Zaterdag 13 april 2013
Bredevoort – Meddo
Vannacht is de wind gaan liggen. Ik had de wekker op 06.15 uur gezet, dan hoef ik mij niet te haasten. Het is al licht, dat is ’s winters toch een heel ander verhaal. Mijn tent is kurkdroog, dat scheelt gewicht. Om acht uur vertrekken we, nadat we eerst alle douchemuntjes in de brievenbus hebben gedeponeerd. Het is zwaar bewolkt en soms voel ik een spettertje. Mijn regenbroek en regenjack laat ik uit, ik verwacht dat het vandaag wel opklaart.
Dat zie je hier wel vaak, een waterput en zo’n putinstallatie erbij. Zou dat nog functioneren? Ik ga het maar niet proberen, de boerderijhond zal wel op de loer liggen. Dit moet wel de Havezate Walfort zijn uit de 16e eeuw. Lang is de Havezate in bezit geweest van de familie Van Pallandt, maar in 1958 werd de gemeente Aalten eigenares.
In 2003 is het beheer overgedaan aan het Geldersch Landschap. Dit is de beltmolen ‘De Prins van Oranje’ uit 1870. Het is een korenmolen en hij is maalvaardig. Om half negen lopen we Bredevoort in, het oogt allemaal wat somber. Bredevoort is bekend om zijn vele boekwinkels (http://www.bredevoort.nu/Boekenstad/). In deze – onbemensde – kraam kun je voor €2,- een boek scoren.Iets verder is de Markt, hier zijn ze bezig om kramen op te bouwen. Zou restaurant Bertram open zijn voor de KMA (http://www.restaurantbertram.nl)?‘Bent u al open op dit vroege uur’, vraag ik. ‘Ik verwacht de ontbijtgasten, we hebben hier namelijk acht kamers’, antwoordt de uitbater. Kijk, dat zijn berichten. Oeps, het ziet er hier gezellig uit. Hier kan ik wel een avondje (of twee) genoeglijk doorbrengen.OK, eerst de KMA, dat wordt Tsjechische honingwalnotentaart met slagroom. Ik ga in juli in Tsjechië wandelen, dus kan ik vast inkomen. Koffie erbij uiteraard. De koffie smaakt meer dan voortreffelijk en we bestellen subiet een tweede bak. Hm, als we nu te zijner tijd een weekendje boeken, dan kan ik twee spaken lopen (31 kilometer). Orchideetje kan dan op de boekenmarkt rondsnuffelen.
Om half tien stappen we weer op. Op de Markt staat het standbeeld van Hendrickje Stoffels. Zij is hier geboren en werd de partner van Rembrandt. Bredevoort is een vestingstad en de wallen met grachten zijn goed te herkennen. Welke schuinsmarcheerder is dit nu weer? Zo te lezen heeft er hier rond 1600 een klooster gestaan. Nou, het is meteen prijs. We zijn Bredevoort net uit of de opknappertjes vliegen je om de oren. Dit zijn toch lama’s? En dit is een bijenstal, dat weet ik maar al te goed. Ooit heb ikzelf ook bijen gehad (gediplomeerd imker!), maar het was me te bewerkelijk. Sowieso is dit een pracht van een bijenstal – hoewel aan de kleine kant – met links een bijenkast die van onder naar boven twee broedkamers en twee honingkamers bevat. Daarnaast staat een bijenkorf, dat is pure nostalgie. Daarnaast een bijenkorf die bestaat uit één broedkamer en één honingkamer. Sowieso is het een behoorlijk ingewikkelde hobby die veel studie vereist. De zon komt goed door en mijn fleece kan uit. Ik loop nu in drie laagjes, feitelijk is dat aan de warme kant, want de temperatuur is 12 graden in de plus. Dit keer lopen we niet alleen, er is een wandelmars aan de gang. Ik maak even een praatje en deze mensen (er lopen er nog veel meer mee) zijn gestart in Aalten. Ze ‘moeten’ 30 kilometer, toevallig lopen wij dat ook vandaag. Maar ja, zij doen dat zonder rugzak, dat scheelt een jas. Ik bied mijn rugzak aan, maar nee, dat willen zij niet. Tegen elven naderen we het dorpje Vragender. Iets verder worden we welkom geheten door dit kruisbeeld. Het ziet er spiksplinternieuw uit, we naderen zeker een rooms-katholieke enclave. Kijk, daar staat de kerk, wel een megalomane voor dit piepkleine dorpje. Iets verder staat deze ruïne van de St. Jacobskapel. Er is zelfs gedacht aan een informatief verhaal. Op naar Lievelde, we beginnen met een gedeelte weiland. Zo’n ludieke handwijzer heeft wel wat, maar hoe ik ook draai en keer, de derde ‘hand’ krijg ik niet op de foto. Halverwege Vragender en Lievelde lopen we de bossen weer in. Het landschap blijft afwisselend van karakter. Zo te zien is hier een motorcrossbaan aangelegd, maar ik vraag mij af of hij nog gebruikt wordt. Ai, dit is interessant, dit is de Engelse Schans. Opnieuw duidelijke informatie, het is eigenlijk een kleine moeite. Er is zelfs gedacht aan een uitkijktoren, vanaf boven heb je een prima zicht op de Engelse Schans en opnieuw duidelijke informatie. Dit lijkt me de nieuwe crossbaan compleet met clubhuis. Daar gaan we weer, twee opknappertjes en ook nog vlak bij elkaar gelegen. We lopen Lievelde even in – ik ben door mijn chocomel heen – maar meteen horen we van twee meisjes dat er in Lievelde geen supermarkt is. Er is wel een station(netje), maar een winkel, ho maar. Tja, dat is de ontvolking van het platteland. Om kwart over één lunchen we op een bankje en dit keer maak ik er thee bij. We hebben er nu dik 20 kilometer opzitten.
Hier steken we de Groenlose Slinge over. Het Noaberpad loopt erlangs, volgens Albert is het een tamelijk saai traject. Zuid van het buurtschap Zwolle lopen we afwisselend door bosstroken en door weiland. Overigens, het ‘echte’ Zwolle ligt hier een heel stuk vandaan, zaak om je navigatiesysteem goed te instrueren. Hier staat ook weer een huis met zo’n ‘putding’. Dit moet wel bijna de Wissink beek zijn. Het wordt zo langzamerhand wel eens tijd dat ik een nieuw fototoestel aanschaf met GPS-locatiebepaling. Zou dat de accu in je fototoestel erg belasten? That’s the Question! Om vier uur lopen we Meddo in. Zo op de kaart te zien is het een dorpje van niets. Er staat een koffiekopje op de kaart in het wandelboekje, dus een café of restaurant zou er moeten zijn. En dat is er ook, het ‘Motor Hotel Meddo’. Hopelijk heersen er hier geen ‘Hell’s Angels’-achtige praktijken. Nou, mijn complimenten, het ziet er hier keurig uit en mevrouw is zo behulpzaam om ons een andere camping aan te bevelen. Deze is veel kleinschaliger dan degene die ik op het oog had. We bestellen een Erdinger witbier, dat hebben we wel verdiend. We hebben er nu 30.58 kilometer opzitten, nog een stuk of twee, drie. Tegen vijven stappen we op en lopen door min of meer open gebied richting de Beurzerbeek. Om te beginnen lopen we aan de linkerkant van de beek. Vandaag viel het weer alleszins mee. Meestal was het tamelijk bewolkt, maar de zon liet zich geregeld zien. Een enkele spet regen, maar niet de moeite waard.
Om half zes lopen we camping ’t Simmelink op, hij zit pal langs de beek op RD 246651/446873. Nou, pech, er is niemand thuis en er staat ook geen enkele tent. Het toiletgebouw is wel open. Ik waag er een telefoontje aan, maar er wordt niet opgenomen. Dan komt er iemand aanlopen. Het blijkt zoonlief te zijn, die vertelt dat zijn moeder boodschappen aan het doen is. We mogen alvast een plek naar keuze zoeken en onze tentjes opzetten. De rechtse is van mij (met al die rommel er voor). Even later komt mevrouw thuis.Eerst worden we vrienden. Mevrouw verontschuldigt zich voor het feit dat het toiletgebouw nog niet aan kant is. Ze heeft griep gehad en het is ook zo lang koud geweest. We zijn de eerste kampeerders dit jaar. De geisers staan uit, als we willen douchen wil zij ze aansteken. Nou, laat maar, douchen doen we morgen thuis wel. We rekenen af, het kost ons slechts €3,- per persoon. Mevrouw nodigt ons uit om rond de klok van acht koffie te komen drinken. Nou, dat maak ik niet vaak mee.
Ik begin zoals gewoonlijk met een kerriesoepje. Oeps, die halve liter Erdinger stijgt naar mijn hoofd. Daarna opnieuw een Carbonara Kaas-Spek, dat vind ik met afstand de best te pruimen maaltijd van de firma Knorr. Ik drink er een half bekertje Chardonnay bij, de rest van de wijn bewaar ik maar voor in de trein. Intussen bel ik Orchideetje, zij heeft het goed naar haar zin in Londen. Ik zie trouwens dat Mevrouw aan het schoonmaken is geslagen, ze kon het zeker niet langer aanzien. Nou, wij zijn met weinig al meer dan tevreden. Er is een geiser aan, dus kan ik met warm water afwassen. Het loopt al tegen achten, tijd om op bezoek te gaan. OK, de koffie is prima en we kijken – al koutend – naar een reportage op TV over het verbouwde Rijksmuseum. We horen dat er een supermarkt is in Meddo, tja, we hadden er in het café niet naar gevraagd. Na een uurtje stappen we op en zoeken de slaapzak op.