Paas-arrangement hotel Het wapen Van Elst (april 2025)

Maandag 21 april 2025
Bloemenpark Appeltern en Kasteel Hernen
Om halfnegen genieten we het ontbijt. Mijn bordje wilde ik u niet onthouden.
Dit keer geen fruithapje, maar yoghurt met cornflakes.Om tien uur rijden we weg en een halfuurtje later parkeren we bij het Bloemenpark Appeltern. Kijk, hier is het. Hm, vele jaren geleden zijn we hier ook al eens geweest, maar toen was er niet zo’n mooie intree. Van de site pluk ik:
In Bloemenpark Appeltern beleef je de mooiste tuinen. Niet alleen bieden wij je interessante informatie over tuinieren, tuinaanleg en tuintrends, wij bieden je ook een gezellig dagje uit. In Appeltern staat de tijd even stil, even geen telefoon, geen haast, maar tijd voor elkaar. Laat je heerlijk onderdompelen in een pure en natuurlijke omgeving die met de seizoenen mee verandert.
Helaas hebben we met onze museumkaart pech, de intree is €18,95 p/p. Parkeren kost €5,00 per voertuig.
Ai, er zijn hier zo’n 250 tuinen te bewonderen. Echt een locatie om ideeën op te doen voor de eigen tuin. Het is gelukkig droog, maar wel bewolkt. Zo te lezen regent het in Midden-Nederland. Om halftwaalf breekt de zon door en tegen twaalven zitten we buiten aan de KMA! We hebben weer veel geluk met het weer. Ik laat de foto’s en de teksten voor zichzelf spreken.Nou, het zit erop. Tjonge, wat een mooie tuinen! Een bezoek aan Bloemenpark Appeltern is echt een aanrader!Het is tien minuutjes rijden naar kasteel Hernen. We hebben een tijdslot om 14.30 uur en dat halen we precies. Vanaf de parkeerplaats zien we het kasteel eerst van de zijkant.Maar nu staan we ervoor. Die meneer trouwens ook.Eerst de informatie die ik van de site pluk:
Kasteel Hernen in het Land van Maas en Waal, is een heus middeleeuws kasteel met unieke overdekte weergangen, een spectaculaire presentatie over de verdwenen toren en een fraaie rondgang met de ‘pratende’ lantaarn. Zo ervaart jong en oud op bijzondere wijze de middeleeuwen. In de directe omgeving liggen mooie bossen en lanen, graslanden, oude rivierlopen en een molen.
De eerste vermelding van de ‘heren van Hernen’ is in 1247.
Het huidige kasteel Hernen is gebouwd rond 1360 in opdracht van Alart van Driel. Hij laat een grote vierkante hoektoren optrekken en een weermuur van zo’n twee en halve meter dik rondom een binnenplaats. Tegen de binnenkant van de dikke weermuur verrijzen in de loop van de 15e en 16e eeuw verschillende woonvleugels, waarvan de laatste rond 1555.
De gangen die tot dan toe open waren, raken daarbij overdekt. In deze vorm en omvang zijn de overdekte middeleeuwse ‘weergangen’ uniek in Nederland.
Van 1406 tot 1646 was kasteel Hernen in bezit van de familie Van Wijhe. Onder de familie van Wijhe beleeft het kasteel haar bloeitijd. De Van Wijhe’s behoren tot de ridderschap van Gelre en zijn te vinden in het gevolg van de hertogen van Gelre en op belangrijke bestuurlijke posities. Als burggraven vertegenwoordigen ze het hertogelijk gezag in het Rijk van Nijmegen. Ook bekleden ze de functies van dijkgraaf en richter in hetzelfde gebied.
Kasteelheer Reyner van Wijhe erft kasteel en heerlijkheid Hernen in 1544. Vanuit zijn functie als burggraaf ontmoet hij diverse hoofdrolspelers uit de Europese geschiedenis, zoals landsheer keizer Karel V en landvoogdes Maria van Hongarije. Ook is hij verantwoordelijk voor de bouw van de laatste woonvleugel van het kasteel, en introduceert hij er de vormentaal van de renaissance.
In de 17e eeuw wordt kasteel Hernen met bijbehorende gronden verkocht en komt het in bezit van de familie van Steenhuys. Deze koper en zijn nazaten zullen kasteel Hernen twee eeuwen in eigendom hebben. Daarnaast hebben zij veel bezittingen in de Zuidelijke Nederlanden. Onder andere hierdoor wordt het kasteel vanaf de tweede helft van de 18e eeuw vooral door rentmeesters bewoond en verblijven de eigenaren er zelf steeds minder. Het kasteel wordt in de 17e en de 18e eeuw in beperkte mate aangepast, waarbij het middeleeuwse karakter behouden blijft. Het kasteel behoort daarmee tot de gaafst bewaarde voorbeelden van een middeleeuws kasteel in ons land.
De laatste eigenaresse is Anna Mathilda Metelerkamp van Bronkhorst – den Tex.
Zij schenkt kasteel Hernen met de omringende tuin in 1940 aan de daartoe opgerichte Stichting Vrienden der Geldersche Kasteelen.
Een grondige restauratie volgt tussen 1942 en 1957. Daarna wordt het kasteel deels verhuurd en deels opengesteld voor publiek.
Het kasteel is geregeld te zien in filmopnames. Eind jaren zestig doet het kasteel dienst als filmlocatie voor de bekende tv-serie Floris.
Tja, Floris is een Nederlandse televisieserie voor de jeugd, geschreven door Gerard Soeteman en geregisseerd door Paul Verhoeven. De hoofdrollen werden gespeeld door Rutger Hauer (Floris) (Breukelen, 23 januari 1944 – Beetsterzwaag, 19 juli 2019) en Jos Bergman (Sindala). Er waren twaalf zwart-witafleveringen. Deze werden eind 1969 uitgezonden door de NTS en zijn nadien meermaals herhaald. In 1969 verbleef ik in Suriname, later heb ik wel fragmenten van de serie gezien, maar mij sprak het niet aan.
Eerst maar even de informatieve panelen.Mooi, we checken in, met onze museumkaart gratis toegang. Kijk, de eerste personages zien we al.In plaats van de ‘pratende’ lantaarn – dat versta ik toch niet – krijgen we een rondleiding op papier. Hm, ik vind dit boekwerkje erg onoverzichtelijk. Het is dat ik niet in de buurt woon, maar mijn handen jeuken om hier iets beters van te maken. Nou ja, de foto’s gemaakt van het boekwerkje en de foto’s van het tentoongestelde laat ik voor zichzelf spreken.Schildknaap, breng mijn zwaard!We vallen met de neus in de boter. De vereniging Levende Historie Harderwijk (https://levendehistorieharderwijk.nl/) is aanwezig en brengt een middeleeuwse berechting in beeld. De dief heeft een beker ontvreemd en de schout spreekt recht.
Tien zweepslagen? De dames zijn het er niet mee eens en scanderen ‘twintig’.
Ok, het worden er toch tien. De dief wordt in het schandblok vastgezet en de beul dient tien zweepslagen toe. Ik moet zeggen, dat gaat echt heel hard! De middeleeuwse kinderen vinden het prachtig. Maar ook de vele aanwezige kinderen in de basisschoolleeftijd genieten ervan. Moeder (?) maakt dat ze wegkomt.Wie zijn dit nu weer?De vereniging presenteert nog een volksdans, erg geslaagd (hier heb ik geen beelden van).
Ok, op naar ons hotel. Daar nemen we het even ons gemak van, want we hebben weer een drukke dag achter de rug. Ook een bezoek aan kasteel Hernen is een aanrader!
We hebben gereserveerd in Ristorante Pizzeria Roma. Dat is om de hoek van ons hotel. De tafel staat voor ons klaar en de breedbeeld TV staat aan. Zo te zien voetbal.
Kijk, dat is nu echt Italiaans! Ik kom al helemaal in de Italiaanse stemming. Wie spelen er eigenlijk? Zo te zien GAE. Ik heb nog nooit van deze club gehoord. Van de ober hoor ik dat dit Go Ahead Eagles is. Ai, een Engelse club dus. Fout, het is een Nederlandse club uit Deventer en ze spelen een belangrijke wedstrijd. Nou, het zal allemaal wel.
De wijn is uit Puglia, één van mijn favoriete wijnstreken. Het is een Epicuro Negroamaro.
In de smaak vleugen van zwart en rood fruit. Heerlijk om te serveren bij pastagerechten, lams- en rundvlees.Het menu.Ik ga voor de Pizza Roma, Orchideetje voor de Pizza Vegetaria en dochterlief voor de Pizza Capresina. Nou, echt Italiaans, prima!Een dessertkaart is er ook.Ik ga voor Dama Bianca, Orchideetje voor Gelato Bambino en dochterlief voor de Tiramisu.We besluiten met thee, maar… voor mij espresso.Ok, prima gegeten in een echte Italiaanse ambiance. Als laatste de GPS-track van vandaag.

Dinsdag 22 april 2025
Kasteel Rosendael te Velp en Museum Bronbeek te Arnhem
Om kwart voor acht staan we op. Ik hoor op de radio dat gister de paus is overleden.
Hij is 88 jaar oud geworden. De laatste jaren was hij al veel ziek. Heeft deze man nu zoveel betekend voor de Rooms-katholieke kerk, de gelovigen en de rest van de mensheid?
In mijn ogen deed hij toentertijd vaak uitspraken die getuigden van een zekere wereldvreemdheid. Ok, de kardinalen gaan een nieuwe paus kiezen.
We pakken het weinige in en genieten om halfnegen van het ontbijt.
Om kwart voor tien checken we uit, we hebben het prima naar ons zin gehad in het
‘Het Wapen van Elst’. We rijden in een halfuurtje naar kasteel Rosendael in Velp.
We parkeren de auto en lopen het park in. Kijk, daar ligt het.Van de site pluk ik:
Tussen de hooggelegen Veluwe en het laaggelegen IJsseldal ligt kasteel Rosendael.
Al in de 17e eeuw heeft Rosendael een zeer verfijnde tuinaanleg. De ligging op de stuwwal maakt het mogelijk om gebruik te maken van het natuurlijk verval en stromend water.
Zo laten de bewoners in formele stijl vijvers, watervallen en fonteinen aanleggen.
Vanaf 1721 wordt het park verfraaid met kunstwerken, de schelpengalerij, de theekoepel en de Bedriegertjes. Het park is in 1837 heringericht in landschapsstijl. Het krijgt dan een natuurlijker aanzicht met slingerende paden en bijzondere boomsoorten.
De ronde toren met vier meter dikke muren is de grootste in zijn soort die in Nederland bewaard is gebleven. In 1616 wordt er een nieuw huis bijgebouwd. Dat is in de loop van de tijd vaak verbouwd en aangepast, onder andere met een nieuwe zijvleugel met koetshuis en stal.
De door Zocher jr. ontworpen oranjerie is de grootste in ons land die nog als winterberging voor kuipplanten functioneert. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakt het gebouw zwaar beschadigd en wordt vervolgens afgebroken om in 1990 herbouwd te worden.
De rozentuin voor de oranjerie stamt uit ongeveer 1905. De bij het kasteel gelegen boerderij is een goed bewaarde hoeve met rieten schilddak uit het begin van de 19e eeuw.
Kasteel Rosendael is lange tijd de ‘logeerplek’ van de rondtrekkende graven en hertogen van Gelre, die het slot stichten rond 1300. De achtereenvolgende aanzienlijke geslachten Van Dorth, Van Arnhem, Torck en Van Pallandt hebben sinds de 16e eeuw het kasteel in bezit. Het adellijke geslacht Torck laat in de 18e en 19e eeuw het kasteel flink verbouwen en de tuin ingrijpend verfraaien.
De laatste heer van Rozendael, Willem Frederik Torck, baron van Pallandt, overlijdt op 15 september 1977. Hij is geboren tegenover het kasteel in de villa Rozeneath, de plaats waar nu het gemeentehuis van de gemeente Rozendaal staat. Met zijn verscheiden eindigt een tijdperk. Een tijdperk, waarin altijd een heer van Rosendael op het kasteel ‘regeert’.
In zijn testament bepaalt de baron dat het kasteel en het landgoed van vijftig hectaren één geheel moet blijven. In 1977 draagt hij huis en landgoed over aan de Stichting Het Geldersch Landschap.
In de jaren tachtig van de vorige eeuw is het kasteel gerestaureerd en vervolgens ingericht zoals het er rond 1900-1940 uit zag. Er zijn veel oorspronkelijke interieur-onderdelen bewaard gebleven, zoals de schilderijencollectie met eeuwenoude familieportretten.
Het is nog voor halfelf en de boel is nog niet open. Sowieso een prachtig kasteel, maar die zijvleugel met koetshuis en stal hadden ze in 1616 niet moeten bouwen.Kijk, zo ziet het kasteel er toch veel beter uit? En die leeuwen, dat heeft wel wat.Eerst maar even de informatieve panelen lezen en fotograferen.Voor de Oranjerie is de tuinman druk bezig.Ik hoopte een rondje te kunnen lopen in het park, maar daarvoor moet je ook eerst inchecken. Ok, tegen elven is de receptie bemenst en kunnen we een rondje lopen in het park. De rondleiding begint om halftwaalf. Overigens, kasteel Rosendael is uitsluitend te bezoeken door een rondleiding te boeken (hoewel, mogelijk wel op zondag).
Even een overzicht van het park.Via de intree en de paardenstal – geen paard te zien – kunnen we naar het park.Achterlangs het kasteel lopen we het park in.De IJskelder. Wat is er mis met een ijskelder? Tja, tegenwoordig vriest het niet meer.De Bedriegertjes, daar lopen we zo naartoe.De Waterval, helaas net te ver om erheen te lopen.De Theekoepel, helaas op slot, dus het rijk gedecoreerde interieur kunnen we niet bewonderen.De Schelpengalerij. Die gaan we van dichtbij bekijken. Tja, dit is natuurlijk een immense klus geweest. Overigens, een schoonmaakactie is wel nodig.De Bedriegertjes van dichtbij. Ai, momenteel staat het water er niet op, dat scheelt mij wel een ‘natpak’.Is dat ook een waterval aan de overkant van de vijver?We lopen hetzelfde pad terug en komen weer achterlangs het kasteel.Eerst wat algemene informatie.We zijn mooi op tijd voor de rondleiding. Onze gids stelt zich voor, hij heet ‘Ton’.
Tja, dat is het nadeel van een rondleiding, ik onthou er niets van. Sowieso is Ton zeer deskundig, het lijkt wel of hij de personages op de schilderijen persoonlijk heeft gekend. Daarbij, hij spreekt op een rustig tempo en articuleert goed. Ik kan hem prima verstaan en dat maak ik helaas weleens anders mee.
Ik laat de foto’s voor zichzelf spreken.De rondleiding loopt iets uit, we zijn ‘rond’ in één uur en een kwartier.
Tjonge, ik heb ervan genoten, het interieur is zonder meer prachtig en een bezoek aan kasteel Rosendael is absoluut een aanrader.
We bezoeken kasteelcafé de ‘Oranjerie’. Daar genieten we de KMA.Mooi, op naar Museum Bronbeek. Dat is een minuutje of tien rijden vanaf kasteel Rosendael. Overigens, vanmorgen was het weer nogal ‘zompig’, maar al snel kwam de zon door. Het is gewoon prachtig weer en zo’n 18 graadjes in de plus.
Van de site pluk ik:
Museum Bronbeek is een rijksmuseum over de koloniale militaire geschiedenis van Nederland. De nieuwe tentoonstelling vertelt het complexe verhaal van de Nederlandse koloniale aanwezigheid in Indonesië tussen 1816 en 1962. Verder is er het Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen.
Bronbeek is toegankelijk voor alleenstaande oud-manschappen en onderofficieren – zowel mannen als vrouwen – van de Nederlandse krijgsmacht en het voormalig Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL). Wij bieden veteranen van 65 jaar en ouder een betaalbare plek waar zij zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen. Bij binnenkomst is zelfstandigheid (zonder zorgindicatie) een voorwaarde. Maar als de bewoner later toch zorg nodig heeft, is er zorg voorhanden.
Een prima folder is er ook.Voor het hoofdgebouw bevindt zich het KNIL-monument. Het monument gedenkt het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL), dat van 1830 tot 1950 het overheidsgezag in Nederlands Oost-Indië ondersteunde. Prins Bernhard onthulde het monument op 26 juli 1990, precies veertig jaar na de opheffing van het KNIL. De bronzen figuren van Thérèse de Groot-Haider (1930) verbeelden een Molukse en een Nederlandse fuselier van het KNIL in hun veldtenue omstreeks 1940.We checken in, voor museumkaarthouders is de toegang gratis.
Op de eerste verdieping van het hoofdgebouw is in twee vleugels heel veel te zien (en te lezen). Tja, vaak spiegelen de vitrines en moet ik er schuin voor gaan staan. Op de begane grond twee vleugels met wat groter en zwaarder materieel en een tijdelijke tentoonstelling. Ik laat de teksten en de foto’s voor zichzelf spreken.Mooi, gezien, zeer indrukwekkend. Eerst maar thee (gratis) in Café Batavia. Er is ook een frisdrankautomaat, maar hier een blikje uittrekken gaat niet zomaar. Daartoe moet op onnavolgbare wijze betaald worden. Dat betaalmenu gaat ons boven de pet.
Ok, we maken nog een wandeling op het landgoed rond het museum. Hier staan vele monumenten. Maar om te beginnen de commandantswoning. Hier woon je toch zeker niet verkeerd, momenteel is dat kolonel Gerard van Kuijck.De Bronbeekbank. Daar vind ik verder geen informatie over.De Glodokgedenksteen.
Replica uit 1996 van de Glodokgedenksteen, die sinds 1991 op de erebegraafplaats Menteng Pulo bij Jakarta staat. Tijdens de bezetting van Nederlands-Indië pakten de Japanners in 1944 Indo-Europeanen op, omdat zij openlijk weigerden met de Japanse bezetter samen te werken. Ze werden opgesloten in de strafgevangenis Glodok in Batavia. Als gevolg van marteling en uithongering vielen daar vele slachtoffers.Het anker van het linieschip ‘Waterloo’.
Dit schip vertrok eind december 1826 met infanterietroepen ter versterking van de strijdkrachten op Java, waar een oorlog gaande was. Het kwam onderweg terecht in een zware storm en verloor al zijn masten. Door het anker uit te werpen bij het eiland Borkum bleven alle opvarenden behouden. De minister van Marine schonk het anker in 1877 aan Bronbeek. Sindsdien ligt het hier als symbool voor het houvast dat Bronbeek de oud-militair biedt. Vanaf 1997 herdenkt men jaarlijks op 27 februari bij dit anker de vele honderden mannen die omkwamen bij de slag in de Javazee op 27-28 februari 1942.Borstbeeld van luitenant-generaal KNIL Joannes Benedictus van Heutsz, RMWO-1, ES (1851 – 1924), gouverneur van Atjeh en onderhorigheden en later gouverneur-generaal van Nederlands-Indië.
Het borstbeeld stond van 1932 tot 1942 in Kota Radja, het huidige Banda Aceh, Indonesië. In zijn tijd was Van Heutsz een hoog gedecoreerde en gevierde militaire en civiele autoriteit. Er wordt echter in toenemende mate kritisch gekeken naar de door de Nederlandse overheid opgedragen onderwerping van Aceh (Atjeh) en de vervolgens onder zijn verantwoordelijkheid uitgevoerde toepassing van militair geweld in de voormalige kolonie. Museum Bronbeek plaatst zijn optreden in een bredere context en besteedt aandacht aan de verandering in de maatschappelijke waardering voor leiders en bestuurders uit onze koloniale geschiedenis.
Overigens, zeer lezenswaardig is het boekwerkje: ‘Indië verloren, Rampspoed geboren’ van Dr. P.F. Maas.Kapitein Johan Engelbert van Bevervoorde (1881-1918) behoorde tot de eerste vliegers van de militaire luchtvaart van het KNIL. Nadat hij als piloot van een Glenn L. Martin TT4 dodelijk verongelukt was, plaatste men in 1924 als eerbetoon in Bandoeng (Java) deze bronzen buste, gesigneerd door A. Hesselink (1862-1930). De buste is na de Tweede Wereldoorlog naar Soesterberg overgebracht en in 1957 aan Bronbeek geschonken.Dit standbeeld eert koning Willem II (1792-1849), de ‘Held van Quatre Bras, Waterloo, Hasselt en Leuven’, wegens zijn militaire verdiensten in de oorlog tegen Napoleon.
Het is gemaakt door de beeldhouwer Jornberger. Het beeld werd in 1865 in Arnhem opgericht ter gelegenheid van de vijftigjarige herdenking van de slag bij Waterloo in 1815, waarin de toenmalige kroonprins Willem zich in zijn rol als aanvoerder gunstig onderscheidde. In deze slag raakte hij gewond aan zijn arm. Hij is hier uitgebeeld in zijn generaalsuniform met zijn rechterarm in een mitella. Zijn sabel in zijn linkerhand is verloren gegaan. De reeks Spaanse namen op de noordzijde van de sokkel verwijst naar de plaatsen in Spanje, waar Willem deelnam aan veldslagen tegen de Napoleontische troepen. Bij de oprichting stond het beeld bij het Hotel Bellevue aan de Utrechtseweg in Arnhem, waar koningin Anna-Paulowna, zijn echtgenote, ‘s zomers vaak logeerde. In 1882 schonk de Arnhemse Burgervereniging het beeld aan Bronbeek. Om vorstschade te voorkomen wordt het ‘s winters afgedekt. Mars.
Dit witgeschilderde zandstenen beeld van de oorlogsgod Mars in de krijgsuitrusting van een Romeinse veldheer staat al sinds 1863 langs de hoofdlaan. Het 18e-eeuwse tuinbeeld is afkomstig van de buitenplaats De Kemnade bij Doetinchem.
De Arnhemse wijnhandelaar Vongers verwierf het op een veiling en schonk het aan Bronbeek. De tekst ‘t Is Mars, wiens heldenvuist het oorlogslot beslist’ staat op de keerzijde van de sokkel gebeiteld in het Latijn.Monument Birma-Siam en Pakan Baroe spoorweg.
In de Tweede Wereldoorlog zette de Japanse bezetter meer dan 250.000 krijgsgevangenen en dwangarbeiders in bij de aanleg van spoorwegen voor hun troepenvervoer over land. Een ervan was de spoorweg van Birma (Myanmar) naar Siam (Thailand). De mannen werkten vanaf mei 1942 van twee kanten naar elkaar toe en bereikten elkaar in oktober 1943 bij de Driepagodenpas. Van de bijna 18.000 Nederlandse krijgsgevangenen kwamen ruim 3.100 om tijdens de bouw van de spoorweg.
Dit monument gedenkt de doden die bij de aanleg van deze spoorlijn vielen door ontberingen en geallieerde bombardementen. De drie sculpturen verbeelden de Boeddhistische pagoden die op de Driepagodenpas staan.
Prins Bernhard onthulde het monument in zijn oorspronkelijke vorm op 24 juni 1989.
De herdenkingsmuur met de namen van ruim 3.100 slachtoffers is toegevoegd in 2005. Een jaar later onthulde een oud-spoorwegwerker een plaquette ter nagedachtenis aan hen die vielen bij de aanleg van de Pakan Baroe spoorweg (Sumatra). De jaarlijkse herdenking bij het monument Birma-Siam en Pakan Baroe spoorweg is in augustus.Monument Japanse zeetransporten.
Tussen 1942 en 1945 voerden de Japanners romusha’s (inlandse dwangarbeiders) en krijgsgevangen (Amerikaanse, Australische, Britse en Nederlandse militairen) per schip weg uit Nederlands-Indië om elders dwangarbeid te verrichten. De schepen voerden onder Japanse vlag met oorlogsmaterieel op het dek. In een aantal gevallen werden ze getorpedeerd door de Geallieerden, die niet konden zien dat de schepen in het ruim personen vervoerden. In totaal kwamen hierdoor ruim 22.000 mensen om het leven.
Dit monument gedenkt de slachtoffers van deze transporten. De oprichting ervan was een initiatief van de Bond van Ex-geïnterneerden en Gerepatrieerden van Overzee (BEGO).
Het monument werd onthuld door twee overlevenden op 17 augustus 2004.
Het ontwerp is van Anneriet de Pijper, wier vader omkwam bij het bombardement op het transportschip Junyo Maru.Monument Japanse jongenskampen.
Prins Bernhard onthulde op 10 november 1988 dit monument ter nagedachtenis aan de jongens die het leven lieten in de Japanse jongensinterneringskampen in Nederlands-Indië in 1942-1945. Gehuld in tjawat (lendendoek) en met een patjol (hak) over de schouder en een bosbijl in de hand verbeeldt dit twaalfjarige jongetje de kinderdwangarbeid in deze kampen. Het bronzen beeldje is een verkleinde replica van een 140 cm hoog exemplaar dat is ontworpen door de beeldhouwer Anton Beijsens (1922). Het origineel is deel van het monument Jongenskampen Bangkong-Gedungjati 1944-1945, dat op 22 september 1988 werd opgericht op het ereveld Kalibanteng te Semarang (Java). De jaarlijkse herdenking op Bronbeek vindt plaats op 23 augustus. Op deze dag in 1945, acht dagen na de capitulatie van Japan, hoorden de jongens in de kampen voor het eerst dat de oorlog was beëindigd.Monument Japanse vrouwenkampen.
Tijdens de bezetting van Nederlands-Indië in 1942-1945 interneerden de Japanners ruim honderdduizend Nederlanders en Indo-Europeanen in kampen. Deze maatregel paste in hun streven om de Europese invloed uit te bannen ten gunste van hun eigen, door hen zelf superieur geachte, cultuur. Vrouwen en jonge kinderen sloten zij op in afzonderlijke vrouwenkampen. Het leven was er zeer zwaar en velen overleefden niet.
Dit monument gedenkt de slachtoffers in deze vrouweninterneringskampen. Het beeld van de kunstenaar Frank Nix (1934-2008) geeft uitdrukking aan de innerlijke kracht van de vrouwen in de kampen en hun zorg voor de kinderen. De open muur symboliseert de gevlochten omheining van het kamp. De natuurstenen blokken ervan en de marmeren sokkel zijn schenkingen van Duitsland respectievelijk Italië.
Koningin Juliana onthulde het monument in 1971 in het Apeldoornse Prinsenpark.
Nadat vandalen het kunstwerk herhaaldelijk hadden beschadigd, werd het oorspronkelijk keramische beeld uitgevoerd in brons en kreeg het vernieuwde monument een veilige plaats op Bronbeek. Prinses Juliana onthulde het op 31 augustus 1985. Jaarlijks wordt bij dit monument in augustus een herdenking gehouden, maar ook door het jaar heen brengen velen hier hun eerbewijs.Van der Heydenbank.
Karel van der Heyden (1826-1900) vertrok in 1841 als soldaat naar Indië. Daar maakte hij in het koloniale leger snel carrière. Bij de slag bij Samalangan in Atjeh (Sumatra) werd zijn oog beschadigd door een schampschot. Daarmee verwierf hij de bijnaam Generaal Eenoog. In 1878 werd hij benoemd tot gouverneur en militair bevelhebber in Atjeh. Wegens zijn verdiensten in Atjeh werd hij in 1880 bevorderd tot luitenant-generaal.
Als tweede commandant van Bronbeek (1887-1900) heeft hij veel verbeteringen en moderniseringen op Bronbeek doorgevoerd. Oud-militairen van het KNIL, de Koninklijke Marine en hun weduwen boden de Van der Heydenbank op 12 juli 1963 aan Bronbeek aan ter gelegenheid van het eeuwfeest. Op de bank zijn aangebracht: het KNIL-voortrekkersinsigne 1945-1946 (gekroond monogram NIL) en het wapen van Arnhem (dubbele adelaar). De adelaar, het Arnhems stadswapen en de bronzen plaquette met de beeltenis van Van der Heyden door Johannes C. Wienecke (1872-1945) zijn afkomstig van het eerste Van der Heydenmonument; dit heeft van 1905 tot 1963 op een heuvel aan de rand van het Arnhemse park Klarenbeek gestaan.Reliëf Atjeh.
Het zandstenen sculptuur geeft de strijd weer tussen KNIL-militairen en inwoners van Atjeh tijdens de Atjeh-oorlog tussen 1873 en 1913. Het is gemaakt door de Arnhemse beeldhouwer Lodewijk Henzen (1843-1912). Oorspronkelijk was het ingemetseld boven de ingang van een voormalig herstellingsoord voor KNIL-militairen in Zutphen. In 1970 kreeg Bronbeek het geschonken.Monument voor het Indisch verzet.
Dit monument is ontworpen door Van Loghem en werd in 1997 opgericht. Het gedenkt en eert het voormalig verzet in Oost-Azië gedurende de Japanse bezetting van Nederlands-Indië in de Tweede Wereldoorlog.Plaats van samenkomst overleden mannen, vrouwen en kinderen. De informatie staat op de plaquette, maar is slecht leesbaar. Hierbij:
Tijdens de Japanse bezetting werden hier in de periode 1943-1945 zo’n 2500 vrouwen en kinderen in een barakkenkamp gevangen gehouden. In de nabij gelegen rubberfabriek in Bankinang zaten nog eens 1000 mannen en jongens geïnterneerd. Gedurende deze gevangenschap stierven door verhongering en uitputting 163 vrouwen en kinderen en 136 mannen en jongens. Zij waren afkomstig uit verschillende landen waaronder het voormalig Nederlands-Indië en Nederland. Deze mensen werden door de Japanners als vijanden beschouwd omdat Japan in oorlog was met hun landen van herkomst in het kader van de Japanse expansieoorlog in Zuid-Oost Azië. Deze plaats van samenkomst werd opgericht met toestemming van de Indonesische autoriteiten in Pekanbaru door overlevenden van dit kamp als teken van herinnering voor ons allen en eerbetoon aan degenen die in deze beproeving om het leven kwamen.Monument strafkamp Dampit.
De Japanse bezetter beschuldigde in 1944 op Oost-Java jongens van anti-Japans gedrag en stelde hen te werk in het strafkamp bij Dampit op Java. Van hen lieten 22 het leven door ontbering, marteling en executie. Overlevenden richtten in 1995 de Stichting Strafkamp Dampit op. Zij stelden zich ten doel deze geschiedenis te laten onderzoeken door een historicus. Dit resulteerde in het boek ‘De Dampit-affaire’. Tevens wierf de stichting fondsen voor een gedenkteken voor de getroffenen. Rudi Augustinus (1939) ontwierp hiervoor een bronzen plastiek op een granieten zuil. Een familielid van de in het kamp Dampit terechtgestelde Bert Oosthout onthulde het monument op 19 oktober 2001.Monument Koninklijke Landmacht.
Dit monument gedenkt het militaire en burgerpersoneel, dat in actieve dienst van de Koninklijke Landmacht is overleden. Het is in gebruik genomen op 31 mei 2001.
Jaarlijks vindt eind mei de officiële herdenking plaats bij dit monument.
Het beeldhouwwerk van roze Olinda-graniet rust op een voetstuk van zwart graniet.
Met de cirkelvorm wilde de beeldhouwer Jan Timmer (1935) ‘het allesomvattende’ symboliseren. Het gedicht heeft hij op symbolische wijze in de vormgeving verwerkt.
Het wijkende deel van de cirkel boven de scheur bevat de tekst met de vergankelijke inhoud. Het stabiele onderste deel van de cirkel draagt de tekst met de eeuwigheidswaarde (‘De liefde vergaat nimmer’): alles in het leven is vergankelijk, behalve de liefde.Indië-monument Arnhem.
De burgemeester van Arnhem onthulde dit gedenkteken op 2 mei 2001 voor de Arnhemse militairen, die tussen 1945 en 1962 zijn gesneuveld in Nederlands-Indië en Nederlands Nieuw-Guinea. De oprichting van het monument was een initiatief van veteranenverenigingen in de regio Arnhem: de Vereniging Oud-Militairen Indiëgangers, de Bond van Wapenbroeders, het Contact Oud-Mariniers, de Vereniging Indië Militairen ‘De Valouwe’ en de Werkgroep Indië Veteranen Nederland. Jaarlijks organiseren deze organisaties op 2 mei een herdenking bij dit monument.Papua monument.
Het monument is opgericht op initiatief van Nieuw-Guinea-veteranen die hiervoor het Comité Papua Monument Bronbeek hebben opgericht onder leiding van Joop Bergsma. Veel Nederlandse veteranen hebben nog steeds moeite met het feit dat ze de bevolking van Nieuw-Guinea destijds aan hun lot hebben overgelaten. Door dit comité is besloten het monument op het landgoed Bronbeek te plaatsen, omdat deze plek veel wordt bezocht door veteranen. De onthulling van het monument vond plaats op maandag 1 oktober 2012, ongeveer vijftig jaar nadat Nederland op 15 augustus 1962 de zeggenschap over Nieuw-Guinea tijdelijk overdroeg aan de VN. In mei 1963 werd het land definitief overgedragen aan Indonesië.Een drietal monumenten van de toenmalige Regimenten Infanterie.Ok, we zijn – zo ongeveer – rond. Het is mooi geweest! Veel gezien!
Op naar huis, daar nuttigen we een frietje, want al bij al is het aardig laat geworden.Allen die hebben meegewerkt aan het slagen van ons paas-arrangement: bedankt!