Pelgrimspad (okt 2009)

Zondag 25 oktober 2009
Nivonhuis ‘Morgenrood’ – Den Bosch
Om 06.30 uur (zomertijd) sta ik op. Uiteraard is het nog donker. Dat is ook wat, tot een uur of twaalf gisteravond konden we genieten van luide discomuziek. Viel er in de buurt iets te vieren? En dan staat er op de site van ‘Morgenrood’ nog zo mooi dat we ons hier in een stiltegebied bevinden en geen herrie mogen maken. Ik zal ze eens een mail sturen om te vragen hoe dat nu precies zit. Nou ja, na de thee en de havermout gaan we tegen 07.00 uur van start. Het zingen van het socialistisch strijdlied ‘Morgenrood’ laat ik maar achterwege. Het is droog, niet koud en net aan licht. We passeren de ene na de andere – gesloten – uitspanning. Zou het hier zomers nog een beetje lopen? Na zo’n kwartiertje zitten we weer op het Pelgrimspad. Links van ons weiland en rechts bos.Verderop moet een schaapskooi zijn. We steken een spoorlijn over en even verder de Essche Stroom. Dit is het riviertje de Nemer. Iets verder ligt Kasteel Nemerlaer. Volgens het boekje moet het daar spoken! We gaan er maar niet kijken. Tja, een beetje kasteel heeft uiteraard een lange oprijlaan. Des te langer, des te rijker.
Een dubbele rij bomen telt uiteraard ook dubbel. Aan het eind van de oprijlaan ligt het gehucht ’t Eind. Nou, wel een toepasselijke naam. We lopen het gehucht niet in, maar gaan rechts- en daarna linksaf. Ai, hier op deze kaarsrechte weg tussen de weilanden door is een bermmonument. Dit is geen tijdelijk bermmonument, deze steen ligt hier definitief. Ik volg de sport niet zo en van deze wereldkampioene marathon heb ik nog nooit gehoord. Tragisch sowieso. Het gebied west van de Essche Stroom is wat landelijk. Regen dreigt, maar we houden het droog. Even later komt de zon weer door. Op deze kwekerij staat een voor mij onbekend gewas. Het is in elk geval geen marihuana. Deze koeien staan lekker op te drogen in het zonnetje. Achter een stapel hooi maken we zelf koffie, het is zondag en sowieso is er nergens een horeca gelegenheid. Ach, zo uit de wind en in het zonnetje gaat dat ook prima. Deze koe komt mij even gedag zeggen. Toch erg aardig. OK, op naar Vught en de IJzeren Man. Nog 5,5 kilometer en we lopen dit keer zo ongeveer de kortste route. Dit keer lopen we niet alleen, er is een wandelmars uitgezet. We komen tientallen wandelaars tegen, blijkbaar voorziet dit toch in een behoefte. Ter hoogte van Vught neem ik afscheid van Reino. Zij gaat op bezoek bij familie. Zelf loop ik door, steek de N65 over en daarna de spoorlijn. Links ligt de IJzeren Man, maar met de gelijknamige plas in Weert heb ik meer affiniteit. Ik moet hier rechtsaf de – volledig dichtgegroeide – Vughtsche Heide op. Rechtdoor – langs de IJzeren Man – loopt het Pelgrimspad naar Amsterdam. In oktober 2006 heb ik het traject Giessendam – Amsterdam samen met Reino gelopen en  in mei 2007 heb ik het traject Giessendam – Den Bosch alleen gelopen. Na vandaag zit het Pelgrimspad erop, nou ja, dat stukje naar Santiago ligt er nog wel. Via een kronkelig bospad – gelukkig is er goed gemarkeerd – loop ik noordwaarts in de richting van het afwateringskanaal. Sowieso is het hier een sprookjesachtig gebied, hoewel er hier vreselijke dingen zijn gebeurd. Goed, België heeft zich in 1839 afgescheiden en Koning Willem III veronderstelde een Belgische invasie. Teneinde deze komende aanval af te slaan werden zuid van Vught en Den Bosch tussen 1844 en 1846 verdedigingswerken aangelegd.
Oeps, hier zijn vele kruiwagens zand verzet! Maar liefst acht zogeheten lunetten werden gegraven. Lunet is afgeleid van het Franse woord ‘luna’, oftewel de lunetten zijn aangelegd in de vorm van een halve maan. De Belgen moeten nog komen, in elk geval is de natuur hier op prachtige wijze bewaard gebleven. Hopelijk komt dat er op de vijf foto’s een beetje uit. Over de vreselijke dingen gesproken, de Duitsers gebruikten Lunet II voor executies. Vlak voor de ontruiming in 1944 van het nabijgelegen Kamp Vught zijn hier met zekerheid 329 mensen omgebracht. In Kamp Vught waren de omstandigheden abominabel voor de gevangen gezette joden, zigeuners, Jehovah’s Getuigen, homoseksuelen, zwervers, zwarthandelaren, criminelen, gijzelaars en verzetstrijders. Velen vonden de dood door afbeuling en uithongering. Kamp Vught was een concentratiekamp, maar geen vernietigingskamp; er waren geen gaskamers. Net als Westerbork en Kamp Amersfoort was het een doorgangskamp naar de in Duitsland en Polen gelegen vernietigingskampen. In september 1944 werd het kamp door de geallieerden in gebruik genomen. Ook werden hier duizenden van collaboratie verdachte Nederlanders geïnterneerd. Momenteel bevindt zich op het terrein een gevangenis – vooral de Extra Beveiligde Inrichting voor extreem vluchtgevaarlijke criminelen is nogal eens in het nieuws – , de Lunettenkazerne en de …kazerne (helaas, de naam van deze kazerne is me ontschoten, ik kom er nog wel op). Bovendien is hier het Molukse woonoord Lunetten en uiteraard het Nationaal Monument Kamp Vught gevestigd.
Tegen twaalven bereik ik het Afwateringskanaal. Ik heb hier al vaker gelopen en ik moet nu twee kilometer doorbijten tot de Isabellakazerne. Halverwege ligt nog de Frederik Hendrikkazerne, hoewel, deze zal inmiddels afgebroken zijn ten behoeve van woningbouw. Ik ga maar niet kijken.
Dit is het bospad over de wallen langs de Isabellakazerne. En dit is uiteraard de Isabellakazerne waar ik nog een tijdje ‘gelegerd’ ben geweest.
De kazerne is vernoemd naar Fort Isabella dat in 1618 is gebouwd, toen Den Bosch nog in Spaanse handen was. Isabella was de dochter van Philips II. Momenteel is de kazerne in gebruik door het Centraal Orgaan Asielzoekers. Ik loop het spoor over, ze zijn hier wel gigantisch bezig. Komt er hier een spoorlijn bij? Even verder bereik ik de Dommel, Den Bosch ligt in de verte. De route loopt achterlangs een aantal huizen. In een tuin hangen de druiven plukrijp. Opnieuw de Dommel in tegenlicht. Er weer de Dommel, dit keer met een kanon. Zouden die Belgen nog komen? Hier staat ook een informatiebord over het Pelgrimspad. Uiteraard loop ik niet via de kortste route naar het station, maar via de Sint Janskathedraal. Dit is hem dan, een gothische kruisbasiliek uit 1222 (de eerste vermelding). Ai, hier is een feestje geweest. Zouden zij verantwoordelijk zijn geweest voor die herrie gisteravond? Nee, dat zal niet, zover draagt geluid nu ook weer niet. Trouwens, van mij mogen ze de bomen op het plein kappen. Van de kathedraal is elk jaar minder te zien. Ik wil wel helpen zagen, dat is nog een leuke klus. Ik dacht dat ze zo langzamerhand gereed waren met restaureren, maar nee, er was zeker nog geld over. Dit is de hoofdingang van de Sint Jan, eigenlijk een beetje saai. Een bezoek laat ik achterwege, ik ben er al een aantal malen in geweest. Op de Markt staat het standbeeld van Jeroen Bosch (1453-1516). Tja, er is nog wel wat volk op straat, hoewel het geen koopzondag is. Hier en daar zitten mensen op het terras, maar dat zullen voornamelijk ‘rokers’ zijn. Vlakbij het station staat in een hoekje deze handwijzer. Mooi, het Pelgrimspad (traject I en II) en het Maarten van Rossempad zitten erop. Volgende maand beginnen we met het Peellandpad, dan kan ik die ook van mijn lijstje afstrepen. Voor het station staat de Drakenfontein – bijnaam: ‘het monument voor de schoonmoeders’ – naar een ontwerp van Ir. J. J. Dony en onthuld in 1903. Om kwart over een sta ik voor het station. Wat nu? Bussen staan er niet, maar na enig zoeken zie ik een ‘regulateur’. Hij raad me aan om gewoon met de trein naar Utrecht te gaan, de bus doet er maar liefst twee uur over. De trein gaat over twintig minuutjes, dus ik moet even wachten. ‘Utrecht’ staat er op het informatiebord, dus dat heeft de NS prima geregeld. Dan ben ik toch nog tijdig thuis. Precies 13.38 uur vertrekken we, ik moet zeggen, de trein zit behoorlijk vol. Veel mensen hebben een bepakte fiets bij zich. Na een paar minuutjes sporen valt me iets vreemds op. Dit traject komt me tamelijk onbekend voor. Dit is niet het spoor richting Utrecht, dit is het spoor richting Nijmegen. Na enige tijd roept de conducteur – verstaanbaar – om, dat we via Nijmegen en Arnhem naar Utrecht reizen. Nou fijn, ik kan in elk geval blijven zitten.
OK, na een goed uur komen we dan uiteindelijk in Utrecht en waarachtig, voor de overstap heb ik nog een paar minuutjes de tijd. Rond een uur of vier arriveer ik in ons dorpje zodat ik de kampeerspulletjes nog uit kan hangen. Zoals gebruikelijk sluiten we de wandeling af in restaurant Peacocks. Reino en Margriet: bedankt!