eerste deel. Maar het schiet op, verderop ligt het oord Watergang. Sowieso is het veel zonniger dan gisteren. Wel staat er iets wind, maar die hebben we meest in de rug. Dit is Watergang. Zo direct linksaf en dan weer linksaf langs het Noordhollandsch Kanaal. Nou, dat hebben we gelopen! De veerpont is ± 500 meter verplaatst in zuidelijke richting (had ik al op internet gelezen). Het aanpalend restaurant bij de steiger gaat pas om 17.00 uur open, nou ze worden bedankt! In elk geval is de pont in de vaart, dat scheelt alweer. De pontbaas doet zijn ding, het nadeel is dat je er zo weinig bij beweegt. Het is nog voor tienen, ‘Brugman Fournisseurs des Décorateurs’ is nog gesloten. We moeten een kilometer of vier door de weilanden naar het oord Landsmeer. Kijk, het is fietspad. Asfalt is niet alles, maar voorlopig heb ik het even gehad met ‘laarzenpaden’. In de verte ligt Landsmeer, maar voorlopig houden we een zuidelijke richting aan. Bij dit monument ben ik eerder geweest. Ik denk tijdens de ‘Stelling van Amsterdam’ of mogelijk tijdens de ‘Amsterdamse Ommelanden’. Dat moet ik opzoeken op mijn eigen onvolprezen website. Tja, de informatiepanelen lijken me duidelijk. Wat is nu het nut om een handwijzer onder te kliederen? Het is nog een dure reparatie ook, want er moeten nieuwe borden op. Na de brug slaan we rechtsaf en lopen in noordelijke richting naar Landsmeer. Deze foto is van dezelfde brug genomen, maar alleen naar de andere kant. In de verte loopt de A10. We lopen zo direct Landsmeer in en dan door naar Het Twiske. Het is elf uur, tijd voor de KMA. We treffen het, Culicafé is open. Nou, het interieur is niet verkeerd. En de kwarktaart is prima. De koffie ook en ik bestel spontaan een tweede bak. Ik zie dat we er alweer dik tien kilometer hebben opzitten. Na zo’n 40 minuten stappen we op. Hier hebben we zicht op de Kerkebreek en op de eendjes. Zicht op de Twiskemolen, gebouwd in 1974. Overigens, het jaartal klopt. Het is een poldermolen en hij is maalvaardig. Nog even en we gaan Het Twiske doorkruisen. Dat heb ik al eerder gedaan, ik meen met Reino tijdens de Amsterdamse Ommegang. Het laagveenmoeras Twiske is in 1942 drooggelegd, maar bleek ongeschikt voor landbouw. De plas ontstond door ontzanding ten behoeve van de Coentunnelweg. In de jaren ’70 van de vorige eeuw is er maar recreatie- en natuurgebied van gemaakt. Een paddestoel ter oriëntatie. Nou, het is prima lopen op zo’n gravelpad. Waarom die mensen in de verte op dat natte ruiterpad lopen is mij een raadsel. De Stootersplas ronden wij. (Water)vogels hebben hier wel volop de ruimte. Er wordt riet gesneden (geoogst?). Tja, de gebruikte machines gaan zo te zien al tientallen jaren mee. Ook aan de kinderen is gedacht, maar ik zie er niet één! Iets verder ligt het recreatiestrand Kure Jan. Op wat hondenuitlaters na is er verder niemand. Helaas, dat zat er wel in, het strandpaviljoen is gesloten. Het is halftwee, dus bereiden we zelf koffie en nuttigen er een en ander bij.
Verder maar weer met het ronden van de Stootersplas. Iedereen heeft het altijd over ‘natuur’, maar als ik daar eens doorheen wandel kom ik meestal geen kip tegen. Het schiet op. Bij ‘Wezenland’ lopen we Het Twiske af. Waarom staan hier nu een aantal koeien? OK, gelukkig vallen ze ons niet lastig. Van de paarden hebben we ook geen last. Iets verder is Oostzaan. Het is een lintdorp, dan kan hier ook bijna niet anders. Hier wonen wandelaars, nou ja, fietsers. De aanschaf van een boekje laat ik maar achterwege. Een man is de auto aan het wassen en we vragen of we onze bidons mogen vullen.
Dat mag en meteen worden we uitgenodigd op de koffie! Dat maak je niet zo heel vaak mee. Hier woont dus een ‘trailangel’. We krijgen nog bananen mee voor onderweg.
Nog bedankt!
We lopen een eind langs het spoor en steken de A7 over. Er zou een trap in het talud moeten zijn, maar die zien we niet. Wel moeten we ons nog door een gat in een hekwerk wringen. OK, dat lukt ook nog. Van bovenaf genieten we van het uitzicht over de polder Oostzaan. Tjonge, het is hier bijzonder nat. Hier lopen we het recreatiegebied van de Jagersplas in. Even lezen… mooi, wildkamperen is hier niet verboden! Dat komt goed uit, want het is kwart over vijf en we gaan omzien naar een locatie voor de tentjes. Tjonge, het is hier overal moerasbos – in de tropen zeg je dan mangrovebos – maar we vinden toch een plekje waar riet gesneden is. OK, de stoppels zijn niet zo best voor het grondzeil, maar die trap ik eerst zo goed mogelijk plat. Om halfzes staat mijn tentje en zit ik aan de wijn. We hebben er zo’n 25 kilometer opzitten. Thuis gaat alles goed, daar ben ik wel blij mee.
Zoals altijd bereid ik een kerriesoepje en een Knorr-maaltijd. Afwassen, mijn pilletjes en tandenpoetsen. Oeps, het is een stuk frisser dan gisteren! Ik doe maar meteen mijn Omsak om mijn slaapzak. Dat is wat gedoe, maar het scheelt wel 10 graden aan isolatie. Om halfacht lig ik erin. Ik hoor het verkeer over de A7, maar heb er geen last van. Nog een enkel stijgend vliegtuig hoor ik.