Zaterdag 17 maart 2007
Deurningen – Enter
Ik kijk op mijn Tracer horloge. Het is bijna half zeven en gelijk gaat de wekker. Dit keer heb ik mij gelukkig niet verslapen! Ik heb het vannacht nog horen spetteren, maar nu is het droog. Het is 10 graden, niet verkeerd. Snel maak ik thee en havermoutse pap. Het trekt een beetje dicht en het begint iets te miezeren. Ik trek gelijk mijn regenjack maar aan. Rond een uur of acht gaan we op pad en komen al snel langs een buxuskwekerij. Ik neem tenminste aan dat deze huisvlijt te koop is. Nog wat verder zien we restaurant ‘Jachtlust’. Het is nog voor negenen, zouden ze wel open zijn? Ik trek mijn bemodderde wandelschoenen uit in de hal, omdat het er hier erg deftig uitziet, en loop naar de receptie. Daarachter troont een zeer, zeer onderkoelde dame. Ze kan zo in de film als ‘freule’. Toch is ze wel vriendelijk en vertelt dat we koffie kunnen krijgen. Ik durf aan de freule niet te vragen of ze misschien appelgebak heeft, en ze biedt het ook niet aan. Nou ja, ik heb net mijn havermoutse pap achter de kiezen, veel trek heb ik niet. Na een half uurtje stappen we op, we moeten om half tien Saskia oppikken aan de rand van Borne. Onderweg daar naartoe begint het te plenzen, snel trek ik mijn regenbroek aan. Precies om half tien zijn we op het afgesproken punt, waar Saskia al staat te wachten. In de stromende regen lopen we Borne uit en het platteland op. De eendjes hebben het goed naar hun zin zo te zien. Tegen tienen bereiken we Zenderen, de eerste ‘E’ is weggepoetst. Het dorp is een katholiek bolwerk. De monumentale kerk hoort bij de Parochie ‘Maria Onbevlekt Ontvangen’. Ik maak snel een foto, tijd om even aan de deur te rammelen krijg ik niet, de anderen lopen richting een Texaco-tankstation. Zouden ze daar koffie hebben? Helaas, ze hebben alleen water. Ik vul mijn waterbidon, drink chocolademelk uit een andere bidon en eet een stuk boterkoek. Het houdt niet over, maar voorlopig kan ik er weer tegen.
Iets verderop staat het Karmelietenklooster. Het gebouw zelf oogt niet erg fotogeniek, vandaar dat ik volsta met het kruisbeeld. Een informatiebord, wij bewandelen het Marskramerpad dat van Oldenzaal naar Den Haag (of andersom in ons geval) loopt. In totaal is dit 320 kilometer lang. Vanuit Oldenzaal kun je over De Töddenweg naar het Duitse Osnabrück. Het Marskramerpad en de Töddenweg samen wordt de Handelsweg genoemd. Het is maar een weet. En dan zijn we er nog niet, de Handelsweg maakt deel uit van de Europese wandelroute E11 die via Berlijn eindigt in het Poolse Olsztyn. De bomen gaan dicht, Ko en ik kunnen nu uitlopen, gelukkig is het ondertussen droog geworden. Boerenland en asfalt, een beetje saai is het wel. We komen bij boerderij de Hondeborg uit 1841, gelegen op een kunstmatige heuvel.
Op deze plaats heeft vroeger een oude Saksische burcht gestaan. Wat ook belangrijk is: de voormalige melkschuur is ingericht als koffiepunt. Het is self-service, Reino is in haar element. Het koffiegeld moet in het houten kluisje. Hier waren we intussen wel aan toe! Een kilometertje verderop gaan we de A1 over en komen in het bos terecht. Breeduit loopt uiteraard het makkelijkst, maar ja, soms moeten we verder op z’n ‘eendjes’. Dit is het Bokdammerveld en zowaar, het zal eens niet regenen. Gelukkig had ik mijn regenbroek aangehouden, dus mij deert het niet. Ik zie een voormalige waterput met op de achtergrond een bijenstal met bijenkorven, inmiddels is het weer droog. Iets verder klopt er weinig van de routebeschrijving oftewel: we zitten verkeerd! Ik heb geen idee waar we zitten, het is hier allemaal bos en water. En er staat veel bos op de kaart, dus zoek het maar uit. Ik zet mijn GPS aan en gelukkig werken de Amerikaanse satellieten goed mee. Snel heb ik een twaalfcijfer coördinaat en wat blijkt, we zitten op het Overijssels Havezatepad. Dat loopt hier ook, vandaar dat we wel stickers zagen. We moeten terug en op de asfaltweg zien we dat we de piepkleine informatiebordjes over het hoofd hebben gezien. We hadden hier rechtsaf gemoeten! Dat doen we nu dus wel en al snel naderen we de Noordmolen op landgoed Twickel.
De Noordmolen is een gerestaureerde oliemolen uit 1347. Het informatiebordje is enigszins slecht leesbaar. Jammer genoeg is de molen niet in werking. Het is tegen enen, tijd voor de lunch. Een restaurant is er niet, gelukkig wel een pracht van een picknickbank. Daar maken we dankbaar gebruik van.
Na zo’n half uurtje gaan we weer op pad. Een weiland met lammetjes, volgens mij is het voorjaar. Mijn oog valt op een prachtige villa. Volgens het informatiebordje is het Erve ‘Het Wanink’. Verderop een prachtige dode beuk. Ik zie een waarschijnlijk niet vaak gebruikte picknickbank staan, omdat deze dik onder het mos zit. Echt een mooie plek om enige tijd van de natuur te genieten. Dat kunnen we niet hebben natuurlijk, dus snel een bord geplaatst! We staan vlak voor de brug over het Twentekanaal. Het is, uiteraard via de kortste route, nog 5,5 kilometer naar Enter. Daar wil ik met Ko de bus pakken omdat ik morgen een dringende afspraak heb. Het is jammer, het traject naar Holten moet ik maar een andere keer lopen.
Weiland, maar ik vind het riet zo mooi in het greppeltje. Rechttoe rechtaan zandweg. Het heet de Hagenweg. We steken de A1 over, het is toch weer aardig druk op de weg. Waar moet iedereen toch altijd weer naartoe? Bij restaurant Het Rheins nemen we afscheid. Ko en ikzelf zetten er de pas in naar Enter om de bus van 16.22 uur te halen. Reino, Saskia en Arlette gaan een half uurtje pauzeren. Daarna zullen de dames het verder alleen moet rooien. Dat is ze wel toevertrouwd, deze dames lopen trails in de Verenigde Staten van 4.000 mijlen! Dat betekent dagen- en soms wekenlang lopen in de bush en geen kip tegenkomen.
We lopen een stukje langs de Regge.Bij de Bornerbroekse Weg verlaten we het Marskramerpad. Vanaf hier lopen we rechtstreeks het dorp in. Zouden we de bus halen? Het spant erom! Precies twintig over vier bereiken we de bushalte. Helaas, na een minuut of vijf beseffen we dat we de bus gemist hebben. Klagen kunnen we niet, in het bushokje staat aangegeven dat je vijf (!) minuten voor het aangegeven tijdstip aanwezig moet zijn. De volgende bus gaat om 16.52 uur en dat is nog maar een minuut of wat. Deze bus is precies op tijd, het kan dus wel. Tegen vijven zijn we in Rijssen. We pinnen een kaartje en zien dat de trein om 17.41 uur gaat. We hebben dus nog even tijd voor een snelle bak. Het eerste café dat we binnenstappen staat donkerblauw van de sigarettenrook. Hier dus maar niet. Wanneer wordt de horeca nou eindelijk eens rookvrij? Het volgende café is in beslag genomen door een grote groep jongelui die iets te vieren hebben. De loeiharde housemuziek hoeft voor ons ook niet zo. Daarna stappen we een pizzeria binnen. Het ziet er goed uit en koffie serveren ze ook. Via Deventer bereik ik probleemloos Zwolle. Daarna het laatste stukje en tegen zevenen ben ik thuis. Precies genoeg tijd om mijn natte tent uit te hangen en te douchen. Op naar de verjaardag van een goede vriendin van Orchideetje. Daar laat ik mij het gebak, de toastjes met zalm en paling, en de rode wijn goed smaken. Mijn gedachten zijn toch wel bij de drie dames die nu wildkamperen. Reino, Arlette, Saskia en Ko: bedankt!