Paas-arrangement hotel Het wapen Van Elst (april 2025)

Maar nu ga ik starten met het reisverslag. Dit keer gaan we onder andere een aantal kastelen in Gelderland bezoeken. We zijn erop gekomen door het TV-programma ‘BinnensteBuiten’. Tjonge, in Gelderland hebben maar liefst 390 verschillende kastelen gestaan. Er zijn nog 170 kastelen over, de overige zijn verdwenen. Maar er zijn ook een groot aantal kastelen in de loop van de tijd verbouwd tot hotel of landhuis en dus niet zomaar te bezoeken.
Kasteel Cannenburch te Vaassen
Het is zonnig en 15 graden in de plus als we van huis gaan. Ik heb een tijdslot geboekt om halftwaalf. Je weet maar nooit of het misschien druk wordt.
Eerst enige algemene informatie. Van de site pluk ik de volgende wervende tekst:
Ervaar de eeuwenoude schatten, rijk ingerichte vertrekken en schilderijen die tot leven komen. Het van oorsprong middeleeuwse kasteel Cannenburch is een stijlvol familiekasteel op de Veluwe. Het ligt in een prachtig oud parkbos met weilanden en vijvers. Het kasteel kan worden bezocht en in de directe omgeving kan worden gewandeld of gefietst.
In 1540 wordt het complex omschreven als ‘de poll genant Kannenborch’.
Met de verwerving van het kasteel door de Gelderse maarschalk Marten van Rossem (ook Maarten van Rossem en Maarten van Rossum genoemd)
breekt in 1543 een nieuwe toekomst aan. In zijn opdracht verrijst een statig slot met drie verdiepingen.
Aan de voorzijde krijgt het kasteel zijn kenmerkende naar voren springende ingangspartij met ui-vormige spits.

Marten van Rossem introduceert in Gelderland onder andere op kasteel Cannenburch de renaissancestijl. Dat is bijvoorbeeld te zien aan de versiering van de ingangstoren en de driehoekige frontons boven de vensters. Na Marten van Rossem breiden opeenvolgende generaties van het geslacht Van Isendoorn à Blois het kasteel uit en passen het aan de eisen van de tijd aan. De forse bijgebouwen aan weerszijden van het voorplein zijn gebouwd rond het midden van de 18e eeuw. In 1881 komt er een eind aan de bewoning door de familie Van Isendoorn en raakt de inboedel verspreid.
In 1906 wisselt de Cannenburch opnieuw van eigenaar en komt het huis in handen van de uit Berlijn afkomstige mevrouw F.A.F. Cleve-Mollard. Na de Tweede Wereldoorlog wordt haar vermogen als vijandelijk bezit onder beheer gesteld van het Nederlands Beheersinstituut. De inboedel wordt geveild waarbij voorkomen kan worden dat ook de portretten, die al generaties lang op de Cannenburch hangen, worden verkocht.
In 1951 wordt het kasteel overgedragen aan Geldersch Landschap & Kasteelen en één jaar later wordt het kasteel opengesteld voor publiek. Een zorgvuldige restauratie volgt in de jaren 1976-1981.
Kasteel Cannenburch is van kelder tot zolder ingericht in de sfeer van een bewoond 18e-eeuws edelmanshuis. Denk daarbij aan werkvertrekken als keuken en voorraadkelders, representatieve zalen en pronkkabinetten, een kapel, een eetkamer maar ook een spannende kofferzolder. Diverse vertrekken beschikken nog over de originele betimmering met schilderijen. Veel voorwerpen uit de oorspronkelijke inboedel zijn dankzij de inzet van Geldersch Landschap & Kasteelen teruggekeerd op het kasteel, waaronder bijzondere meubelstukken, zilver en een 16e-eeuwse kokosnootbeker.
Tja, die Marten van Rossem was me er eentje. Gewoon een krijgsheer ofwel een roverhoofdman. Uiteraard streed hij om onafhankelijkheid, maar hij verrijkte zichzelf behoorlijk.
Marten van Rossem werd waarschijnlijk kort voor 1490 in Antwerpen geboren, en kwam op 7 juni 1555 te overlijden. Hij was een Gelderse legeraanvoerder, die door zijn tegenstanders zeer werd gevreesd voor de nietsontziende manier waarop hij oorlog voerde en plunderde: guerrilla-achtige tactieken, waarbij de burgerbevolking nog minder werd ontzien dan in zijn tijd gewoon was; een wijze van oorlogvoering die goed te vergelijken is met die van de Italiaanse condottieri. In een lange carrière bracht hij zijn lijfspreuk ‘Blaken en branden is het sieraad van de oorlog’ veelvuldig in de praktijk.
Gedurende dertig jaar diende hij de belangen van de Gelderse hertogen Karel van Gelre en diens opvolger Willem V van Kleef in hun strijd om de onafhankelijkheid van het hertogdom Gelre veilig te stellen tegen de Habsburgse Nederlanden van keizer Karel V. Marten van Rossem heeft een lange lijst van wapenfeiten, waaronder de verovering van Arnhem en Rhenen door het toepassen van krijgslisten, plundertochten in Holland, de verovering van Utrecht in 1527, zijn opzienbarende aanval op Den Haag (1528) en zijn veldtocht tegen Brabant (1542-1543). Na de ondergang van het hertogdom Gelre vocht hij de laatste jaren van zijn leven in dienst van zijn oude vijand keizer Karel V tegen Frankrijk.
Onroerend goed bezat Marten van Rossem in ruime mate.
Naast zijn drostschap van Bredevoort verwerft hij achtereenvolgens het stadskasteel Zaltbommel (1535), Kasteel Het Oude Loo (1538), het Duivelshuis in Arnhem (1539) dat hij koopt uit de nalatenschap van Karel van Gelre, kasteel Cannenburch (1543), de Kleefse Heerlijkheid Hulhuizen (1544), de Heerlijkheid Lathum (1546) en vlak voor zijn overlijden Huis Baer (1555).
Kijk, daar is het, waarlijk een imposant bouwwerk.Nou, dit is hem dan. In brons weliswaar.Tja, dat vraagt natuurlijk om gezelschap.Er zijn twee bijgebouwen, in deze checken wij in.Voor het gebouw nog enige informatieve panelen.We hebben geen rondleiding geboekt, maar lopen – met een folder – op eigen gelegenheid rond. Om te beginnen lopen wij in het bijgebouw een rondje. We maken kennis met de Kasteelheer, de Kasteelvrouwe en enig personeel.De personeelswoning in het bijgebouw ziet er zeker niet verkeerd uit.Nu gaan we echt met het kasteel beginnen. Eerst de kasteelkeuken.
In de middeleeuwse gewelven bevindt zich naast de slachtkelder, appelkelder en wasruimte ook de kasteelkeuken. Met verfijnde ingrediënten bereidde het personeel de vele gerechten die via de trap rechtstreeks naar de eetkamer werden gebracht.
De keuken was ook de centrale plek voor het huispersoneel. Het was er warm, ze aten hier en kwamen er bijeen.De eerste kamer die Anna Margaretha en haar man na hun huwelijk opnieuw lieten inrichten was de slaapkamer. Een bednis zoals die hier te zien is, kwam in de 18e eeuw vaker voor. De familiewapens van Anna Margaretha en haar man prijken erboven.
Aan de motieven van het opgenaaide band is te zien dat het hemelbed 18e eeuws is.
Het bed is afkomstig uit huis Mensinge in Drenthe.
De ontvangsthal, tjonge, wij hebben thuis niet eens een ontvangsthal.

De Herenkamer.De kleine torenkamer links in de hoek van de herenkamer noemen we het boudoir.
Rond 1700 kreeg het boudoir het prachtig nieuw plafond. De schildering met toeschouwers die van bovenaf het vertrek inkijken heeft een sterk perspectief werking.De Jachtkamer.De Salon.De Bovenzaal.Het uitzicht vanuit de Bovenzaal. Rechts het bijgebouw met de incheckbalie en de woning, links het bijgebouw dat ooit het koetshuis was. Nu restaurant.En nu echt de Bovenzaal.De Zwarte kamer.De Kapel.De Rode kamer.De Kofferzolder.We zijn niet naar het kasteelcafé gegaan, dat is meer voor koffie danwel thee met iets erbij. We hebben iets meer trek, zouden ze in het Maarten ‘t Koetshuis op het voorplein tosti’s hebben? Het menu is uitgebreid, maar tosti’s hebben ze niet. Wel een broodje kaas.Ok, ik ga voor voor een uitsmijter, dochterlief voor een of ander bolletje en Orchideetje voor het broodje kaas.Ok, prima voor elkaar hier. Wij zaten binnen, maar buiten is het ook goed toeven.We hebben nog tijd voor een rondje door het kasteelpark. Kasteel Cannenburch ligt er toch prachtig bij!De ‘beelden’ door het park laat ik voor zichzelf spreken.Nog een afscheidsfoto van Kasteel Cannenburch.Het is een uurtje sturen naar hotel ‘Het Wapen van Elst’. Kijk, daar is het. Het terras zat toch nagenoeg vol? Klopt, maar deze foto maakte ik de 20e vóór het ontbijt.Parkeren kunnen we achter het hotel, wel iets omrijden, het is allemaal éénrichtingsverkeer.
Zo zag het hotel er dik honderd jaar geleden uit.We checken in en krijgen kamer 105. Deze is niet al te groot, maar voor ons ruim voldoende.Eerst maar naar het terras voor een beker thee. We hebben er dorst van gekregen.
Deze foto is uiteraard ook de 20e genomen.Vanavond dineren we in ons eigen hotel. Het menu ziet er toch prima uit. En ook in een aspergemenu is voorzien.De wijn wordt een Chileen. Het is Alto Los Romeros uit 2023. Cederhout, pure chocola, Pruim en Rode kers. Prima wijntje!Nou, daar gaan we. Voor mij Spareribs, voor dochterlief Asperge traditioneel en voor Orchideetje Kabeljauw.Het dessertmenu.Voor mij de Dame blanche, voor dochterlief de Pêche Melba en voor Orchideetje de Crème brûlée.We besluiten met thee. Dat kunnen we ook op de kamer bereiden, maar het is ons teveel ‘gedoe’ en hier is het net zo gezellig.Sowieso heerlijk gegeten, complimenten aan de keukenbrigade en aan de professionele bediening.
Mooi, we hebben het wel gehad voor vandaag, op naar de kamer. Als laatste de GPS-track van vandaag.