Marokko (mei 2009)

Zondag 3 mei 2009
Dades
Ai, ik heb niet zo best geslapen. Wat ik gisteravond niet had gezien, de eenpersoonsbedden zijn maar 1.80 lang en heel smal. Daar pas ik dus niet in met mijn 1.97 meter! Na het – zeer karige – ontbijt staan we om 10.00 uur gereed voor de wandeling met een plaatselijke gids. Eerst lopen we over asfalt het langgerekte dorp uit. Ik dacht al, is dit nu de wandeling? Maar na een dikke kilometer bereiken we een ‘dirt-road’. Nog een stukje verder gaat de dirt-road over in een heus geitenpad. We blijven de rivier volgen. De ene keer zitten we wat hoger dan een volgend moment. Verder is de wandeling – mits voorzien van goede wandelschoenen – goed te doen. Wel is het zoals gewoonlijk behoorlijk warm. Hier en daar zijn vrouwen bezig met de was. Ostentatief wenden ze het hoofd af als ze mij zien fotograferen. Sowieso is het dal erg vruchtbaar, er wordt van alles en nog wat verbouwd. Soms lopen we tussen de akkertjes door op smalle dijkjes. Aan het eind van de wandeling lopen we een ‘brug’ over. Aan de andere kant is een dorpje met een restaurant en wacht de bus. Ai, ik ben wel toe aan een koud colaatje. Nu blijkt dat we drie groepsleden missen. Mohammed en de plaatselijke gids lopen terug en ik loop mee, ook al omdat ik van plan ben om terug te lopen. Helaas, de drie vermiste personen zien we niet. Mohammed en de plaatselijke gids zoeken verder en ik aanvaard de terugweg. Als ik ‘ons’ dorpje inloop komt de bus mij achterop. Mohammed vertelt me dat de drie gevonden zijn. Ze werden onderweg afgeleid door een local, zagen de groep niet meer en zijn daarna te ver doorgelopen. Uiteindelijk zijn ze teruggelopen en zagen de ‘brug’. Het is al na vieren als ik terug ben in het hotel. Eerst maar onder de douche en daarna lees ik nog wat in een meegenomen tijdschrift.
Om half acht vertelt Mohammed wat het plan is voor morgen. Nu wil het geval dat al een aantal malen deze ‘briefings’ ernstig werden verstoord door twee groepsleden. Vooral een Amsterdamse is er ‘goed’ in om Mohammed te sarren met vervelende vragen. Ze probeert daarmee de lachers op haar hand te krijgen. In mijn ogen heeft ze een bizar gevoel voor humor. Het leiden van reizen is Mohammed zijn werk en zijn brood, dus blijft hij beleefd. Ook dit keer is het raak, tot vervelends toe wordt Mohammed gevraagd naar het aantal treden om een bepaalde kasba te beklimmen. Hij weet het niet precies. De Amsterdamse stelt dan voor dat Mohammed maar vooruit gaat om de treden te tellen. Nu wordt het me toch echt teveel. Ik val uit met de opmerking dat ik dit soort vragen ‘gezeur’ vind.
Verder merk ik op dat een ‘briefing’ binnen 5 minuten kan, en dat ik graag wil eten. Eigenlijk heb ik sinds het ontbijt niet meer gegeten. Nu is het stil en Mohammed kan binnen een paar minuten de briefing afronden. Uiteraard is de sfeer om te snijden, maar daar kan ik toch echt niet mee zitten. Als het op deze manier moet, dan moet het maar zo. Als we weglopen richting restaurant krijg ik van diverse groepsleden een compliment.
Ook zij ergerden zich al een aantal avonden mateloos aan bepaalde groepsleden.
OK, een gedeelte van de groep gaat elders eten en een klein gedeelte blijft hier. Ik bestel linzensoep en een brochette de viande met frites. Dit keer maak ik geen foto’s, ik ben niet in de stemming. De ober maakt het weer goed. Hij is zeer humoristisch en kan heel goed een kameel nadoen. Hij ziet er moe uit en dat komt omdat hij hier vele uren maakt.
Het verdiende geld gaat naar zijn ouders, zodat zijn broertjes en zusjes naar school kunnen.