Pelgrimspad (mei 2007)

Vrijdag 1 juni 2007
Aalst – Drunen
Om zeven uur sta ik op. Gisteravond heeft het nog iets geregend, nu is het droog. Het is niet koud en het zonnetje komt al door. Ik maak thee en havermoutse pap en om twintig over acht vertrek ik. De tent had trouwens weinig condens bij het oprollen. Spierpijn heb ik gelukkig niet, dus kan ik benen maken.
Na tien minuten bereik ik Aalst en tot mijn verbazing is de supermarkt al open. Snel koop ik een pak chocomel en een grote fles sinas. Na Aalst volg ik de Driesche Wetering.
Soms is het pad halfverhard, maar even zo vaak is het pad behoorlijk vergrast.
Links achter de bomen ligt de Wetering. Tegen tienen loop ik Nederhemert-Noord binnen. Het dorp heeft niet veel om het lijf, en erger is dat alle horeca nog gesloten is. Wel is er een mooie molen te zien, met de naam Gebr. Remmerde. Het is een grondzeiler uit vermoedelijk 1716. Bijzonder is dat de molen zeskantig is. De molen is maalvaardig, maar niet meer in gebruik. Even verder is de pont. Ik maak een praatje met de schipper, die alle tijd heeft. Hij blijkt een van de vrijwilligers te zijn die deze pont in de vaart houdt (uiteraard niet op zondag!). Vandaag is het vrijdag, dus hoef ik niet om te lopen. Het overzetten kost mij maar liefst €0,70. Dit watertje heet de Afgedamde Maas en er heerst zowaar enige bedrijvigheid. Na even lopen bereik ik kasteel Nederhemert. Op de kaart staat nog ‘ruïne’, maar onlangs is het kasteel geheel gerestaureerd. Om de exploitatie beheersbaar te maken zijn er kantoren gevestigd, maar trouwplechtigheden kunnen ook. Tijdens open monumentendagen kan het kasteel bezichtigd worden, vandaag dus niet. Het is half elf en koffietijd, maar ja, ik zal moeten wachten tot Heusden. Tot mijn niet geringe verbazing kom ik langs een prachtige speeltuin. Kleine kinderen, moeders, en opa’s en oma’s, maar ik zie ook een uitspanning. Ze hebben hier heerlijke koffie en uitmuntende appeltaart met slagroom. Deze appeltaart is niet uit de koeling, maar gewoon kakelvers! Ik bestel prompt nog een tweede bak koffie. Verder maar weer door puur Hollands landschap. De Bergse Maas komt in beeld, overvaren is hier geheel gratis. Aan de overkant loop ik langs een lelijk stuk industrieterrein. Hier zijn voornamelijk scheepswerven gevestigd. Iets verder wordt het weer mooi, de wallen rond Heusden liggen er prachtig bij. Wat is hier in het verleden noest gegraven! En alles met de hand, nou ja, met de spade. Loodzware houten kruiwagens, ik moet er toch niet aan denken. De opdracht tot dit graafwerk kwam van de Prins van Oranje in 1578. Heusden werd het neusje van de vestingzalm en hield stand tijdens de inval van de Fransen in 1672. Helaas ging het Heusden in de 17e en de 18e eeuw niet voor de wind en raakte de stad verwaarloosd. Gelukkig is er veel gerestaureerd in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw en ik moet zeggen: de stad ligt er prachtig bij. Wel jammer dat er werkelijk overal geparkeerde auto’s staan, die de op zich fotogenieke locaties totaal verpesten.
Uit bozigheid maak ik dus geen foto’s van de binnenstad. Onder de Prins ging Heusden over tot het protestantisme. Katholieke Heusdenaren vertrokken naar Drunen. Toch is hier niet iedereen protestant, de geloofsgrens tussen protestanten en katholieken volgt de oude kronkelgrens van vóór 1814. Het is toch niet te geloven.
Ik loop gelijk door naar Oud-Heusden, een kilometertje verder. Bij de Texaco-benzinepomp koop ik opnieuw chocomel en sinas, het is vandaag wederom dorstig weer.
Het dorp uit en een drukke weg over, rechtsaf en voor mij ligt het natuurgebied de ‘Hooibroeken’. Er is hier een picknickbank en het is tegen enen, dus tijd voor de lunch.
Ik zie dat ik nog ongeveer 12 kilometer moet tot de camping. Nog een uurtje of drie lopen dus.
Na de lunch stap ik op en inderdaad volgt tot Drunen een prachtig stuk natuur. Langs Drunen en een recreatieplas. Dan linksaf en nu een kilometer of twee langs het mij zeer bekende afwateringskanaal. In het grijze verleden heb ik hier vele, vele malen en meestal bij nacht en ontij gelopen. Rechtsaf en bij café Klinkert verlaat ik de route. Een kilometer verderop moet zich een mini-camping bevinden. Ik heb niet gebeld en ik hoop wel dat deze camping nog steeds bestaat. Er komt net een klusbus aanrijden, zo te zien gaat deze man de vrijdagmiddagborrel drinken in het café. Ik vraag even of hij hier bekend is en of hij de camping kent. Dat blijkt beide het geval en met goed gemoed ga ik richting camping.
Precies 16.00 uur loop ik minicamping ‘De Schaapskooi’ op. De uitbaatster loopt met mij mee en wijst mij een rustig plekje. Onderweg zie ik een terras en er wordt een geweldige hoeveelheid grutterswaren uitgeladen. Ik vraag of dit een restaurant is. Helaas, het is de groepsaccommodatie. Ze ziet mij kijken en zegt dat ik van haar eigen voorraad sinas, cola enz. mag aanschaffen. Ik kies voor sinas, chocomel heeft ze jammer genoeg niet.
Deze kampeerluxe kost mij €8,20 en de douche is vrij. Dat is alleszins redelijk.
Ik spoel mijn shirt uit, het zonnetje staat er lekker op, dus kan het shirt morgen weer frisgewassen aan. Tegen zessen zit ik aan de Orienty Bami van Knorr. Het is een traditioneel miegerecht en met de witte wijn erbij prima te eten.
Vandaag heb ik er zo’n 27 kilometer opzitten. Ik voel me goed, mijn voeten voelen goed, geen centje pijn. Mijn nieuwe schoenen zijn goed ingelopen en het zal waarachtig wel gaan in Griekenland.