Pelgrimspad (mei 2007)

Zaterdag 2 juni 2007
Drunen – Den Bosch
Om half zeven gaat de wekker van mijn mobiel. Ik was al wakker. Vannacht best wel goed geslapen. Mijn tent zit zwaar onder de condens en het gras is drijfnat, net zoals mijn handdoek die ik buiten had laten hangen.
Tegen achten ga ik op weg. Het is zonnig, het beloofd een mooie maar warme dag te worden. Ik heb als bovenkleding uitsluitend mijn frisgewassen shirt aan.
Eerst loop ik terug naar café Klinkert en daarna loop ik een kilometer of twee door de bossen van de Drunense Duinen. Dat is goed te doen, maar dan komt het… ZAND. Tja, dit zijn niet voor niets de Drunense Duinen, het grootste stuifzandgebied van Europa. Het is echt ploeteren geblazen door het mulle zand. Goed, ik heb enige tijd ‘gelegen’ in de Isabella-kazerne in Vught, dus geheel onbekend is dit gebied mij niet. Feitelijk loop ik alleen door het meest oostelijke puntje zand, het centrale deel laat ik rechts liggen. Even na negenen bereik ik de zuidrand van de Drunense Duinen waar zich sinds mensenheugenis de uitspanning ‘De Rustende Jager’ bevindt. Het is open en er zit een enkele vroege wandelaar. Helaas hangt er nu een enorm blauwwit gestreept zonnescherm, waardoor het prachtige rieten dak aan het oog wordt onttrokken. En dan die goedkope witte terrasmeubelen. Het ziet er niet uit! Wat er wel uitziet en ook uitstekend smaakt is de koffie met perenvlaai. Na een half uurtje houd ik het voor gezien. De route loopt nu zeven kilometer verder in pal oostelijke richting en volgt de zuidrand van de Drunense Duinen. Aan de linkerkant heb ik dus voortdurend bos en aan de rechterkant een zeer afwisselend landschap. Het is echt mooi en ik zie verder geen enkele andere wandelaar. Na een grote boerenhoeve – volgens mij tweede huizen – een stukje bouwland en een stukje verharde weg kom ik uit bij De IJzeren Man. Eerst loop ik er, door het bos, op enige afstand langs, maar dan kan ik het niet laten om even het ‘strand’ op te lopen. Ik vraag de jongedame bij de intree of ik even een foto mag maken, omdat ik hier in het verleden vele malen gezwommen heb. In mijn herinnering was het toen altijd steenkoud, nu is het 22 graden aan de goede kant van de nul. Het is nog niet druk, zodat ik de dames die hier topless zonnen niet stoor met mijn foto-activiteiten. Ze zouden het mogelijk verkeerd kunnen opvatten. Ik loop het strand weer af en even verder staat er een pracht van een bank met een mooi uitzicht op De IJzeren Man. Overigens is de naam ontstaan tijdens de zandwinning in 1910, toen het zand gewonnen werd door een vervaarlijk ijzeren graafmonster.
Even verder loop ik verkeerd, hoewel niet verkeerd, ik zit al op de route naar Visé.
Even terug dus en pal noordwaarts richting lunetten. Deze lunetten, maanvormige (luna = maan) vestingwerken omringd door waterpartijen, zijn in 1847 aangelegd in opdracht van koning Willem II. Deze man was bang voor een inval der Belgen, maar ja, zij zijn nooit gekomen. Wat rest is een werkelijk schitterend stuk natuur. De ‘grachten’ drijven vol met waterlelies. Lunet II is een beladen plek omdat deze locatie door de Duitsers tijdens WO II werd gebruikt als fusilladeplaats. Ter herinnering staat er hier een monument met daarin de namen van veelal verzetstrijders. Hierachter ligt het voormalige kamp Vught, 12.000 joden zijn hier ‘verzameld’ en afgevoerd naar de Duitse vernietigingskampen. In de jaren 50 van de vorige eeuw heeft de Nederlandse Staat in een morbide gebaar haar voormalige Molukse onderdanen hier gehuisvest. Kamp Vught bestaat niet meer en ik meen dat er momenteel een museum is gevestigd. Het Pelgrimspad komt er helaas niet langs, dus kan ik het niet controleren.
Iets verder loop ik weer tegen het afwateringskanaal aan. Dit mij overbekende kanaal moet ik een kilometer of twee volgen. Rechts van mij moet de voormalige Frederik Hendrikkazerne liggen. Hier worden binnenkort huizen gebouwd. Door de bossen rechts van mij kan ik het terrein niet zien, mogelijk zijn ze al aan het bouwen. Nog wat verder de Isabella Kazerne. Hm, hier heb ik toch niet zulke goede herinneringen aan. Alweer vele jaren geen kazerne meer, momenteel doet het dienst als asielzoekerscentrum. Ook dat is binnenkort geschiedenis, ook hier komen huizen. Ik neem aan dat het historische poortgebouw zal worden gespaard. Vanaf de poort loop ik de Isabellalaan af, steek de spoorlijn over, daarna volgt de drukke Vughterweg en achterlangs de huizen loop ik langs het riviertje de Dommel. Links van mij de drukte en rechts de rivier en de polder. Groter contrast kan bijna niet. In de verte Den Bosch. Dit zal wel een hangplek zijn, zwerfvuil genoeg in elk geval. Het Pelgrimspad maakt een kleine omweg. Uiteraard komt de route langs de St. Jan.
Er staan steigers, er vindt momenteel een ingrijpende restauratie plaats. Ik ben hier vaker geweest en dit keer sla ik een bezoek aan de St. Jan over. Het is zaterdag, het is prachtig weer en zoals altijd zit iedereen zonder eten, drinken, kleding enz. Bijna iedereen draagt een of meerdere plastic draagtassen met daarin de buit van vandaag. Er hangt een vette bak- en braadlucht in de straten. Zo snel als maar kan, loop ik richting station. Ik werp nog een snelle blik op de Draak van Den Bosch. De trein van 14.32 uur rijdt natuurlijk net voor mijn neus weg, dat zal je altijd zien. Nu wordt het de trein van 14.53 uur. Ook in Utrecht heb ik pech. Door het gewijzigde beleid van de NS heb je nu bijna een half uur de tijd om over te stappen. Je kunt natuurlijk ook redeneren dat je trein net een paar minuten geleden vertrokken is. In elk geval, ik heb ‘moeie’ voeten, vandaag toch weer 26 kilometer gelopen. Geen blaren of andere blessures, gelukkig. In de trein zie ik dat de temperatuur 30 graden is. Deze wandeling is een goede training voor Griekenland geweest. Inderdaad, geen bergen, maar wel warm. Sowieso een heel mooi traject, heel veel onverhard en heel veel langs water. Even na half vijf ben ik thuis. De rugzak gaat leeg, onder de douche en traditiegetrouw sluiten we af in Peacocks.