Zaterdag 17 september 2005
Acquoy – Sleeuwijk
Om 06.30 uur gaat de wekker(telefoon). Ik maak thee en daarna havermoutse pap.
De laatste tijd doe ik dat met ELK poedermelk van AH. Uiteraard heb ik er gedroogde abrikozen in zitten. Het smaakt me prima. Soms heb ik de indruk dat mijn nieuwe MSR-brander minder presteert dan mijn vorige Sigg-brander, maar tegelijkertijd moet ik erg oppassen dat mijn havermoutse pap niet aanbrandt. Dat gaat niet samen natuurlijk, maar het blijft vreemd. Rond acht uur gaan we op pad. Het is droog en zonnig en volgens Jara 11 graden.We lopen door Acquoi, langs de kerk met de scheve toren. Iets verder is Fort Asperen, wat ik een paar weken geleden uitgebreid heb bekeken. Imposant, zo’n complex.
Er worden in dit fort regelmatig exposities gehouden. Iets verderop lopen we door een prachtig natuurgebied bestaande uit meest rechthoekige plassen, omringd door dijken. Vele watervogels houden hier verblijf. Ik maak een groot aantal digitale foto’s.
Zouden deze plassen ook deel uitmaken van de Waterlinie? Het moet haast wel. Even verder gaat de route over een kaarsrechte ‘Tiendweg’ van zo’n twee kilometer lengte. Dit zijn wegen waar je flink moet doorbijten. Gelukkig draait de route de Tiendweg af en gaat het verder door het riet. Hier is het soms wel erg drassig, het is ook nooit goed. Over zwiepende bruggen bestaande uit min of meer vermolmde planken, gaat het.
Soms houden ze mijn gewicht + rugzak maar net. Tegen half elf lopen we min of meer langs het dorpje Kedichem. Ik ben al bang dat de KMA er bij in zal schieten tot ik een koffie en theeschenkerij in het vizier krijg. Het heet: ‘De uitspanning’. Het is hier echt een paradijsje. We zitten in een boomgaard in het zonnetje en de appeltaart komt uit een banketbakkerij. Dat proef je. Het is hier gewoon genieten. Na drie kwartier verpozen scheuren wij ons los, verder maar weer richting het dorp Vuren. Daar lopen we vlot doorheen en daarna volgt een stukje langs de Waal. Tegen kwart voor een bereiken we Fort Vuren. Hier is horeca en we hebben wel weer trek. Na een bak koffie en een broodje ga ik het fort bekijken. Het blijkt dat er zo meteen een huwelijksreceptie gaat plaatsvinden. De taart van 7 etages staat al klaar. Dat kan hier dus ook. Ook weer zo’n imposant fort. Er is ook een ‘kroeg’ ingericht zoals dat in grootmoederstijd gebruikelijk was. Het is mogelijk om hier te kamperen, maar ook kun je hier overnachten op een echte soldatenslaapzaal. Dat doen we niet, het zou de planning in de war schoppen. Verder gaat het richting Gorichem. Onderweg komen we het bruidspaar tegen, gezeten in een koetsje. Erachter rijdt een Porsche Cayenne Turbo, een vette Volvo, een Porsche 911, een Jaquar en nog een groot aantal dikke auto’s, afijn ik weet genoeg, hier trouwt ‘sjiek de friek’. We filosoferen of het trouwen op een fort een symbolische betekenis heeft. Het kan betekenen dat het huwelijk staat als een fort, maar ook zou dit het begin kunnen zijn van een levenslange strijd. Een soort 80-jarige oorlog. Goed, het is mijn probleem niet, verderop ligt Gorichem wat we tegen half drie bereiken. Jara en Reino doen eerst boodschappen en Jan, Saskia en ikzelf gaan lekker op een bankje zitten bij de haven. Heerlijk in het zonnetje zitten we hier. Precies kwart voor drie zijn we bij de steiger, waar we de pont net zien wegvaren. Wat nu? De volgende gaat pas over een uur. Na afweging van de mogelijkheden besluiten we het busje van Jan op te zoeken en daarmee naar de andere zijde van de Waal te rijden. Jan heeft namelijk zijn bus al op vrijdag in Gorichem neergezet en is daarna met de trein naar Culemborg gereden. Hij ging ervan uit dat de voettocht aan de noordzijde van de Waal zou eindigen. Fout, de voettocht eindigt aan de zuidzijde van de Waal. Door nu de bus te gebruiken winnen we tijd en bijkomend voordeel is dat Jan zijn bus dan aan de goede kant van de Waal heeft staan. Zondagochtend moet hij namelijk vroeg vertrekken om tijdig aanwezig te kunnen zijn op zijn werk. De rugzakken gaan in de laadruimte, wij nemen plaats op de banken, het navigatiesysteem wordt geprogrammeerd op Woudrichem en daar gaan we. Dit is wel zo ontzettend luxe! Jan parkeert tegen half vier de bus in Woudrichem, waarna we koers zetten naar Sleeuwijk. Eerst lopen we een heel stuk over de dijk, later lopen we door de uiterwaarden. Bij de jachthaven van Sleeuwijk vullen we onze bidons en maken gebruik van het toilet.
Er is hier ook een terras, echter zo te zien wil iedereen doorlopen. Ook goed, ik vind het best. De jachthaven ligt barstensvol zeil- en motorschepen. Ik heb het idee dat zeker 90% van de jachten altijd in de haven ligt te dobberen en nooit op open water komt. Een aantal is te koop, dat sterkt mij in mijn mening. Het is inmiddels over half zes, het wordt tijd om een kampeerplekje op te zoeken. Helaas, er zijn hier geen campings en de dijk waar we nu op lopen is afgezet met prikkeldraad. Het is ook veel te ‘open’ hier, wildkamperen is verboden in Nederland, daar moeten we rekening mee houden. We passeren een fort en zo te zien is het nog in gebruik bij Defensie. Overal prikkeldraad en het hek zit hermetisch op slot. Ik weet dat ‘objecten’ zoals deze, die niet fysiek bewaakt worden door wachtpersoneel, ’s nachts meerdere malen door een rijdende patrouille worden gecontroleerd. Tevens zijn vele objecten de laatste jaren voorzien van elektronische beveiligingsapparatuur. Het fort is dus geen optie. Verder maar weer. Gelukkig, iets verderop is een sluis waar we met onze vier tentjes precies kunnen staan. Zelf moet ik oppassen dat ik niet in het water val, mijn tent staat exact langs de waterlijn, die zich ongeveer een meter lager bevindt. Ik heb het wel gehad voor vandaag, het was zwaar. Mijn benen en voeten voel ik niet meer. Ik steek de brander aan, het is precies zeven uur. Ik kijk regelmatig naar het fietspad op de dijk, gelukkig geen kip te zien. Tegen half acht heb ik mijn warme eten op, afwassen doe ik met nat gras. Nu heb ik wel zin in een cognacje, er zit nog een bodempje in mijn heupflacon. Ik kruip in mijn tentje en doe mijn schoenen uit. Gelukkig, mijn sokken zijn droog en ik heb geen blaren. Het was vandaag wel prachtig zonnig weer, maar regelmatig hebben we door drassige uiterwaarden gebaggerd. Ik ben toch wel blij met mijn nieuwe Gore-tex schoenen. Blij toe dat ik vorige maand de schoenen goed heb ingelopen op het Oeverloperpad. Ik lees nog wat in het Waterliniepad boekje en kom tot de conclusie dat we er vandaag zo’n 30 kilometer op hebben zitten. Ik neem nog een laatste slokje cognac en val spoedig in slaap.